Criminele bendes in Nederland: vier voorbeelden
Deze onderstaande bendes maakten in hun tijd ‘naam’. Één kennen we vandaag de dag ook nog: de Hells Angels. Lees en zie meer over criminele bendes in Nederland…
Lees meer->>> over criminaliteit op deze website…
Criminele bendes in Nederland: vier voorbeelden
1. Bokkenrijders (1740 – 1798)
Bokkenrijders waren van oorsprong in het volksgeloof personen of geesten, die op bokken door de lucht reden. In de 18e eeuw was dit werd dit de naam van een bende dieven, afpersers en plegers van gewelddadige berovingen in de Landen van Overmaas en het voormalige graafschap Loon.
De bokkenrijdersbendes waren met onderbrekingen actief in de periode tussen 1740 en 1798 in het tegenwoordige Nederlands Zuid-Limburg, delen van Belgisch-Limburg en de Kempen, de Belgische Voerstreek, het Land van Herve, de streek rond Luik en enkele gebieden vlak over de Duitse grens nabij Herzogenrath.
De strooptochten en afpersersingen waren over het algemeen gericht tegen boerderijen en pastorieën op het platteland. Later kregen de bokkenrijders bij sommigen een Robin Hood-achtige status.
Tegenwoordig denkt men dat er sprake was van diverse criminele bendes en individuen, die geen connecties met elkaar hadden. Ook acht men een groot deel van de 1.200 beschuldigden en zeker 500 veroordeelden onschuldig, omdat de meeste bekentenissen werden afgedwongen door middel van martelingen.
Bekende veroordeelde bokkenrijders:
- Gabriël Brühl, executie door ophanging op 10 september 1743
- Geerling Daniels, overleden aan de gevolgen van twee zelf aangebrachte steekwonden op 28 januari 1751
- Joseph Kirchhoffs, executie door ophanging op 11 mei 1772
- Joannes Arnold van de Wal (“Nolleke van Geleen”), executie door ophanging op 21 september 1789
“Een gewapende groep van acht tot tien mannen overmeesterde ’s nachts de bewoners van een afgelegen boerderij of een pastorie, ging over tot gruwelijke bedreigingen en soms martelingen (…) Een roofoverval in groepsverband leverde het meeste buit op: geld, kostbaarheden en kleding die in pakken werden gebonden en meegenomen. De samenleving, en vooral de boerengemeenschappen, stonden vrijwel machteloos tegen dit soort criminaliteit. De verontwaardiging en ‘maatschappelijke onrust’, zoals dat in de huidige strafrechtdebatten heet, was zeer groot. De druk op justitie om krachtig en ‘keihard’ op te treden, overeenkomstig hoog (…) Wanneer de bewoners zich verdedigden, kon het tot moord komen. In 1737 was in Walhorn een brutale roofmoord op de pastoor gebeurd. De daders waren opgepakt.” (104-105)
François van Gehuchten: Bokkenrijders. De schande van Limburg, deel I
2. Bende van Oss (1888 – 1934)
Met de Bende van Oss wordt gerefereerd aan een roerige periode, waarbij criminelen uit Oss, tussen 1888 tot aan 1934 voor veel zware misdaden zorgden. Hieronder vielen 29 moorden, tientallen roofovervallen en inbraken en enkele honderden brandstichtingen op bestelling. Middelpunt van deze criminaliteit waren de families Van Berkom, De Bie en Hendriks (alias ‘de Soep’). Tot de belangrijke betrokkenen behoorde Abraham Snabel, ook bekend als ‘Gerardus Gannef’, verzekeringsinspecteur en aanstichter van roofovervallen gepleegd door de bende.[1] Bij het oprollen van de bende in 1934 werden ruim 160 mensen gearresteerd. Koningin Wilhelmina kwam voor deze actie persoonlijk de Koninklijke Marechaussee onderscheiden. Minister Carel Goseling (kabinet-Colijn IV) kwam in 1939 in opspraak door zijn optreden in de affaire-Oss.
Enkele moorden toegeschreven aan de Bende van Oss zijn onder andere:
- 26 maart 1893: Moord op wachtmeester van de marechaussee Geerard Hoekman.
- 27 december 1917: Moord op Marinus van Hees.
- 2 september 1925: Moord op mevrouw van Nijs.
- 5 december 1925: Moord op Jan Hartogs (Jantje van Mas).
- 21 juni 1923: Moord op weduwe Haakmans te Hoensbroek.
- 10 augustus 1926: Doodslag op mevrouw van Zantvoort en haar drie kinderen
- 11 december 1929: Moord op Gerardus van Galen.
- 9 november 1932: Moord op Johannes (Jan) Marinus Cornelus van der Pas.
- 9 augustus 1933: Moord op Gerrit de Bie.
- 15 of 16 mei 1934: Moord op Antonius Verhoeven.
3. Bende van Venlo (1993 – 1994)
Met de bende van Venlo wordt een geruchtmakende groep plegers van geweldsmisdrijven uit Venlo in Nederlands Limburg aangeduid. De groep van veelal jonge bendeleden trok tussen carnaval 1993 en 1994 een spoor van dood en verderf door de Noord-Limburgse grensstreek.
Wat de achtergrond van de daders was en hoe omvangrijk hun misdaden waren, kwam tijdens de verhoren druppelsgewijs aan het licht. De verdachten hadden zich volgens de rechtbank in Roermond schuldig gemaakt aan meer dan 250 geweldsdelicten, waaronder talloze moorden met geld als enige motief. Er konden zeven moorden, gepleegd in koelen bloede, bewezen worden. Het exacte aantal moorden is echter nooit vast komen te staan. Wat wel vaststaat is dat er in totaal drie stoffelijke overschotten zijn gevonden die direct toe te schrijven zijn aan de bende van Venlo. De overige vier (of meer) lijken zijn nooit gevonden.
De daders varieerden in leeftijd van 14 tot 56 jaar. Als hoofddaders werden geïdentificeerd Frenkie Peeters en diens vriend Sanny Peters. Eerstgenoemde was de leider van de bende. In 1997 werden achttien mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen tussen de tien jaar en levenslang. Peeters werd tot levenslang veroordeeld voor moord op het bejaarde echtpaar Van Rijn, een man uit Reuver en drie mensen van Turkse afkomst.
Op 10 juni 2003 wees de Hoge Raad der Nederlanden in cassatie een arrest waarbij het verzoek van een Turks lid van de bende tot herziening van diens veroordeling tot levenslange gevangenisstraf werd verworpen.
De groep criminelen kreeg de bijnaam de bende van Venlo, een naam die niet meer weg te denken is uit de Nederlandse criminele geschiedenis. De film Van God Los van Pieter Kuijpers is lichtjes gebaseerd op de geweldsdelicten van deze bende.
4. Hells Angels (1968 – …)
De Nederlandse afdeling heet Hells Angels Holland. De Amsterdamse chapter wordt vaak door justitie en politie de motherchapter van Europa genoemd. Ook wordt deze de invloedrijkste chapter van Nederland genoemd.
Hells Angels Holland begon in Amsterdam-Oost als de brommerclub Kreidler Ploeg Oost rond Willem van Boxtel. Eind jaren zestig namen ze de naam Hells Angels aan, zonder toestemming van de hoofd-chapter in San Bernardino. In 1973 werden 12 leden gearresteerd wegens geweldpleging, onder wie Van Boxtel. Een jaar later, in 1974, besloot de Amsterdamse gemeenteraad de bouw van een clubhuis aan de H.J.E. Wenckebachweg te financieren, in de hoop dat er dan een eind zou komen aan het geweld van de groep. In mei 1978 volgde een politie-inval in clubhuis Angel Place.
Lees hier->>> meer over de Hells Angels en andere motorclubs op deze website…