Chung Mon
(Po On, 7 / 10 september 1918 – Amsterdam, 3 maart 1975)
Bijnamen: Godfather van Amsterdam / Europa, Tay Lo (Grote baas), Mister Big, Eenhoorn van 14K en Fokkie Lang (Chinees voor “van niemand bang”)
Mon is een Nederlandse zakenman en misdadiger van Chinese afkomst. Hij maakt deel uit van de triade 14K en leidt in de jaren ’60 en ’70 vanuit Amsterdam de Chinese heroïnehandel. Hij wordt gezien als de man die Europa de heroïne bracht en de bijbehorende verslaafden en criminaliteit.
100 grootste criminelen van Nederland (inmiddels meer…)
De Nederlands misdaadencyclopedie
Alle Liquidaties in Nederland
Boeken over Nederlandse criminaliteit
Bijnamen van de verschillende criminelen uit binnen- en buitenland.
Zie hier ->>> Meer interessante artikelen over criminaliteit op deze website
De jonge Chung Mon
Chung is een Hakka, groep van de Han-Chinezen, die in 1918 wordt geboren in het Chinese Po On, een arrondissement dat het huidige Shenzhen en Hongkong omvat. Op 18-jarige leeftijd gaat hij als kok aan de slag op een vrachtschip dat naar Rotterdam vaart.
Na aankomst in Nederland deserteert Mon en verdwijnt in de kleine Chinese gemeenschap. Hij verblijft daar tijdens de bezetting van Nederland door Duitse troepen tijdens WO II. In die tijd draaide het allemaal om overleven en Mon zou de rol hebben gespeeld als informant voor de Duitse Gestapo. Om de Nederlandse identiteit te verkrijgen, trouwt hij met de Nederlandse Ann Hess, met wie hij een dochter krijgt.
Na de Tweede Wereldoorlog groeit Chung door het uitbaten van een restaurant, een casino en een reisagentschap in Amsterdam uit tot een succesvol zakenman. Daarnaast komt hij ook aan het hoofd te staan van de triade 14K, een misdaadorganisatie uit Hongkong die zijn lucratieve drugshandel naar Europa wil uitbreiden.
Al voor de oorlog is de 14K-triade actief in Amsterdam. Zij runnen er twee illegale speelhuizen en een prostitutiecircuit. Na de oorlog, in de jaren vijftig, komen deze zaken in handen van Chung Mon.
Chung Mon en heroïne in Amsterdam
De intrede van heroïne gebeurt via de opiumkits, een door de gemeente gedoogde ruimte waar veelal oudere Chinezen opium gebruiken. De toenmalige wijkagent Joep hier over: ‘Zo’n opiumkit bevond zich vaak op de eerste verdieping, meestal een ruim appartement. Daar waren dan twee houten britsen en daar lagen dan oude Chinezen op. Die hadden dan een pijp met een spiritusbrander met daarop een bolletje opium.
Als ze daar een paar halen van namen waren ze binnen de kortste keren in een andere wereld.’ Omdat er nauwelijks toezicht was op wat daar gebeurde kon de heroïnehandel zich snel ontwikkelen. (Bron: Andere Tijden, Bureau Warmoesstraat deel 1)
Chung, die regelmatig geld schenkt aan goede doelen, staat bekend als een gerespecteerd zakenman. Hij wordt door zowel de Nederlandse als Taiwanese overheid gedecoreerd. Daarnaast controleert hij vanuit Amsterdam, en meer specifiek de Zeedijk, de Chinese handel in heroïne.
Godfather van Amsterdam en Europa: Chung Mon
Chung Mon is eigenaar van gokhuis Wah Kiauw. In 1969 beslist de 14K in Hong Kong dat Chung Mon haar belangrijkste dealer voor heroïne in Europa zal worden. Tegen het einde van de jaren zestig heeft Mon de leiding over de Triad-operaties in Europa. Zozeer zelfs dat hij naar verluidt 5 procent korting kreeg op elke Triad-drugsdeal. Zijn connectie loopt helemaal tot aan de Taiwanese regering.
Het levert hem bijnamen op als de ‘Godfather van Amsterdam / Europa’, ‘Mister Big’, ‘Eenhoorn van 14K’ en ‘Fokkie Lang’ (Chinees voor ‘van niemand bang’). Via de haven van Rotterdam exporteert hij heroïne naar Frankrijk, Engeland, Spanje en Italië. Hij heeft een goede relatie met de Amsterdamse politie omdat hij hen goede informatie zou geven over andere drugsdealers.
Chung is zo succesvol dat hij zijn imperium in 1973 uitbreidt naar de Verenigde Staten en in het vizier komt van de Drug Enforcement Administration (DEA). In Nederland geniet hij bescherming van Gerard Toorenaar, chef van de Centrale Recherche in Amsterdam, die hij in ruil belangrijke informatie over andere drugsdealers bezorgt.
Jan Stapper, vechtsporter en Amsterdammer, werkt in die tijd onder meer als chauffeur voor de Chinezen. Stapper: ‘Ik stond bij de deur bij die gokhuizen en na mijn dienst werd me dan gevraagd of ik even naar Parijs wilde rijden om op vliegveld Charles de Gaulle iemand op te halen. En dan moest ik op de terugweg naar Nederland vooral niet via de douane maar door de velden heen rijden. Tsja, wat ze dan hadden meegenomen?’
Illegale Chinezen, gokhuizen en concurrentie
Joep de Groot ziet dat er in de Warmoesstraat en omgeving steeds meer Chinezen komen wonen. Volgens de schattingen zijn er misschien wel vijfduizend illegale Chinezen in de Amsterdam. ‘Gokhuizen, restaurants, overal zat de Chinees. Die verdienden geld met heroïnehandel en vergokten dat dan weer in de gokhuizen. Of zelfs hun hele restaurant.’ Jan Stapper kan dat beamen. ‘Vuilniszakken geld ging er in om. De tafels lagen bezaaid met geld. Honderdduizenden guldens! Waar dat geld vandaan kwam? Tsja…’ De Groot: ‘Je zag die lui binnen de kortste keren weer een nieuw restaurant beginnen, dan was er weer een handel binnengekomen en hadden ze weer geld.’ (Bron: Andere Tijden, Bureau Warmoesstraat deel 1)
Door zijn succes als heroïnedealer krijgt hij ook concurrentie te verduren van rivaliserende triades. Zo vestigt de triade Wo Shing Wo zich in Rotterdam en probeerde Wo Lee Kwan, in navolging van Chungs gokhuis Wah Kiauw, in Amsterdam ook een restaurant annex casino op te richten als dekmantel voor drugshandel. Ook in Antwerpen en in het Duitse Koblenz vestigen zich triades.
De strijd tussen de verschillende triades zorgt begin jaren ’70 in Nederland regelmatig voor schietpartijen en dodelijke slachtoffers. Als reactie dreigt Chung de invoer van heroïne uit Hongkong voortaan niet meer te delen met Wo Lee Kwan.
De moord op Chung Mon
Op 3 maart 1975 wordt Chung, als hij bij zijn gokhuis Si Hoi in op de Prins Hendrikkade tussen de Kromme Waal en de Geldersekade arriveert, doodgeschoten door drie onbekende Chinese mannen. De drie zijn gewapend en vuren tien kogels af op de Chinese peetvader. De heren zijn van Hongkong overgevlogen en vertrekken na de moord meteen terug naar hun thuisland.
Chung Mon ligt op de stoep met 6.000,- gulden aan contanten in zijn zak. Dit geld heeft hij eerder die ochtend meegenomen uit zijn flat in de Ilperveldstraat in Amsterdam-Noord. Het is betaaldag en in zijn panden op de Prins Hendrikkade werken veel landgenoten voor hem die betaald moeten krijgen. (Bron: Ons Amsterdam)
Men denkt dat de drie mannen zijn gestuurd door Ng Sik-ho, ook bekend als Limpy Ho, een grote Chiuchow /Teochew-drugsbaron in Hong Kong die een rivaal is van de 14K.
Chung Mon wordt beschouwd als de man die verantwoordelijk is voor het begin van de heroïneplaag die Europa sindsdien teistert. Hij is opgevolgd door Chan Yuen Muk, die precies één jaar na zijn dood, op 3 maart 1976, is vermoord.
Naschrift: ‘Na liquidatie schopte commissaris Toorenaar de hulzen de gracht in!’
Bron: Gerlof Leistra in Elseviers Weekblad
De Amsterdamse oud-commissaris Joop van Riessen onthult bijna een halve eeuw na dato dat Toorenaar zich in 1975 misdroeg na de liquidatie van de Chinese gokhuisbaas Chung Mon. Recherchechef Toorenaar arriveerde met een slok op en schopte de kogelhulzen rond het slachtoffer één voor één in het water van de Geldersekade. Bewijsmateriaal! Van Riessen leidde zijn baas weg en hield hem de hand boven het hoofd. ‘Maar eigenlijk had ik hem toen meteen moeten arresteren.’
‘Geen grond voor ontslag’
Een paar jaar later werd Toorenaar na een slepend corruptieonderzoek voor straf overgeplaatst. Voor ontslag was volgens minister Hans Wiegel van Binnenlandse Zaken geen grond. Als diens schokkende optreden na de moord op Chung Mon destijds bekend was geworden, had Toorenaar meteen zijn biezen kunnen pakken. Maar de man gold als onaantastbaar en kwam overal mee weg.