Dunning-Krugereffect, incompetentie en zelfoverschatting

0
Dunnig-Kruger Effect
Dunnig-Kruger Effect

Dunning-Krugereffect

Bron: Wikipedia

We zien een toename van deskundologen in de discussies over diverse onderwerpen in Nederland en elders. Lees bijvoorbeeld in HP / De Tijd: Waarom tv-programma’s al die nep-experts blijven uitnodigen. Socrates zag ruim 2000 jaar geleden al het probleem van demagogen en democratie (1).

Naast de nep-experts en demagogen hebben ook lager opgeleiden nogal de neiging om eigen kunnen te overschatten. Dit laatste zien we regelmatig plaatsvinden in de bijdragen van de zgn. reaguurders. Dit noemen we het Dunning-Krugereffect. Lees meer…


Lees hier ->>> meer interessante en aardige artikelen over intelligentie op deze website…


Dunnig-Kruger Effect
Dunnig-Kruger Effect

Incompetentie en zelfoverschatting

We spreken van het Dunning-Krugereffect als incompetente mensen door hun incompetentie het metacognitieve vermogen missen om in te zien dat hun keuzes en conclusies verkeerd zijn. Metacognitie gaat over gedachten over gedachten, over iemands kennis van zijn eigen kennis en over reflecteren op het handelen.

De oorzaak Dunning-Krugereffect  komt omdat incompetente mensen het eigen kunnen overschatten en zich daardoor bovengemiddeld competent wanen.

Competentie en onderschatting

De mensen die juist zeer competent zijn, hebben de neiging hun eigen kunnen te onderschatten. Een  verklaring hiervoor kan zijn het gebrek aan intellectueel zelfvertrouwen waar sommige competente mensen mee kampen. Deze competente mensen gaan ervan uit dat anderen net zo capabel zijn als zijzelf.


Het verschijnsel is waargenomen door een aantal van filosofen zoals Brit Bertrand Russell, die er het volgende over opmerkte:

In de wereld van vandaag lopen de domkoppen over van zelfverzekerdheid, terwijl de slimmeriken een en al twijfel zijn.


Zie hier de top 25 jongste schaakgrootmeesters aller tijden.


De overschatting van incompetente mensen en de onderschatting van de competente mensen werd voor het eerst onderzocht met een reeks experimenten onder leiding van de psycholoog David Dunning en Justin Kruger. Zij publiceerden hun bevindingen in 1999 in het Journal of Personality and Social Psychology.


Not only do these people reach erroneous conclusions and make unfortunate choices, but their incompetence robs them of the metacognitive ability to realize it.

J. Kruger en D. Dunning: Unskilled and unaware of it: how difficulties in recognizing one’s own incompetence lead to inflated self-assessments, Journal of Personality and Social Psychology, december 1999.


De uitkomsten van een aantal eerdere studies wekten volgens Kruger en Dunning de indruk dat bij diverse competenties, variërend van begrijpend lezen en het besturen van een motorvoertuig tot schaken en tennissen, in de woorden van Darwin, ‘onwetendheid, vaker dan kennis, tot zelfvertrouwen leidt’. Met betrekking tot een gegeven vaardigheid stelden zij als hypothese dat incompetente individuen:

  • de mate waarin zijzelf over die vaardigheid beschikken overschatten;
  • die vaardigheid niet in anderen herkennen;
  • geen besef hebben van de ernstige mate waarin zij tekortschieten;
  • na grondig te zijn getraind in die vaardigheid wel inzien dat ze vóór die training tekortschoten.

Kruger en Dunning hebben de bovenstaande hypothesen getoetst bij eerstejaars studenten van de Cornell Universiteit die zich voor verscheidene psychologievakken hadden ingeschreven. Gedurende een reeks tests onderzochten ze hoe de deelnemers hun eigen competenties waardeerden op het vlak van logisch redeneren, grammatica en humor.

Na het uitvoeren van testjes op deze vlakken, en confrontatie met de uitslagen van deze tests, werd de deelnemers opnieuw gevraagd de eigen vaardigheden te evalueren.

Hieruit kwam naar voren dat de competente groep zich hierbij correct inschaalde, terwijl de leden van de incompetente groep nog steeds hun eigen kunnen te hoog inschaalden. Dunning en Kruger concludeerden:



Over vier experimenten ondervonden de onderzoekers dat deelnemers met een score in het laagste kwartiel in tests van humor, grammatica en logica hun eigen kunnen alsmede de uitkomsten zwaar overschatten. Waar de tests aangaven dat zij in het 12de percentiel zaten, schatten deze zichzelf in als in het 62ste.

Dunning heeft het effect later vergeleken met anosognosie, een aandoening waarbij iemand met een lichamelijke handicap zich hiervan onbewust lijkt te zijn of zijn handicap ontkent, ook in het geval van zware handicaps zoals blindheid of verlamming.

Ondertussen hadden deelnemers die daadwerkelijk capaciteiten in huis hadden de neiging hun eigen kunnen te laag te waarderen. Grosso modo dachten deelnemers die de opgedragen taken als makkelijk beschouwden, dat deze taken ook voor anderen eenvoudig zouden zijn.

Hoewel er enige twijfel rees over de juistheid van het onderzoek van Dunning vanwege mogelijke meetfouten, blijkt bij herhaling dat het Dunning-Krugereffect zeker bestaat. Lees: Onderzoek: het Dunning-Kruger effect bestaat echt.


(1) Waarom Socrates een hekel had aan democratie


Geef een reactie