Meest voorkomende vogel in Nederland 2021
Jaarlijks tellen duizenden landgenoten voor de Vogelbescherming de soorten en aantallen vogels in hun tuin. Hier de uitslag voor 2021. Lees meer over de meest voorkomende vogel in Nederland 2021.
Lees hier ->>> meer over vogels op deze website.
Top 25 – 25 Meest voorkomende vogel in Nederland 2021
25. Ringmus (4.292)
De ringmus wordt ongeveer 14 cm groot, een fractie kleiner dan de huismus. Zowel mannetje als vrouwtje hebben een kastanjebruine kruin, een zwarte wangvlek en een witte halsring. De wangvlek is een goed herkenbaar verschil met de huismus. De bovenzijde is bruin met zwarte strepen en de onderzijde lichtgrijs.
24. Boomklever (4.402)
De boomklever (Sitta europaea) Geluidsfragment zang is het enige lid van de familie boomklevers (Sittidae) in de Benelux. Boomklevers zijn de enige vogels die met evenveel gemak zowel omlaag als omhoog langs een boomstam bewegen.
De boomklever kan met de kop omlaag naar beneden klimmen en daarin onderscheiden ze zich van spechten en boomkruipers die alleen omhoogklimmen langs boomstammen. Bovendien gebruiken spechten hun staart om op te steunen en dat doet de boomklever niet.
23. Putter (4.806)
De putter of distelvink (Carduelis carduelis) is een zangvogel uit de familie der vinkachtigen. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de putter beslaat een groot deel van Europa, delen van Noord-Afrika en het westen van Azië. Daarbuiten is de putter geïntroduceerd in Australië, Nieuw-Zeeland, Noord- en Zuid-Amerika en Zuid-Afrika.
De putter is een relatief slanke vink met een kenmerkende koptekening. Zijn rode gezicht is omlijst met een brede witte band, terwijl het achterhoofd zwart is.
Over de zwarte vleugels loopt in de lengte een brede gele band. Verder is het verenkleed lichtbruin op de rug en de flanken, wit op de onderzijde en zwart op de staart.
22. Winterkoning (6.648)
De winterkoning is een klein gedrongen, zandbruin vogeltje van bijna tien centimeter met een opgewipt staartje. Zijn zang is helder, met vibrerende scherpe trillers. De lichaamslengte bedraagt 9 tot 10 cm.
Winterkoninkjes eten voornamelijk insecten en spinnen.
21. Wilde eend (8.502)
De wilde eend is de stamouder van de gedomesticeerde tamme eend, die waarschijnlijk voor het jaar 1000 in Zuidoost-Azië gedomesticeerd is. De witte varianten van de tamme eend worden in de Lage Landen ook wel pekingeenden en Hollandse kwakers genoemd.
Het mannetje (de woerd) is kleurrijk met een glanzend groene kop en een witte halsband, er zijn echter ook woerden zonder deze witte halsband. Verder hebben woerden een kastanjebruine borst en gekrulde zwarte veren aan de staart. Na het broedseizoen lijkt de woerd meer op het vrouwtje.
20. Staartmees (8.547)
Een volwassen staartmees heeft een totale lengte van 13 tot 16 centimeter, inclusief de lange, smalle staart van 6 tot 10 centimeter. De vleugelspanwijdte is 16 tot 19 centimeter,[2] wat relatief klein is voor een zangvogel.
Hij heeft een rond lichaam, een korte, stompe snavel en lange, slanke poten. De donkere ogen zijn bij sommige vogels omrand met een felgekleurde oogring.
De staartmees dankt zijn pluizig uiterlijk aan zijn veren die hij meestal opgezet heeft. Het verenkleed aan de bovenzijde is zwart en wit en aan de onderzijde wit. Veel ondersoorten hebben bovendien roze en/of grijze tinten over het hele verenkleed.
19. Grote bonte specht (9.457)
De grote bonte specht (Dendrocopos major) is een vogel die tot de familie spechten (Picidae) behoort. Het is een talrijke en wijdverbreide standvogel in een groot deel van het Palearctisch gebied.
Hier broedt hij in bossen en allerlei cultuurlandschappen. De grote bonte specht zoekt zijn voedsel in vrijwel alle vegetatielagen. In de zomer voedt hij zich voornamelijk met insecten en andere ongewervelden, in de winter vooral met plantaardig voedsel, zoals zaden van naaldbomen.
18. Halsbandparkiet (9.731)
De halsbandparkiet (Psittacula krameri) is een papegaaiachtige uit tropisch Afrika en Zuid-Azië, die ooit naar Europa is gehaald als volièrevogel. In de loop der jaren is een aantal van deze vogels ontsnapt of vrijgelaten.
Zij bleken goed te aarden in West-Europa, konden zich vermenigvuldigen tot vele tienduizenden exemplaren en hebben zich ondertussen als exoot gevestigd.
17. Kokmeeuw (9.784)
De snavel en poten van de kokmeeuw zijn diep donkerrood, kop en keel zijn donker chocoladebruin, vandaar soms ook de naam “kapmeeuw”.
Ze hebben een smalle, witte oogring. Vanaf de hals verandert de kleur in wit. Die kleur loopt door in de onderdelen en de staart. Mantel en vleugeldekveren zijn zilvergrijs. Zijn slagpennen zijn ook wit, met een zwarte punt.
In de winter is de onderkant van de vleugel donkerder. Voor de rest is deze meeuw geheel wit. In de winter wordt zelfs zijn kop wit, op een paar donkere plekjes in de oorstreek en voor het oog na.
16. Gaai (10.335)
De gaai is 32 tot 35 cm lang. De nominaatvorm van de vogel, die onder andere in de Benelux voorkomt, is overwegend grijsbruin met een roze tint. De keel, onderbuik, anaalstreek, de stuit en een gedeelte van de handpennen zijn wit.
Kenmerkend zijn een brede zwarte snorstreep en een blauw vleugelveld dat bestaat uit lichtblauwe veertjes met daarin een fijne, zwarte bandering. De vogel kan bij opwinding de kruinveren opzetten, deze zijn afwisselend licht van kleur met zwart
15. Groenling (11.231)
Een groenling is ongeveer 15 centimeter lang. Het mannetje is olijfgroen van kleur, vooral op de stuit. De rug heeft een bruine tint en de onderzijde is meer geelachtig.
De randen van de vleugel en de meeste staartpennen zijn aan de basis helder geel. De dikke snavel is bijna wit en de poten zijn vleeskleurig. Het wijfje is minder intens van kleur, zij is meer grijsgroen en haar geel in de veren is veel valer.
14. Stadsduif (11.747)
De stadsduif (Columba livia domestica) is een afstammeling van de gedomesticeerde rotsduif, waarna deze huisduif later weer verwilderd is.
De stadsduif is, net als de soepeend, de soepgans, de huismuis en de bruine rat, een cultuurvolger met een kosmopolitische verspreiding.
Omdat de stadsduif regelmatig overlast veroorzaakt wordt ze door sommigen als ongedierte gezien en heeft ze de naam gevleugelde rat of vliegende rat gekregen.
13. Zwarte kraai (21.700)
Een volwassen zwarte kraai is 48 tot 53 centimeter lang en weegt 396 tot 602 gram.[3] Kraaien zijn groter dan kauwen en kleiner dan raven.
Ze zijn helemaal zwart, vaak met een wat groenige glans over de veren. Soms heeft een zwarte kraai enige witte veren, als gevolg van verkeerde voeding, een slechte conditie of een erfelijke afwijking.
Van de ongeveer even grote roeken zijn kraaien op verschillende manieren te onderscheiden. Zo heeft een roek een kaal stuk huid aan de basis van de snavel, waardoor deze snavel langer lijkt.
De snavel van de roek is bovendien lichter van kleur dan de gitzwarte kraaiensnavel. Verder heeft een roek anders dan een kraai, een ‘broek’, oftewel veren op zijn dijen.
12. Heggenmus (23.607)
Heggenmussen worden 14 centimeter groot, ongeveer even groot als de huismus, maar onderscheiden zich doordat de rugstrepen doorlopen tot op de kop terwijl de huismus daar grijs is.
Deze vogel heeft duidelijke, donkerbruine strepen op de zijkant, lichtkleurige poten en een spitse snavel. Heggenmussen worden zelden of nooit in groepjes gezien.
Het mannetje en het vrouwtje hebben hetzelfde verenkleed. Hij heeft een helder, metalig geluid, en zingt al vroeg in het voorjaar, vanaf februari.
Minder vaak te horen in de zomer. Heeft zogenaamde ‘liefdes-fluisterzang’ in aanwezigheid van vrouwtje, maar laat ook een soortgelijke gedempte zang in het najaar horen. De fluisterzang is ook bekend bij de merel.
11. Spreeuw (32.093)
De spreeuw (Sturnus vulgaris) is een vogel uit de familie van de spreeuwachtigen (Sturnidae) uit de orde zangvogels (Passeriformes).
Hoewel hij het hele jaar door te zien is, is het een trekvogel. De spreeuwen die wij hier ’s zomers zien, zitten ’s winters zuidelijker en onze winterspreeuwen bevinden zich ’s zomers noordelijker.
Top 10 – 25 Meest voorkomende vogel in Nederland 2021
10. Houtduif (39.868)
Deze outduiven hebben een grijspaarse kop, grijze bovendelen en grijsroze borst. Ze hebben zwarte armpennen en een brede zwarte eindband op de staart.
Deze vogels hebben een witte vlek in de nek en een witte band op de vleugels, die goed zichtbaar zijn tijdens de vlucht, waardoor de soort op grotere afstand ook makkelijk te onderscheiden is van de stadsduif en holenduif.
Ze hebben een korte, gele snavel met een rode basis en korte roze poten. Het verenkleed bij beide geslachten is gelijk.
Hoewel houtduiven kunnen overkomen als dommige en sullige vogels zijn ze op hun foerageer- en nestplaats tamelijk agressief. Ze kunnen met hun vleugels rake klappen uitdelen aan soortgenoten, maar ook aan bijvoorbeeld eksters.
Er vallen tijdens deze schermutselingen echter nooit doden. De lichaamslengte bedraagt 41 tot 45 cm, het gewicht 275 tot 700 gram en de spanwijdte 68 tot 77 cm.
9. Roodborst (41.701)
De roodborst of het roodborstje (Erithacus rubecula) is een zangvogel uit de familie Muscicapidae (vliegenvangers). Hij waagt zich dicht bij huizen, vooral ’s winters. Verder is het een zeer talrijke broedvogel van grote tuinen, parken en bossen.
Het is een vrij gedrongen vogeltje en zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een opvallende bruinrode tot oranje keel. De staart is roodbruin, de rug bruin en de buik lichtgekleurd.
De zang is het hele jaar te horen. Hij begint ’s ochtends te zingen als het nog donker is. Bij gevaar stoot hij de kreet ’tsik’ uit.
Een bijzonderheid van de roodborst is dat ook de vrouwtjes zingen, vooral in de herfst. Jonge vogels hebben een gespikkelde kop en borst. Het vogeltje is 14 cm lang.
8. Ekster (41.777)
Met zijn opvallende zwart-witte verenkleed is de ekster een van de gemakkelijkst te herkennen vogels.
De vogel bouwt zijn grote nest meestal in een boom, maar er zijn ook nesten gevonden in struikgewas, op steigers, elektriciteitsmasten en zelfs op vensterbanken. Zijn kostje scharrelt hij op de grond bij elkaar en bestaat voornamelijk uit insecten en aas.
’s Winters eet hij ook wel zaad (van de voertafel) en andere plantaardige bestanddelen. In het voorjaar, als hij jongen heeft, wil hij ook wel eieren en jongen van andere vogels aan zijn eigen jongen voeren, maar uit wetenschappelijk onderzoek is inmiddels wel gebleken dat de zangvogelpopulaties hieronder niet te lijden hebben.
Zie hier de dieren het beste bestand zijn tegen klimaatverandering?.
7. Turkse tortel (42.843)
De Turkse tortel heeft een licht beigegrijs verenkleed, met een zwart-witte nekband en een contrasterende zwarte iris. De snavel is relatief kort en de poten leverkleurig. In de vlucht vallen de lichte vleugelpartijen en buitenste staartpennen op.
De staart is van onderen voor de helft wit. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 31 tot 34 cm en het gewicht 150 tot 250 gram. Ze kunnen ongeveer 15 jaar oud worden.
6. Kauw (60.173)
De kauw (Coloeus monedula, synoniem: Corvus monedula) is een zangvogel uit de familie van de kraaien. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Corvus monedula in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Het is met een lengte van 34 tot 39 cm een van de kleinste leden van de familie.
Zie hier de Top 10 zwaarste vogels ter wereld die kunnen vliegen.
Top 5 – 25 Meest voorkomende vogel in Nederland 2021
5. Vink (62.772)
De vink (Fringilla coelebs), ook wel boekvink, bokvink, botvink of charlotte genoemd, is een zangvogel. In de lage landen is hij de bekendste en meest frequent voorkomende vinkachtige. Zijn zang, waarvan de laatste tonen de ‘vinkenslag’ wordt genoemd, kent vele dialecten.
4. Merel (74.291)
De merel (Turdus merula) is een middelgrote zangvogel uit de familie lijsters (Turdidae). Het is een inheemse broedvogel in Europa, Azië en Noord-Afrika en een algemeen voorkomende standvogel in de meer gematigde delen van zijn verspreidingsgebied.
De merel is geïntroduceerd in delen van Noord- en Zuid-Amerika, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. In het totale leefgebied van de merel worden een aantal ondersoorten onderscheiden, al worden enkele Aziatische ondersoorten soms beschouwd als volle soorten.
Zie hier de dieren het beste bestand zijn tegen klimaatverandering?.
Top 3 – 25 Meest voorkomende vogel in Nederland 2021
Zie hier de dieren het beste bestand zijn tegen klimaatverandering?.
3. Pimpelmees (81.860)
De pimpelmees (Cyanistes caeruleus, vroeger Parus caeruleus) is een mees die in vrijwel heel Europa regelmatig voorkomt. Pimpelmezen zijn veel te zien in bossen, tuinen en struwelen.
Het zijn slimme, behendige vogels die graag afkomen op in de tuin opgehangen voedsel. In België en Nederland is de pimpelmees een talrijke broedvogel, die bovendien voor het merendeel standvogel is, maar in sommige jaren in wisselend aantal doortrekt.
2. Koolmees (122.652)
De koolmees (Parus major) is een zangvogel uit de familie van echte mezen (Paridae). In België en Nederland is hij een zeer talrijke broedvogel, die bovendien voor het merendeel standvogel is, maar in sommige jaren in wisselend aantal doortrekt.
Volwassen koolmezen zijn circa 14 centimeter groot, hebben een spanwijdte van 22,5 tot 25,5 centimeter en een gewicht van gemiddeld 17 gram. De koolmees heeft een zwarte kruin, witte wangvlekken, een gele borst en daarop overlangs een zwarte band.
1. Huismus (182.229)
De huismus (Passer domesticus) is een kleine zangvogel die samen met ongeveer dertig andere mussensoorten, waaronder de ringmus, behoort tot het geslacht Passer.
De huismus eet voornamelijk zaden en insecten. De zang van het vogeltje beperkt zich doorgaans tot getjilp. De huismus beweegt zich vliegend of hippend voort. De mus is een standvogel: hij blijft doorgaans rond dezelfde plek wonen. Het mannetje is duidelijk te onderscheiden van het vrouwtje, omdat de eerste zwarter en bruiner getekend is.