Annunaki stichters van Atlantis
Volgens de legenden zijn de Annunaki een volk dat op de planeet Sirius leeft. Zij zijn veel verder ontwikkeld dan de mensheid. Ze kwamen met ruimteschepen, UFO’s, van de planeet Sirius, naar moeder aarde om goud te zoeken. Annunaki vermengden hun dna met dat van onze aapachtige voorouders. Ze zijn dus onze scheppers. De Nederlandse avonturiers Robin Goldstein schreef er in 2009 het boek Heimwee naar de Sterren over. Voor ons interessant genoeg om er een extra pagina aan te wijden.
Annunaki stichters van Atlantis
Omdat zij zo veel meer ontwikkeld waren en in de ogen van de mensen op aarde tovenarij beoefenden zoals ‘vliegen’, werden ze direct als goden gezien en vereerd. Deze legende die stamt uit de Mesopotamische tijd, zo’n 7000 jaar geleden. De Sumeriërs, een gebied dat nu in Zuid-Oost Irak ligt, geloofden in Anunnaki.
Sirius
Volgens Robin Goldstein stichtten de Annunaki de beschaving Atlantis. Deze beschaving was verder gevorderd dan de onze. Een atoomoorlog, een straf van de ‘Goden’, maakte een einde aan dat feest. De overlevenden (wij) verschuilden zich jarenlang in grotten tegen de straling. Het atoomgeweld is verantwoordelijk geweest voor het uiteendrijven van de continenten. Dat verklaart ook waarom overal ter wereld varianten op dezelfde oertaal wordt gesproken, afbeeldingen van vliegende schotels worden gevonden en teksten met hetzelfde verhaal. De Annunaki van Sirius straften de mens voor zijn zedeloos gedrag. Het scheppingsverhaal in het Oude Testament is overgenomen van Soemeriërs, die het weer overnamen van de Atlantianen die zich eeuwenlang in grotten schuilhielden. Hun goden en stichters waren bewoners van de planeet Sirius.
De Duitse archeoloog Klaus Schmidt stelt in 2006 in zijn boek “Sie bauten den ersten Tempel, Das rätselhafte Heiligtum der Steinzeitjäger” het vermoeden ter discussie, dat de naamloze goden van de Anuannaraad de herinnering aan de goden weerspiegelen, die de jagers uit de Steentijd in de oudste stenen tempel ter wereld op de Gabekli Tepe tussen ca.10.000 v.Chr. en 8000 v.Chr. vereerden. De grote aanleg met tonnen wegende deels met reliëfs versierde en als goden geïnterpreteerde pijlers werd aan het einde van zijn gebruikstijd tegen een enorme kostprijs onder duizenden tonnen aarde en steengruis begraven.
De uit Klein-Azië stammende Etrusken kenden als opperste instantie een raad van verborgen goden, wier namen onbekend en wier macht onbegrensd was. Alle andere zowel noembare afgebeelde goden zijn voor deze raad slechts plaatsvervangers.
Op Wikipedia vonden wij nog het volgende:
De Anunnaki of Anunnaku vormen in de Mesopotamische mythologie een groep godheden die verwant zijn en soms overlappen met de Anunna (de ‘Vijftig Grote Goden) en de Igigi (de mindere goden). De schrijfwijze varieert “da-nuna”, “da-nuna-ke4-ne”, of “da-nun-na”, met een betekenis van iets als “die van koninklijken bloede”.
Hoofd van de Anunnaki raad was de Grote Anu, de god van het firmament. De andere leden werden als zijn nakomelingen beschouwd. Zijn troon werd geërfd door Enlil, wat tot een dispuut tussen hem en zijn broer Enki leidde. Enki was de alchemist en hij zou de mensheid hebben gecreëerd.
De Anunnaki vormden de Hoge Raad van de Goden als Anu’s metgezellen. Ze hadden sleutelposities verspreid over de wereld en de onderwereld. Meest bekend onder hen waren Asaru, Asarualim, Asarualimnunna, Asaruludu, En-Ki (Ea voor de Akkadiërs), Namru, Namtillaku en Tutu.
Antiek Sumerisch zegel met de Annunaki
Er zijn heel wat schrijfwijzen mogelijk: Annunaki, Annunnaki, Anunaki, Anunaku, Anunnaku, Anuna, Anunnaka. In de Akkadische religie worden de Anunna als Anunnaki opgenomen. Hier vormen ze de onderaardse goden, die tegenover de Igigi, de hemelse goden, worden gesteld. Mythengeschiedkundig vertegenwoordigt het geloof in de Anunnaki een zeer oude fase van godsverering. Zo waren de Sumeriërs de mening toegedaan dat akkerbouw, veeteelt en weefkunst van de heilige berg Du-Ku tot de mensen was gekomen. Daar leefden namelijk de Anunna goden, aanvankelijk goden uit een zeer oude tijd, zonder individuele namen.