Beste Nederlandse boeken aller tijden
Het betreft hier een poging om te komen tot het beste wat de Nederlandse literatuur ons te bieden heeft. Over de uitslag mag natuurlijk worden gecorrespondeerd met informatie@dutchmultimedia.nl. Lees meer…
Lees hier ->>> meer over Nederland en hier ->>> meer over boeken op deze website.
Top 100 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
100. Beatrijs (midden 13e eeuw) (anoniem)
De Beatrijs is een Middelnederlandse Marialegende uit de veertiende eeuw. Het enige handschrift waarin de legende overgeleverd is, dateert van kort voor 1374. Beatrijs wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag onder signatuur KW 76 E 5.
Omdat het oorspronkelijke werk geen titel had, gebruikte W.J.A. Jonckbloet bij zijn publicatie in 1841 de naam van het hoofdpersonage, Beatrijs. Deze benaming die sindsdien algemeen werd overgenomen.
Het verhaal van de Beatrijs gebaseerd op een exempel uit de verzameling van Caesarius van Heisterbach is ook grondig aangepast door de Middelnederlandse auteur
Wel respecteerde hij het basisschema: uittreding uit het klooster – leven in de wereld – ongemerkte terugkeer.
Onder meer het begin van het verhaal is sterk uitgebreid. Bij Caesarius en anderen gaat het over een vrome non die door de duivel verleid wordt maar bij deze auteur krijgen we een omstandige beschrijving van de oorzaken en motieven.
De auteur wijdt meer dan 40 verzen aan de beschrijving van de ‘minne’ en haar gevolgen voor de mens en toont in enkele mooie verzen zijn begrip voor de misstap van de non.
Zie hier ->>> de tekst van Beatrijs.
99. Houtekiet (1939) – Gerard Walschap
De roman Houtekiet (1939) is volgens velen het absolute hoogtepunt in het oeuvre van Gerard Walschap. Het is ook een hoogtepunt in de Vaamse literatuur. In deze roman beeldde Walschap zijn eigen vitalistische levensideaal uit.
De natuurmens Jan Hoetekiet, die in volslagen vrijheid leeft geniet gulzig van het leven en stoort zich zich aan god noch gebod.
Hij voert een strijd tegen adel, gerecht en kerk. Voor hem telt allen de stem van het hart en de bevrediging van de eigen zinnen.
Door een blijvende relatie met Lies sticht Jan Houtekiet een gezin dat de kern wordt van een dorpsgemeenschap. Steeds meer mensen vestigen zich in Deps, aangetrokken door het elan en de uitstraling van Jan Houtekiet.
Door zijn liefde voo Iphigenie ontdekt Jan Houtekiet het belang van een aantal geestelijke waarden waarvan het bewustzijn hem aanzet tot verinnerlijking en meditatie.
Nietemin blijft de symbolische betekenis van de Houtekietdroom onverminderd stand houden: ‘dat de mens zich vrij moet weten van alle machten en wetten, ook wanneer hij die vrijheid niet in praktijk wil brengen.’
98. Menuet (1955) – Louis Paul Boon
Een gehuwde man vat liefde op voor een jong meisje dat bij hem en zijn vrouw het huishouden doet. De vrouw krijgt een kind van haar zwager, met wie ze slechts één enkele kortstondige ontmoeting had. De driehoeksverhouding tussen de arbeider, zijn vrouw en het meisje grijpt de lezer naar de keel.
Niet alleen door de grauwheid van hun bestaan en door hun onderlinge vervreemding, maar ook door de authentieke krantenberichten (verhalen over moord, verkrachting en andere ellende) aan de kop van de bladzijde die het verhaal als een verontrustende modderstroom begeleiden en die zich met de ondertoon van deze korte roman vermengen.
Een aangrijpende roman over de eenzaamheid en onmacht van de mens in een vijandige wereld.
97. Omtrent Deedee (1963) – Hugo Claus
De familie Heylen houdt in de pastorie van een Vlaams dorp haar jaarlijkse herdenking van de dood van Moeder.
Maar dit jaar ontstaan er op die plechtige dag wrijvingen en misverstanden die leiden tot een chaotisch feest. In een mengeling van seksualiteit en geweld nadert het uur van de waarheid.
Een priester die onder druk van de omstandigheden zijn morele bijstand weigert en daardoor een catastrofe veroorzaakt, de ontroerende Natalie, de burleske familieleden, de losgeslagen jongeman Claude – zij allen vormen het tableau vivant van een van de bekendste romans van Hugo Claus.
96. Verzamelde gedichten (1962) – Gerrit Achterberg
Sommigen van zijn verzen behoren tot de allergrootste uit de Nederlandse poëzie.
Kees Fens in de Volkskrant
Gerrit Achterberg (1905-1962) is een van de belangrijkste dichters van de moderne Nederlandse literatuur. Vanaf zijn debuut Afvaart in 1931 publiceerde hijeen dertigtal bundels.
In 1949 ontving hij als eerste dichter de P.C. Hooftprijs (voor En Jezus schreef in ’t zand) tien jaar later werd zijn gehele oeuvre bekroond met de Constantijn Huijgensprijs. Zijn Verzamelde gedichten worden sinds 1963 steeds weer herdrukt.
95. Awater (1934) – Martinus Nijhoff
In ruim 270 regels wordt de zoektocht beschreven van iemand die na het overlijden van zijn broer op zoek is naar een reisgenoot en die denkt te vinden in de naamloze man die op zijn werk Awater wordt genoemd. Het motto van het gedicht is: “ik zoek een reisgenoot”.
Er bestaan vele interpretaties van het gedicht, maar men is het er wel over eens dat het een gevoel van stadse benauwenis én een verlangen naar verre, exotische streken uitdrukt.
94. Herfsttij der Middeleeuwen (1919) – Johan Huizinga
In het werk presenteert Huizinga het idee dat de overdreven formaliteit en romantiek van het laatmiddeleeuwse hofleven een verdedigingsmechanisme was tegen de toenemende verruwing van de maatschappij.
Huizinga heeft wel als kritiek gehad dat hij in zijn presentatie te veel uitging van de bijzondere praktijken aan het Bourgondische hof.
Huizinga gebruikte voor Herfsttij kronieken en literatuur als bronnen, en bewust geen archiefstukken. Zijn boek is, meer dan een kunsthistorische studie, een proeve van cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis. Het is geschreven in de stijl van de literaire beweging der Tachtigers.
Huizinga tracht in dit boek een beeld op te roepen van een tijdvak, in navolging van de door hem zeer bewonderde Zwitserse historicus Jacob Burckhardt.
93. Mystiek lichaam (1986) – Frans Kellendonk
Mystiek lichaam beschrijft een jaar uit het leven van het gebroken gezin Gijselhart, dat model staat voor de Nederlandse samenleving aan het eind van de twintigste eeuw.
Vader Gijselhart, een bejaarde weduwnaar, is belust op geld en macht over zijn naaste omgeving. Dochter Magda, alias Prul, kiest voor het bewust ongehuwde moederschap, maar zal zich ten slotte alsnog verenigen met de joodse vader van haar kind.
Zoon Leendert, die in New York in kunst handelde, keert als aidspatiënt terug in de schoot van de familie, maar is daar niet echt welkom. Geen van de personages ontkomt aan de spot en het sarcasme van de schrijver.
92. Bezette stad (1921) – Paul van Ostaijen
In de zomer van 1914 wordt Antwerpen geheel onverwacht gebombardeerd vanuit een zeppelin. Een felle strijd volgt, maar de stad valt uiteindelijk in handen van de Duitsers. Zes jaar later probeert Paul van Ostaijen, zelf Antwerpenaar, het leven en de chaos van de bezette stad vast te leggen.
Met flarden van liedjes, reclames, uithangborden, filmbeelden en krantenberichten roept hij een beeld op van de stad in al haar vervreemdende wanorde. Zijn beroemde typografische experimenten verbeelden de bommen, het vuur, de verminkten en de lijken.
Vanaf de verschijning is Bezette stad hét kunstwerk bij uitstek waarin het bezette Antwerpen, maar eigenlijk iedere bezette stad, op grootse wijze wordt opgeroepen. Een onvergetelijk monument voor een stad in oorlog.
91. Hollands glorie (1940) – Jan de Hartog
Jan de Wandelaar, die het schopt van matroos tot eigenaar/kapitein van een zeesleper, staat model voor de Hollandse zeeman met zijn liefde voor de zee, vakmanschap, wilskracht en romantische gevoelens.
Het verhaal, gepubliceerd in de bezettingsjaren, over de carrière van de ‘Schipper naast God’ is een aaneenschakeling van triomfen, tegenslagen, noodlot en voorspoed.
Menselijke emoties worden treffend getekend in de bekende sappige stijl van de volksverteller. Nog steeds niet gedateerd en leesbaar voor een groot publiek dat houdt van wat breedsprakige, maar levendige zeeverhalen vol heroiek.
90. Verzamelde gedichten (1974) – Lucebert
Een compleet overzicht van het nog altijd springlevende werk van de Keizer der Vijftigers, van de vroegste tot de laatste bundel: een onmisbaar bezit voor iedere poëzieliefhebber.
Lucebert wordt algemeen beschouwd als de meest revolutionaire, authentieke en beeldende dichter van de experimentele generatie.
Hij voegde onsterfelijke regels toe aan de Nederlandse poëzie: ‘Alles van waarde is weerloos’, ‘De ruimte van het volledig leven’ en ‘In deze tijd heeft wat men altijd noemde / Schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand’.
89. Het dwaallicht (1946) – Willem Elsschot
Op een druilerige novemberavond ontmoet Frans Laarmans drie Afghaanse zeelui wier schip in de Antwerpse haven is aangemeerd.
Ze zijn op zoek naar Maria Van Dam, een zakkennaaistertje dat eerder die dag grote indruk op hen heeft gemaakt. Laarmans besluit hen te helpen en samen trekken ze naar het adres dat ze hun heeft gegeven, Kloosterstraat 15.
De mysterieuze Maria Van Dam blijkt echter helemaal niet daar te wonen, noch op de andere adressen die de vier weten te bemachtigen.
Er ontspint zich een avondlijke dwaaltocht door de stad die het gezelschap misschien niet tot bij de gezochte vrouw leidt, maar wel bij diepere waarheden over mens, geloof en leven.
88. Parken en woestijnen (1940) – M. Vasalis
M. Vasalis is de pseudoniem van Margaretha (Kiekie) Droogleever Fortuyn-Leenmans (Den Haag, 13 februari 1909 – Roden, 16 oktober 1998). Ze was een Nederlandse dichteres en psychiater.
Haar debuut, Parken en woestijnen, werd een bestseller. Binnen een jaar werden er 10.000 exemplaren van verkocht, een voor poëzie hoog, en voor die tijd uitzonderlijk hoog aantal.
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos,
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.
87. Snikken en grimlachjes – François HaverSchmidt (Piet Paaltjens)
De gedichten die voor het eerst in 1867 onder de titel Snikken en grimlachjes gebundeld en uitgegeven zijn, waren oorspronkelijk bedoeld voor een jong publiek.
François HaverSchmidt (1835-1894), alias Piet Paaltjens, schreef ze voor zijn medestudenten aan de Leidse universiteit en publiceerde ze in de Studenten-almanak.
Ze leverden hem, in combinatie met het romantisch mysterie dat hij rond Paaltjens had geschapen en de ironische toon van zijn poëzie, een aanzienlijke schare bewonderaars op.
86. Verzamelde gedichten – J.C. Bloem
- ‘In mijn stervensuur zal ik ongetwijfeld naar Bloem grijpen.’ Benno Barnard
- ‘De formuleringen zijn zo gekristalliseerd dat ze zelfs in mijn morsig geheugen overeind blijven als grote muzikale thema’s.’ D. Hillenius
- ‘Het is frappant wat je Bloem allemaal vergeeft vanwege zijn onvergetelijke regels. Maar je vergeeft het hem.’ Gerrit Komrij
85. Prometheus (1919) – Carry van Bruggen
Verhandeling van de lesbische auteur over individualisme en autoriteitsbeginsel in historisch en literatuurhistorisch perspectief.
Het centrale thema uit Prometheus (hij die vooruit ziet) luidt: Eenheidsdrift is doodsdrift (kudde-instinkt), distinctiedrift is levensdrift (zelfrealisatie).
Daarmee wil van Bruggen zeggen: alles waarin de mens als individu eigenlijk niet bestaat, zoals het militairisme, het geloof (mijn god is de ware god), het gezin.
En dit gaat door tot in de kleinste verhoudingen, doordat het brute egoïsme zich als ideaal vermomt. Wij horen bij elkaar in legers, in kerken, in scholen, in clubs, in sporthallen en in onze politieke partijen.
En zo drommen wij geleid door onze kudde-instincten, een en al zelfingenomenheid, het leven door. Niet in de gaten hebbende waar wij eigenlijk mee bezig zijn. Namelijk om onszelf, onze ware entiteit uit te roeien.
84. Het woud der verwachting uit (1949) – Hella Haass
83. Het Diner – Herman Koch
82. De wetten – Connie Palmen
In zeven jaar tijd ontmoet de vrouwelijke ik-figuur van De wetten zeven mannen: de astroloog, de epilepticus, de filosoof, de priester, de fysicus, de kunstenaar en de psychiater.
Zij begeert in de mannen vooral de wetenschap die hen in staat stelt de wereld te begrijpen en te beoordelen. Via hun verhalen portretteren de mannen tegelijkertijd de vertelster, die verward raakt door het gebrek aan eenduidigheid.
Behalve als een reeks ongewone liefdesgeschiedenissen is De wetten te lezen als een bijzondere Bildungsroman, die de heldin uiteindelijk de rust brengt van een eigen, niet te interpreteren noodlot.
De wetten verscheen in Engeland, Verenigde Staten, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk, Italië, Portugal, Spanje, Zweden, Denemarken, Griekenland, Turkije, Rusland, Slovenië, Kroatië, Litouwen, Polen, Roemenië, Bulgarije, Japan, Zuid-Korea, Vietnam ,Brazilië, Argentinië.
Sommige mensen lijken de wetten van nature in zich te hebben. Ze lezen geen boeken en hebben toch een mening, een overtuiging, een idee over hoe de wereld in elkaar hoort te zitten. Ik begreep niet hoe dit mogelijk was.
81. Terug naar de kust – Saskia Noort
Als Maria zwanger blijkt van haar derde kind, besluit ze het voortijdig te laten weghalen en de relatie met de vader te verbreken. Vlak daarna wordt ze met de dood bedreigd, kennelijk vanwege haar levensstijl en de gepleegde abortus.
Het is het begin van een zenuwslopend kat-en-muisspel, waarbij Maria er alles aan doet om zichzelf en vooral haar kinderen in veiligheid te brengen.
Ze besluit onder te duiken bij haar zus, die nog altijd in hun ouderlijk huis aan zee woont. Daar wordt ze geconfronteerd met jeugdherinneringen die ze liever zou vergeten.
Daarbij beginnen haar dierbaren steeds meer aan haar geestelijke gezondheid te twijfelen. Ondertussen komt haar belager dichterbij…
80. Ronald Giphart (1992) – Ik ook van jou
79. Een dagje naar het strand (1962) – Heere Heeresma
Bernd, een nog jonge man met een drankprobleem, haalt ’s ochtends bij zijn ex-vriendin Walijne op, die voor een dagje meegaat naar het strand.
Het gehandicapte meisje is dol op haar ‘oom’ met zijn grappen en fratsen, zijn tirades tegen een grijze hemel, hun avonturen. Maar Koning Alcohol wint terrein en ten slotte eindigt in een catharsis.
Met ironie en humor schept Heeresma een delirisch universum in een druilerige realiteit; met een groot gevoel voor mede-menselijkheid.
78. Opkomst & Ondergang van de Zwarte Trui (1981) – Bob den Uyl
77. Geheim dagboek – Hans Warren
76. Bleekers Zomer – Mensje van Keulen
Met haar debuutroman ‘Bleekers zomer’ wist Mensje van Keulen in één keer een grote schare lezers aan zich te binden. Het is het ontroerende verhaal van Willem Bleeker, een jonge man die zijn gezin in de provincie verlaat.
Willem (voor zijn vrienden Willie) besluit op een zomerse dag zijn werk en gezin in de steek te laten en vertrekt naar Amsterdam. Hij zoekt er zijn tante Annie op en zijn jeugdvriend Gerrie, die te midden van enige schilderachtige figuren een wat louche bestaan leidt.
Samen met Gerrie belandt hij op de Zeedijk, waar hij dronken wordt en zich tegen zijn zin door Dikke Annie laat meenemen. Bleekers Amsterdamse avontuur is van korte duur.
Top 75 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
75. Het land van herkomst (1935) – E. du Perron
74. Het Oostindisch kampsyndroom – Rudy Kousbroek
Dit boek uit 1995, over de koloniale mentaliteit, de Japanse bezetting en de verwerking van het verlies van Nederlands-Indië. Het is het kritische hoofdwerk van een van de grootste essayisten uit de Nederlandse literatuur.
Het ‘Oostindisch kampsyndroom’ is het magnum opus van Rudy Kousbroek. Aan de hand van haarscherpe jeugdherinneringen en bestaande literatuur analyseerde hij zowel de verhoudingen in koloniaal Indië als de omstreden werkelijkheid van de interneringskampen, waarmee hij de verhitte discussie voorgoed bepaalde.
Kousbroek schrijft over de Nederlanders in Indië vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Trots en schaamte, verdriet en verlangen spreken uit deze bladzijden, waarin niet alleen veel vergeten zaken, maar ook dingen die nog steeds worden verzwegen met dezelfde openhartigheid worden onderzocht.
73. Hubert Lampo – De komst van Joachim Stiller
72. Het verboden rijk – J. Slauerhoff
71. Joe Speedboot (2005) – Tommy Wieringa
Tommy Wieringa (1967) brak in 2005 door met de roman Joe Speedboot. Voor zijn roman Dit zijn de namen ontving hij de Libris Literatuurprijs, en De heilige Rita werd bekroond met de lezers- én de juryprijs van de BookSpot Literatuurprijs.
De veertienjarige Fransje Hermans is net – permanent – in een rolstoel beland. Hij was in slaap gevallen in een maisveld en werd vervolgens overreden door het wiel van een maishakselaar. Hij kan alleen zijn rechterarm nog bewegen en niet meer verstaanbaar praten.
Het verhaal wordt verteld vanuit zijn gedachtes en fantasieën en begint in een ziekenhuis in het fictieve dorpje Lomark, wanneer Fransje tweehonderdtwintig dagen niet bij kennis is geweest, al hoort hij alles wat er gezegd wordt. Zo hoort hij van een zekere leeftijdsgenoot genaamd ‘Joe Speedboot’.
70. Op hoop van zegen (1900) – Herman Heijermans
69. Bougainville – F. Springer
68. In de bovenkooi – J.M.A. Biesheuvel
In de bovenkooi bestaat uit 28 verhalen die niet thematisch of chronologisch geordend zijn. Door steeds terugkerende thema’s, motieven en personages vormen de verhalen toch een geheel.
Biesheuvels vrouw Eva en Karel van het Reve komen geregeld terug als personages. In een aantal verhalen – onder andere het titelverhaal – vertelt de ik-figuur over zijn ervaringen als ketelbinkie. Het leven van de jonge zeeman is hard en dat komt doordat de oudere zeelui hem vaak genadeloos pesten.
In ‘Inwijding’ wordt de jongen zelfs in afgewerkte olie ondergedompeld. In ‘Tanker cleaning’ weet hij dankzij zijn talen- en bijbelkennis respect af te dwingen in een ruig milieu.
67. De wereld een dansfeest – Arthur van Schendel
66. Komt een vrouw bij de dokter – Kluun
65. Dubbelspel – Frank Martinus Arion
Dubbelspel is een roman van Frank Martinus Arion geschreven in 1973. In 2006 stond het boek in Nederland in de belangstelling omdat het gekozen was als titel van het evenement Nederland Leest. De roman beschrijft een dominospel zondagmiddag op Curaçao.
64. La Superba – Ilja Leonard Pfeijffer
63. De lof der Zotheid – Desidrus Erasmus
62. Van de koele meren des doods – Frederik van Eeden
Van de koele meren des doods is een van de bekendste romans van Frederik van Eeden en is in 1900 verschenen. Het boek is in 1982 verfilmd onder de gelijknamige titel.
Het boek is opgezet naar de principes van de naturalistische romankunst, maar tegenover de door het noodlot voorbestemde afloop die daarin onvermijdelijk is, wilde de schrijver-psychiater Van Eeden juist een positiever alternatief tonen.
In tegenstelling tot de figuren in de naturalistische roman weet zijn hoofdpersonage uiteindelijk wel haar door ‘erfelijkheid, opvoeding en milieu’ bepaalde karaktereigenschappen te overwinnen, dankzij de hulp van de psychoanalyse en de kracht van de religie.
61. Nader tot u – Gerard van het Reve
60. De verhalen van Belcampo – Belcampo
59. Eenzaam avontuur – Anna Blaman
Het is een van de eerste Nederlandse boeken waarin de lesbische liefde en erotiek op zinnelijke wijze beschreven is. Het boek it 1948 wordt ook nu nog gezien als een absoluut meesterwerk.
58. Zoeken naar Eileen W. – Leon de Winter
57. Indische duinen – Adriaan van Dis (1994)
Een jongen groeit op in een gezin met een Japans kampverleden. Het gezin vindt, eenmaal teruggekeerd uit het oude Indië, geen vrede in Nederland.
Het vestigt zich in een koloniehuis in de duinen; daar wordt de zoon geboren. Hij is de buitenstaander die wordt opgevoed in een sfeer van verzwegen leed. Zijn vader wil hem harden voor de volgende oorlog. Pas als hij volwassen is, lukt het de jongen de leugens en geheimen van het gezin te ontrafelen.
56. De buitenvrouw – Joost Zwagerman
‘Een roman die erom schreeuwt herlezen te worden in deze tijd van vernieuwd kleurbewustzijn. Zwagerman combineert het kleinburgerlijke met het literaire, het maatschappelijke met kunst.’ – Joost de Vries
‘Dus jij valt niet op blanke mannen,’ zei hij tegen haar. ‘Nou nee.’ Dat kwam er zó hartgrondig uit dat hij een steek van ergernis voelde.
Zie hier de Top 10 kortste boeken om te lezen voor je Nederlandse lijst.
55. Een vlucht regenwulpen – Maarten ’t Hart (1978)
In Een vlucht regenwulpen vertelt de dertigjarige Maarten, hoogleraar biologie, zijn levensgeschiedenis. Hij beschrijft twee weken uit zijn leven, maar blikt veelvuldig terug op zijn verleden.
Het verhaal begint met het trouwfeest van Maartens beste vriend Jakob. Op het feest ontmoet hij een zusje van Martha, voor wie hij sinds de middelbare school een obsessieve liefde koestert.
Hij maakt een afspraakje met het zusje om over twee weken samen een concert te bezoeken, maar wordt direct daarna overvallen door de dwanggedachte dat hij dan dood zal zijn.
Allengs wordt duidelijk hoezeer Maartens liefde voor Martha niet alleen zijn leven bepaalt, maar ook verweven is met de liefde voor zijn inmiddels overleden moeder.
54. De herberg met het hoefijzer – A. den Doolaard (1933)
A. den Doolaard deed de inspiratie voor zijn boek De herberg met het hoefijzer op toen hij in 1932 wegens geldgebrek te voet van Tessaloniki (Griekenland) naar Sarajevo (Joegoslavië) trok.
De kortste weg naar Sarajevo, waar hij geld hoopte te kunnen lenen van een kennis, liep dwars door Albanië.
Na de nodige problemen aan de grens trok Den Doolaard met een Duitse reisgenoot door Albanië, waar hij in de stad Scutari (Shkodër) voor het eerst hoorde over het verschijnsel bloedwraak.
Het is een romantisch verhaal uit de Noordalbanese Alpen waar de eeuwenoude moraal der bloedwraak het volk beheerst, ondanks een regering van orde en cultuur.
53. Monteyn – Dirk Ayelt Kooiman
Jan Montyn (1924 – 2015) groeit op in een streng calvinistisch gezin. Als puber komt hij hiertegen in opstand en hij gaat kort voor de Tweede Wereldoorlog bij de Jeugdstorm, een Nederlandse jongerenbeweging naar het voorbeeld van de Hitlerjugend.
Jan kiest er even later voor om bij de Duitse oorlogsmarine te gaan en zijn leven wordt één groot avontuur. Hij maakt vele gruwelijke en ongelooflijke gebeurtenissen mee.
Je vaart met hem mee in onderzeeërs, hij wordt getorpedeerd en je staat met hem in de bittere kou in de loopgraven in Rusland.
Na de oorlog krijgt Jan last van een slecht geweten, omdat hij aan de kant van de Duitsers heeft meegevochten. Hij krijgt last van angstdromen, woedeaanvallen en psychoses en komt in een inrichting terecht.
52. Twee vrouwen – Harry Mulisch (1975)
De verhouding tussen een intelligente gescheiden vrouw en een jong eigenzinnig meisje wordt op rampzalige wijze verbroken door toedoen van de jaloerse ex-echtgenoot.
51. De moeder van David S. – Yvonne Keuls
De moeder van David S. van Yvonne Keuls is een sociale roman die een aantal jaar uit de geschiedenis van een gezin waarvan de oudste zoon verslaafd is aan drugs, beschrijft.
In De moeder van David S. beschrijft Yvonne Keuls een aantal jaren uit de geschiedenis van een gezin waarvan de oudste zoon, David, verslaafd is aan drugs.
De familie raakt volkomen ontredderd, maar Len, de moeder, weigert haar zoon los te laten. Ze ziet hem steeds verder afglijden. Len beseft dat, wil ze ooit weer een normaal leven leiden, ze afstand zal moeten nemen van het probleem.
Top 50 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
50. Veertig – Kees van Kooten
Kees van Kooten verbleef twee weken in Grand Hôtel du Bragard in Gérardmer, een ‘helder, middeltuttig Frans toeristenstadje in de Vogezen‘.
De gevolgen waren nauwelijks te overzien. De evergreen Veertig is een geestig en ontroerend boek over een struikelende mens, vol dromen en illusies, kortom, een uiterst herkenbaar relaas over de condition humaine.
49. Sprakeloos – Tom Lanoye
Na een beroerte raakt een amateuractrice en de moeder van de schrijver haar spraakvermogen kwijt. Langzaam en onherroepelijk takelt ze af, steeds minder in staat te communiceren met wie haar lief is.
48. De kleine blonde dood – Boudewijn Buch
In het boek lopen twee verhaallijnen door elkaar. Een verhaal gaat over Boudewijn als kind, in het bijzonder over de relatie met zijn vader. Het andere verhaal gaat over het personage Boudewijn als vader.
Het boek is voor een deel autobiografisch. De namen die in het boek voorkomen vertonen gelijkenis met de werkelijke namen uit de levensgeschiedenis van Büch. Het is echter nooit aangetoond dat hij een zoon heeft gehad.
Büch schrijft hierover voorafgaand aan het werkelijke verhaal: ‘Iedere gelijkenis van figuren in dit boek met bestaande personen moet worden beschouwd als een gelukkig of ongelukkig toeval.‘
Recensenten onderscheidden in de roman “twee kennelijk autobiografische verhalen”: één over de relatie van de hoofpersoon met zijn vader en één over die met zijn jonggestorven kind. Alfred Kossmann bestempelde het boek als een “geromantiseerde autobiografie“, wat hij “het leugenachtigste van alle genres” noemde.
In een column die in januari 1990 in dagblad Het Parool verscheen beweerde Büch desalniettemin zelf voor de vraag te hebben gestaan iemands leven al dan niet te beëindigen en verwijst daarbij naar zijn boek, dat inmiddels al vijf jaar een bestseller was.
47. Rituelen – Cees Nooteboom
Het boek Rituelen (1980) beschrijft drie perioden uit het leven van het hoofdpersonage Inni Wintrop, handelaar, vrouwenliefhebber.
- 1963. Relatie waarin het huwelijk met Zita kapotgaat, het jaar dat Inni een zelfmoordpoging doet.
- 1953. Arnold Taads: Inni is 20 jaar en komt via zijn tante in contact met Arnold Taads. Arnold is een man die de absolute eenzaamheid zoekt en een door hemzelf voorspelde dood sterft in de Alpen.
- 1973/1978. Philip Taads: Inni is 40 jaar en komt bij toeval in contact met de zoon van Arnold Taads. Deze blijkt geen enkel contact te hebben gehad met zijn vader. Hij is een aanhanger van de Japanse filosofie van Zen. Vijf jaar later na het verwerven van een dure theekom en het uitvoeren van een theeceremonie pleegt hij zelfmoord.
De titel van het boek verwijst naar de betekenis van rituelen, de overeenkomsten tussen de rituelen van de rooms-katholieke heilige mis en de Japanse theeceremonie.
46. De kellner en de levenden – Simon Vestdijk
De kellner en de levenden is een eschatologische fantasyroman van Simon Vestdijk uit 1949. In het verhaal wordt een nachtelijke dwaaltocht van twaalf levenden in het dodenrijk beschreven.
Twaalf levenden belanden in een stationswachtkamer. Dit keer ligt er een weddenschap tussen De Vader en De Zoon aan de gebeurtenissen ten grondslag.
Geplaatst voor de optie om God zijn onvolmaakte schepping en hun eigen bestaan te vervloeken, met als doel helse martelingen te ontlopen, kiezen de twaalf eensgezind voor de terugkeer naar het bekende flatgebouw.
45. Tirza – Arnon Grunberg
Jörgen Hofmeester is vrijwel kapot. Hij is verlaten door zijn echtgenote, hij is ontslagen en zijn spaargeld is verdwenen in een hedge fund.
Het enige wat hij nog heeft kunnen behouden zijn een huis in een fatsoenlijke buurt in Amsterdam, een goed salaris en zijn dierbaarste bezit: dochter Tirza.
Maar na haar eindexamenfeest gaat ze met haar nieuwe vriendje naar Namibië. Hofmeester zal zijn dochter moeten loslaten.
44. De stille kracht (1900) – Louis Couperus
In het meesterwerk van Couperus vindt op Java een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijten die aan ‘de stille kracht’, een Indisch mysterie dat het volk in zijn greep houdt.
Op het eiland Java vindt een aantal onverklaarbare gebeurtenissen plaats. De inwoners wijzen die toe aan ‘de stille kracht’, een Indisch mysterie dat de mensen in zijn greep houdt.
Resident Otto van Oudijck vindt het maar onzin. Maar als hij een regent ontslaat omdat die zich op een feest onbeschoft gedragen heeft, gebeuren er plotseling vreemde dingen in zijn huis.
Als hij zich zwakker gaat voelen en ziek wordt, gaat hij steeds meer in de stille kracht geloven. Het oude koloniale Indië is tastbaar aanwezig in dit hoogtepunt uit het oeuvre van Louis Couperus.
Nederlandse nuchterheid tegenover Javaanse mystiek, angst voor seksuele taboes tegenover natuurlijke eenvoud en uitbundigheid: de hoofdpersonen in De stille kracht worden verscheurd door tegenstellingen die zij zelf niet begrijpen.
43. De Passievrucht – Karel Glastra van Loon
Wat gebeurt er als je als vader van een dertienjarige zoon ontdekt dat je al je hele leven onvruchtbaar bent? Die vraag is het intrigerende beginpunt van De passievrucht.
Karel Glastra van Loon schreef met De passievrucht een boek wat uitgroeide tot een wereldwijde bestseller. Wat gebeurt er als je als vader van een dertienjarige zoon ontdekt dat je al je hele leven onvruchtbaar bent?
Die vraag is het intrigerende beginpunt van De passievrucht. Op zijn zoektocht naar de biologische vader van zijn zoon Bo neemt de verteller de lezer mee op een reis door zijn verleden. Alles wat hij al die jaren over zichzelf en over zijn leven heeft geloofd moet hij heroverwegen.
En hij zal antwoorden moeten geven op vragen die hij liever nooit had gesteld. Wat weet je eigenlijk van degenen die je liefhebt? Hoe goed ken je hen die je het meest na zijn?
42. Bezonken Rood – Jeroen Brouwers
Bij de dood van zijn moeder herinnert bekroond auteur Jeroen Brouwers zich de gebeurtenissen in het Jappenkamp in Batavia die tot een verwijdering tussen hen geleid hebben.
In de roman ‘Bezonken rood’ verwerkt Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren die hij samen met zijn moeder doorbracht in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java.
41. De zwarte met het witte hart – Arthur Japin
In 1837 worden Kwasi en Kwame, twee Afrikaanse prinsjes, aan koning Willem I geschonken als onderpand voor de illegale slavenhandel van de Nederlandse regering. In Delft worden de zwarte jongens als Hollanders opgevoed.
Terwijl Kwasi zich uit alle macht aanpast en een echte Nederlander wil worden, vecht Kwame om zijn Afrikaanse identiteit te behouden en op een dag te kunnen terugkeren naar zijn volk.
Jaren later, aan het begin van de twintigste eeuw, kijkt de bejaarde prins Kwasi Boachi vanaf zijn Javaanse theeplantage terug op hun buitengewone levens. Pas dan ontdekt hij het complot waarmee de Nederlandse regering zijn Indische carrière heeft gedwarsboomd.
Zie hier de Top 10 beroemdste Russische schrijvers aller tijden.
40. Een winter aan zee – A. Roland Holst
In weinig gedichten uit onze literatuur wordt de sfeer van het winterse kustlandschap zo sterk opgeroepen als in de bundel Een winter aan zee van A. Roland Holst.
Het lege strand waar meeuwen van een zandplaat opvliegen, de beklemming van een verlaten duindal: deze poftie geeft er in een virtuoze vorm onvergetelijke beelden van.
Een winter aan zee is een hoogtepunt in het werk van Roland Holst. Nergens heeft hij zijn natuurgevoel zo geconcentreerd in taal omgezet en verbonden met wat hem het diepste raakte: een liefde die onmogelijk werd en het besef in een wereld te leven die een oordeel over zichzelf afroept omdat ze de Schoonheid buiten spel heeft gezet.
Het persoonlijke verhaal van een vrouw die hij liefhad en die hem verliet, laat de dichter botsen met de oude sage van Helena van Troje. Behalve liefdesgedicht en ondergangsprofetie is de bundel ook de neerslag van een scherp zelfonderzoek.
39. Camera Obscura – Hildebrand
Camera Obscura is een verhalenbundel uit 1839 geschreven door Nicolaas Beets onder het pseudoniem Hildebrand. Beets schreef de meeste stukken in 1837 als student godgeleerdheid in Leiden. Hij bleef tijdens de jaren daarna vaak verhalen toevoegen aan het werk waardoor het pas zijn definitieve vorm kreeg in 1851.
38. De komst van Joachim Stille – Hubert Lampo
De komst van Joachim Stiller verscheen voor het eerst in 1960, en is sindsdien uitgegroeid tot een van de grote klassiekers van de Nederlandse literatuur.
Het is de indrukwekkende en raadselachtige geschiedenis van journalist Freek Groenevelt en zijn geliefde Simone Marijnissen, die voorspellende boodschappen ontvangen van Stiller, de mysterieuze hoofdpersoon. Zijn zij het slachtoffer van een practical joke? Van een geestelijk gestoorde?
37. Het bittere kruid – Marga Minco
Het bittere kruid is een menselijk document van een uitzonderlijk gehalte waarin met een maximum aan soberheid de ondergang van een joodse familie tijdens het nazibewind is opgetekend.
36. Lof der Zotheid (1511) – Erasmus
In zijn satirische Lof der Zotheid laat Desiderius Erasmus de Dwaasheid van alles prijzen wat niet prijzenswaardig is. Deze paradoxale lofrede is uniek omdat de lezer voortdurend op het verkeerde been wordt gezet: moet hij alles serieus nemen of is alles ironie?
Geen klassieker uit de wereldliteratuur heeft zo veel generaties aan het denken gezet en geleerd met open blik en gezond verstand de wereld te bezien.
35. Gysbreght van Aemstel (1637) – Joost van den Vondel
34. Sara Burgerhart (1782) – Betje Wolff & Aagje Deken
Het verhaal bestaat in totaal uit 175 brieven, waarvan er 44 van Sara zelf zijn en 35 aan Sara, Ze zijn geschreven door 24 personen, die allemaal een naam hebben die een toespeling bevat op hun karakter.
Bijvoorbeeld Burgerhart, haar toekomstige en voorbeeldige echtgenoot Hendrik Edeling, de onsympathieke mejuffrouw Slimpslamp, Charlotte Rien du Tout (Frans voor ‘helemaal niets’) en Sara’s goedaardige voogd Blankaart).
33. Karel ende Elegast (ca. 1270)
Karel ende Elegast is een ‘voorhoofs’ ridderverhaal dat behoort tot de Karelepiek. In dit genre neemt het een speciale plaats in; Karel de Grote vertolkt immers de hoofdrol, terwijl hij in andere Karelromans eerder een nevenfiguur is.
32. Van den vos Reynaerde (13e eeuw)
31. De Tweeling – Tessa de Loo
Een Nederlandse en een Duitse vrouw ontmoeten elkaar in een kuuroord in Spa. Ze herkennen in de ander hun verloren gewaande tweelingzus.
De verhollandste Lotte, die tijdens de oorlog joodse onderduikers heeft beschermd, staat aanvankelijk uiterst wantrouwig tegenover haar tweelingzus Anna, maar wordt door haar aangrijpende verhalen geconfronteerd met het lijden van gewone Duitsers in oorlogstijd.
30. Een vlucht regenwulpen – Maarten ’t Hart
Een vlucht regenwulpen is een fenomeen. Er werden al meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. Het boek is, net als de verfilming, een klassieker.
Een beklemmende geschiedenis over een door afkomst en opvoeding tot isolement gedoemd kind, wiens angsten en dwang-neurotische trekken verzacht worden door een grote opmerkingsgave, een hartstochtelijke aard en een diepe liefde voor de natuur.
Een onvergetelijk verhaal uit een tijd toen Nederland een universum was, en een dorpje de hele wereld.
29. Het leven is vurrukkulluk – Remco Campert
Het leven is vurrukkulluk is het onweerstaanbare, bijna achteloos en tegelijk sierlijk opgeschreven verhaal over twee vrienden, Mees en Boeli, die het zestienjarige meisje Panda tegenkomen.
Er wordt marihuana (‘Marry-you-Anna’) gerookt, de vrije liefde viert hoogtij en er wordt doelloos en zorgeloos door het park geslenterd. Niemand weet het luchtige en het vreugdevolle zo goed in woorden te vangen als Remco Campert.
28. Erik of Het klein insectenboek – Godfried Bomans
Het verschil tussen mensen en insecten is niet zo groot. Dat ontdekt Erik Pinksterbloem als hij op een nacht een schilderij boven zijn bed in stapt. Bomans’ werk kenmerkt zich door een groot gevoel voor humor en een onslijtbare ironie.
27. Oeroeg – Hella Haasse
Het levensverhaal van de naamloze ik-verteller, de enige zoon van een blanke administrateur op een theeplantage in Nederlands-Indië, begint als een idylle. Als kind raakt hij bevriend met Oeroeg, een inlandse jongen die in dramatische omstandigheden zijn vader heeft verloren.
Als gelijken verkennen de twee jongens de wereld met hun kinderlijke blikken, maar gaandeweg blijkt die gelijkheid schijn. De scheve relatie tussen de blanke overheersers en de ondergeschikte ‘inlanders’ brengt ook hun vriendschap steeds meer aan het wankelen.
Hun wegen scheiden onvermijdelijk wanneer de ik-figuur naar een blanke school gaat en zijn vriend naar een gekleurde.
Toch is het niet de fysieke scheiding die hun vriendschap in de weg zit. Het is de ongelijke sociale status die aan hun huidskleur en hun achtergrond is gekoppeld, die een vertroebeling van hun vriendschap onoverkomelijk maakt.
Terwijl Oeroeg op zoek gaat naar zijn identiteit en die vindt in de strijd voor een onafhankelijk Indonesië, vertrekt de verteller naar Nederland om te studeren.
De omstandigheden waarin hij jaren later naar zijn geboorteland (en dus het land van Oeroeg) terugkeert, maken een hernieuwde vriendschap onmogelijk: samen met de Nederlandse troepen probeert hij de steeds taaiere opstand in de Indonesische kolonie neer te slaan.
Tijdens een ultieme confrontatie met een vrijheidsstrijder die wel erg op Oeroeg lijkt, slaat de vertwijfeling toe.
26. De aanslag – Harry Mulisch
Haarlem, januari 1945. Spertijd. Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van de politie, berucht om zijn wreedheid, fietst door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Plotseling klinken er zes schoten.
Morsdood ligt Ploeg op de stoep voor een rijtje van vier huizen waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.
Een detectiveverhaal van superieure kwaliteit. Een donkere fabel over toeval en ongeluk, kracht en zwakte.
The New York Times
Top 25 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
25. Terug naar Oegstgeest (1934) – Jan Wolkers
‘Elke gelijkenis van figuren in dit boek met bestaande personen berust op toeval, behalve in het geval van de ijscoman Blanchard aan de ingang van de Leidse Hout’, schreef Jan Wolkers in het voorwerk van Terug naar Oegstgeest. Toch zou deze roman niet alleen zijn meest gewaardeerde, maar ook zijn meest persoonlijke werk worden.
In Terug naar Oegstgeest probeert Wolkers de voorbije wereld uit zijn jeugd terug te halen naar het heden van de jaren zestig waarin hij zijn roman schreef. Herinneringen aan zijn calvinistische ouders en de dood van zijn broer gaan samen met beschrijvingen van zijn ontluikende seksualiteit.
24. Terug tot Ina Damman – Simon Vestdijk
Terug tot Ina Damman (1934), de bekendste roman uit de Anton Wachter-serie, opent met Antons Wachters eerste dagen op de hbs, ‘het moeilijkste wat er bestond’. Hij is een intelligente maar wereldvreemde jongen en wordt op school dan ook geplaagd.
Als verweer tegen zijn eenzaamheid en het gepest van zijn klasgenoten zoekt hij zijn heil in hard werken, zodat hij de beste van zijn klas wordt en blijft, zonder dat dit hem echter voldoening schenkt.
Geleidelijk krijgt hij vrienden, zijn leven wordt dragelijker, maar zijn hele puberteit wordt beheerst door zijn liefdesgevoelens voor medescholier Ina Damman – gevoelens die uitgroeien tot een allesbeheersende, onmogelijke jeugdliefde.
23. Kees de jongen (1923)– Theo Thijssen
De bekendste roman van de Nederlandse schrijver Theo Thijssen is Kees de jongen uit 1923, uitgegeven door C.A.J. van Dishoeck.
Kees Bakels is een jongen die eind 19e eeuw opgroeit in Amsterdam als zoon van een schoenverkoper. Het boek beschrijft de lagereschooltijd van Kees, zijn eerste liefde (voor Rosa Overbeek) en zijn vriendschappen.
Hij is ogenschijnlijk een gewone jongen aan het begin van de puberteit, al ziet hij zichzelf, zoals het hoort, als bijzonder. Die bijzonderheid uit zich vooralsnog echter vooral in zijn levendige fantasie. Over hoe alles zou kunnen gaan ‘als’…
22. Het land van herkomst – Eduard du Perron
In dit boek maakt de lezer kennis met Arthur Ducroo, alter ego van de schrijver. De hoofdvraag die hij zich stelt: wie ben ik en hoe ben ik zo geworden, beantwoordt hij door het schrijven van Het land van herkomst voor Jane, zijn geliefde.
Hierin geeft hij zich afwisselend rekenschap van hun feitelijke leven in Parijs, 1933, en van zijn verleden op het eiland Java uit het begin van de twintigste eeuw.
Het is geen traditionele roman: verhalen, beschouwingen, herinneringen en talloze gesprekken met vrienden en kennissen, authentiek dan wel gebaseerd op briefwisselingen, geven een caleidoscopisch beeld van Ducroo/Du Perron.
Het is ook een sleutelroman waarin collega-schrijvers als Ter Braak, Greshoff, Malraux en Pascal Pia, maar ook Indische vrienden en vriendinnen, familieleden, onderwijzers en tegenstanders van Du Perron onder doorzichtige schuilnamen voorkomen.
21. Karakter – Bordewijk
Jacob Willem Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken.
De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan – zelfs de liefde wordt eraan opgeofferd.
20. Lijmen / Het been – Willem Elsschot
De jonge en onbezonnen Laarmans leert de gehaaide Boorman kennen. De twee mannen smeden een pact en Laarmans laat zich overtuigen om zijn naam te veranderen in Teixeira de Mattos. Samen geven ze het Wereldtijdschrift uit, voluit Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen.
Laarmans en Boorman zoeken gewillige afnemers voor hun veredelde reclameblad. Ze smeren hun enorme hoeveelheden van het Wereldtijdschrift aan.
Alles loopt redelijk voorspoedig tot ze honderdduizend exemplaren verkopen aan de firma Lauwereyssen, een zaak in keukenliften geleid door een kordate vrouw met een handicap aan een van haar benen.
De vrouw voelt zich bekocht en bij Laarmans neemt de wroeging toe. In Het Been krijgt ook Boorman last van scrupules. Hij probeert zijn geweten te zuiveren.
19. Het verdriet van België – Hugo Claus
Het verdriet van België omspant de periode 1939-1947: vrede, oorlog en vrede. Louis Seynaeve is elf jaar en leerling op een nonneninternaat. Verwarring, hunkering en bedrog vormen zijn jongensjaren in de schoot van een kleurrijke en verbazingwekkende familie.
Het Vlaamse leven in deze historische crisisperiode van oorlog, collaboratie en over leven wordt door Hugo Claus in een stroom van groteske en ontroerende verhalen opgeroepen, in een even complexe als meeslepende roman, die het hoofdwerk van zijn oeuvre mag worden genoemd.
The Times: ‘Dit is de Great Belgian Novel.’
18. De Kapellekensbaan – Louis Paul Boon
De Kapellekensbaan is een grote roman over hoe we vandaag het slachtoffer dreigen te worden van een verkeerd begrepen moderniteit. Dit telkens weer herdrukte meesterwerk van Louis Paul Boon is het absolute hoogtepunt van de Nederlandstalige literatuur van de vorige eeuw.
17. Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan (1906) – Louis Couperus
Op een regenachtige nacht in de Indische bergen slaat het noodlot toe: een jonge man en vrouw begaan een misdaad die hen de rest van hun leven zal achtervolgen… Zestig jaar later in Den Haag volgen we de families van deze twee hoogbejaarde mensen.
Hun kleinkinderen zijn van plan met elkaar te trouwen. Weten zij wat er vroeger gebeurd is? Wie kent het geheim? Is de last van het verleden niet te zwaar? Is een gelukkig huwelijk wel mogelijk in deze familie?
16. Ik Jan Cremer (1964) – Jan Cremer
Het is een moderne schelmenroman, gepresenteerd als een autobiografie, gebaseerd op persoonlijke ervaringen van de auteur. Vooral de expliciete beschrijving van seksuele belevenissen in het tweede deel zorgde voor de nodige opschudding.
15. Het gouden ei (1984) – Tim Krabbé
Rex stond weer op en liep naar de auto. Hij pakte het polaroidtoestel uit Saskia’s mand en maakte een foto van het benzinestation.
Een grapje voor zo meteen, maar hij zag ook de blikken al voor zich die kennissen, Saskia en hijzelf elkaar nog jaren later zouden toewerpen als ze het onderschrift in het album zagen: total-tankstation met daarin Saskia, enkele minuten voordat zij voor het eerst op de Autoroute zal chaufferen.
De foto aan een punt houdend keek hij hoe het total-station en de geparkeerde auto’s, haast of ze even leefden, uit de chemicaliën opdoemden.
14. Turks fruit – Jan Wolkers
‘Turks fruit is een roman waarin Wolkers op een perfecte manier grote thema’s als liefde, dood en vergankelijkheid heeft weten te verbinden; geschreven in een stijl die niets aan kracht heeft verloren.’ Pieter Steinz
In Turks fruit beschrijft Wolkers de heftige liefde tussen de jonge beeldhouwer Erik en zijn grote liefde Olga. Ze beleven een grandioze, romantische zomer en besluiten te trouwen, tegen de zin van Olga’s rijke ouders.
Totdat Olga zich vreemd begint te gedragen, abrupt breekt met Erik en terug gaat naar haar ouders.
13. Maar buiten is het feest – Arthur Japin
Wanneer een succesvolle zangeres een rechtszaak aanspant om een meisje uit handen van een verkrachter te houden, dreigen gebeurtenissen uit haar eigen verleden openbaar te worden.
Onder druk van de dreigende publiciteit komen herinneringen aan het misbruik in haar eigen jeugd boven. Toch besluit ze zich niet te verbergen.
12. Eline Vere – Louis Couperus
De meeslepende, virtuoos vertelde geschiedenis van Eline Vere speelt zich af in de kringen van de gegoede Haagsche burgerij aan het einde van de negentiende eeuw.
De onafwendbaarheid van het noodlot krijgt gestalte in de zwakke, overgevoelige en wankelmoedige Eline, een meisje van stand, begaafd, maar niet in staat zich aan te passen aan het ‘banale leven’.
Door haar angst voor de werkelijkheid verliest zij zich in dromerijen, waarna de angst alleen maar verhevigd terugkomt. Het noodlot slaat langzaam maar onvermijdelijk toe.
11. Nooit meer slapen – W.F. Hermans
Nooit meer slapen is het meesterlijke verhaal van de jonge geoloog Alfred Issendorf. Issendorf wil in het moerassige noorden van Noorwegen onderzoek verrichten. Dit om de hypothese van zijn leermeester en promotor Sibbelee te staven.
Issendorf is ambitieus: hij hoopt dat hem op deze reis iets groots te wachten staat, dat zijn naam aan een belangrijk wetenschappelijk feit zal worden verbonden. Deze ambitie hangt samen met het verlangen het werk van zijn vader te voltooien.
Zijn vader is door een ongeluk tijdens een onderzoekstocht om het leven gekomen. Nooit meer slapen is een grootse roman over grote dromen.
Top 10 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
10. Het Achterhuis (1947) – Anne Frank
Anne Frank hield van 12 juni 1942 tot 1 augustus 1944 een dagboek bij. Zij schreef haar brieven alleen voor zichzelf, tot ze in de lente van 1944 op radio Oranje de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in ballingschap, Bolkestein, hoorde spreken.
Hij zei dat na de oorlog alle getuigenissen van het lijden van het Nederlandse volk onder de Duitse bezetting verzameld en openbaar moesten worden gemaakt.
9. Publieke werken (1999) – Thomas Rosenboom
Het is 1888. De Amsterdamse vioolbouwer Walter Vedder leest in de krant dat er op de plaats van zijn huis een groot hotel gebouwd zal gaan worden. In dezelfde tijd besluit zijn neef, de Hoogeveense apotheker Anijs, zijn ambitie te verschuiven van het medische naar het medemenselijke.
Turfstekers lijden bittere armoede en zouden beter af zijn in een nieuw land, bij voorkeur Amerika. Maar die landverhuizing kost een vermogen – precies het bedrag dat Vedder wel voor zijn huis meent te kunnen bedingen. Vanaf dat moment raken beide mannen verwikkeld in een beklemmend avontuur.
8. De Avonden (1947) – Gerard Reve
De avonden is een van de belangrijkste boeken uit de Nederlandse literatuur; het is klassiek geworden als de aangrijpende beschrijving van de saaiheid die Nederland in de naoorlogse jaren beheerste.
In Frits van Egters weerspiegelt zich de jeugd, die zijn leven ziet verlopen in zinloosheid, eentonigheid en eenzaamheid. humor en de hoop dat er toch een hoger en groter Iets bestaat, houden hem op de been.
De geluiden van afschuw over dit boek, bijvoorbeeld door Godfried Bomans, die meende dat Reves geestelijke gezondheid ‘bij een langer aanhouden van deze gesteldheid ernstig gevaar loopt’, zijn inmiddels ernstig tegengesproken door de velen voor wie De Avonden het mooiste boek is dat ze ooit lazen.
7. De uitvreter / Titaantjes / Dichtertje (1911 – ) – Nescio
Nescio ziet God met name in de onvergankelijke manifestaties van de natuur: de zon en stromend water. Nescio’s personages observeren de onvergankelijke schoonheid der natuur, die met name de schilders overweldigt, omdat zij zich voor de hopeloze taak gesteld zien dit “teken van het goddelijke” over te brengen op het doek.
Sommigen leggen zich neer bij de ondoorgrondelijkheid van het mysterie, anderen gaan ten onder aan hun hoge roeping, hetzij op tragische wijze hetzij door het aangaan van compromissen die uitmonden in burgerlijkheid en materialisme. Bij de meesten blijft de herinnering aan hun jeugdig idealisme bestaan en daarmee iets van hun titanengestalte.
6. Het bureau (1963) – J.J. Voskuil
Meneer Beerta is het eerste deel van Het Bureau, een roman in zeven delen, die de menselijke verhoudingen op en rondom een wetenschappelijk instituut tussen de jaren 1957 en 1987 tot onderwerp heeft. Hoofdpersoon is Maarten Koning, die ook in Bij nader inzien – het debuut van J.J. Voskuil uit 1963 – centraal stond.
Top 5 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
5. De donkere kamer van Damokles (1958) – W.F. Hermans
Kort na de Duitse inval in 1940 maakt de Voorschotense sigarenwinkelier Henri Osewoudt kennis met de geheimzinnige verzetsman Dorbeck, die eruitziet als Osewoudts dubbelganger. Osewoudt wordt door Dorbeck bij allerlei verzetsactiviteiten betrokken. Na de bevrijding blijkt Dorbeck ineens spoorloos verdwenen.
Een belangrijk voorwerp in het verhaal wordt een nog niet-ontwikkeld fotonegatief dat onlastend bewijs zou moeten bevatten: een portretopname van deze Dorbeck, wiens bestaan betwijfeld wordt.
Zie hier de top 100 best verkochte boeken 2021 volgens het CPNB.
4. Hersenschimmen (1984) – J. Bernlef
Hersenschimmen wordt verteld vanuit het perspectief van de ik-persoon Maarten Klein, een 71-jarige man die begint te dementeren. Hij komt uit Nederland, maar woont sinds vijftien jaar in de Verenigde Staten, in Gloucester (Massachusetts), met de trein 1 uur ten noorden van Boston. Zijn geestelijke vermogens verslechteren naarmate het verhaal vordert, terwijl zijn omgeving zich afvraagt wat er met hem aan de hand is.
Top 3 – Beste Nederlandse boeken aller tijden
3. Max Havelaar (1860) – Multatuli
Eduard Douwes Dekker (Amsterdam, 2 maart 1820 – Ingelheim am Rhein, 19 februari 1887) was een Nederlandse schrijver en bestuursambtenaar die vooral bekend is geworden vanwege zijn roman Max Havelaar, of De koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Dit boek verscheen die in 1860 verscheen onder het pseudoniem Multatuli (Latijn voor ‘ik heb veel (leed) gedragen’ [=multa tuli]).
Hij schreef ook toneelstukken, pamfletten, soms in briefvorm, en aforismen. Douwes Dekker groeide op in Amsterdam en trok in 1838 met zijn vader naar Batavia in Nederlands-Indië (het tegenwoordige Indonesië), waar hij in 1839 een baan als ambtenaar verwierf.
Daar zag hij de vele wantoestanden onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse koloniale bewind. Zijn debuutroman, de kaderroman Max Havelaar, hekelt op basis van zijn eigen ervaringen de behandeling van de plaatselijke bevolking door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders.
2. Het huis van de moskee (2005) – Kader Abdolah
Als er een radicale stroming onder de ayatollahs ontstaat en Khomeini in Parijs een omwenteling voorbereidt, komt de Iraanse samenleving zoals Aga Djan die kent onder druk te staan. Vrienden worden vijanden. Liefde wordt haat. Zelfs Aga Djan kan het tij niet keren.
1. De ontdekking van de hemel (1992) – Harry Mulisch
Is de hemel een organisatie die op het punt staat begrepen en opgerold te worden door de technologisch hoogontwikkelde mens van de twintigste eeuw?
De ontdekking van de hemel (1992) is een totaalroman waarin alle thema’s en obsessies uit het werk van Harry Mulisch in 65 hoofdstukken bijeenkomen.
Dit monumentale boek is tegelijk een psychologische roman, een filosofische roman, een tijdroman, een ontwikkelingsroman, een avonturenroman en een alles overkoepelend mysteriespel. ‘– Opdracht volbracht. De zaak is rond.
– Welke zaak?
– Ja, neemt u mij niet kwalijk. Het allerbelangrijkste. De hoofdzaak.
– De hoofdzaak? Waar heb je het over?
– Over het testimonium.’
Top 100 beste Nederlandse boeken aller tijden
- De ontdekking van de hemel – Harry Mulisch
- Het huis van de moskee – Kader Abdolah
- Max Havelaar – Multatuli
- Hersenschimmen – J. Bernlef
- De donkere kamer van Damokles – W.F. Hermans
- Het bureau – J.J. Voskuil
- De uitvreter / Titaantjes / Dichtertje – Nescio
- De Avonden – Gerard Reve
- Publieke werken – Thomas Rosenboom
- Het Achterhuis – Anne Frank
- Nooit meer slapen – W.F. Hermans
- Eline Vere – Louis Couperus
- Maar buiten is het feest – Arthur Japin
- Turks fruit – Jan Wolkers
- Het gouden ei (1984) – Tim Krabbé
- Ik Jan Cremer (1964) – Jan Cremer
- Van oude mensen, de dingen die voorbijgaan – Louis Couperus
- De Kapellekensbaan – Louis Paul Boon
- Het verdriet van België – Hugo Claus
- Lijmen / Het been – Willem Elsschot
- Karakter – Bordewijk
- Het land van herkomst -Eduard du Perron
- Kees de jongen – Theo Thijssen
- Terug tot Ina Damman – Simon Vestdijk
- Terug naar Oegstgeest – Jan Wolkers
- De aanslag – Harry Mulisch
- Oeroeg -Hella Haasse
- Erik of Het klein insectenboek – Godfried Bomans
- Het leven is vurrukkulluk – Remco Campert
- Een vlucht regenwulpen – Maarten ’t Hart
- De Tweeling – Tessa de Loo
- Van den vos Reynaerde (13e eeuw)
- Karel ende Elegast (ca. 1270)
- Sara Burgerhart (1782) – Betje Wolff & Aagje Deken
- Gysbreght van Aemstel (1637) – Joost van den Vondel
- Lof der Zotheid (1511) – Erasmus
- Het bittere kruid -Marga Mico
- “De komst van Joachim Stille – Hubert Lampo “
- Camera Obscura – Hildebrand
- Een winter aan zee – A. Roland Holst
- “De zwarte met het witte hart – Arthur Japin “
- Bezonken Rood – Jeroen Brouwers
- De Passievrucht – Karel Glastra van Loon
- De stille kracht – Louis Couperus
- Tirza – Arnon Grunberg
- De kellner en de levenden – Simon Vestdijk
- Rituelen – Cees Nooteboom
- De kleine blonde dood – Boudeijn Buch
- Sprakeloos – Tom Lanoye
Beste Nederlandse boeken aller tijden
- Veertig – Kees van Kooten
- De moeder van David S. Yvonne Keuls
- Twee vrouwen – Harry Mulisch
- Monteyn – Dirk Ayelt Kooiman
- De herberg met het hoefijzer – A. den Doolaard
- Een vlucht regenwulpen – Maarten ’t Hart
- De buitenvrouw – Joost Zwagerman
- Indische duinen – Adriaan van Dis
- Zoeken naar Eileen W. – Leon de Winter
- Eenzaam avontuur – Anna Blaman
- De verhalen van Belcampo – Belcampo
- Nader tot u – Gerard van het Reve
- Van de koele meren des doods – Frederik van Eeden
- De lof der Zotheid – Desidrus Erasmus
- La Superba – Ilja Leonard Pfeijffer
- Dubbelspel – Frank Martinus Arion
- Komt een vrouw bij de dokter – Kluun
- De wereld een dansfeest – Arthur van Schendel
- In de bovenkooi – J.M.A. Biesheuvel
- Bougainville – F. Springer
- Op hoop van zegen (1900) – Herman Heijermans
- Joe Speedboot – Tommy Wieringa
- Het verboden rijk – J. Slauerhoff
- Hubert Lampo – De komst van Joachim Stiller
- Het Oostindisch kampsyndroom – Rudy Kousbroek
- Het land van herkomst (1935) – E. du Perron
- Bleekers Zomer – Mensje van Keulen
- Geheim dagboek – Hans Warren
- Opkomst & Ondergang van de Zwarte Trui (1981) – Bob den Uyl
- Een dagje naar het strand (1962) – Heere Heeresma
- Ronald Giphart (1992) – Ik ook van jou
- Terug naar de kust – Saskia Noort
- De wetten – Connie almen
- Het Diner – Herman Koch
- Het woud der verwachting uit (1949) – Hella Haass
- Prometheus (1919) – Carry van Bruggen
- Verzamelde gedichten – J.C. Bloem
- Snikken en grimlachjes (1867) – François HaverSchmidt (Piet Paaltjens
- Parken en woestijnen (1940) – M. Vasalis
- Het dwaallicht (1946) – Willem Elsschot
- Verzamelde gedichten (1974) – Lucebert
- Hollands glorie (1940) – Jan de Hartog
- Bezette stad (1921) – Paul van Ostaijen
- Mystiek lichaam (1986) – Frans Kellendonk,
- Herfsttij der Middeleeuwen (1919) – Johan Huizinga
- Awater (1934) – Martinus Nijhoff
- Verzamelde gedichten (1962) – Gerrit Achterberg
- Omtrent Deedee (1963) – Hugo Claus
- Menuet (1955) – Louis Paul Boon
- Houtekiet (1939) – Gerard Walschap
- Beatrijs (midden 13e eeuw) (anoniem)