Grootste rechtsgeleerden van Nederland – Een overzicht

0
Grootste rechtsgeleerden van Nederland

Grootste rechtsgeleerden van Nederland

Zie hier een voorlopig overzicht van de grootste rechtsgeleerden van Nederland. Het is werk in ontwikkeling en zal in de komende tijd verder worden uitgewerkt. Voor het doorgeven van namen mail even naar: informatie@dutchmultimedia.nl. Lees meer…


Lees hier ->>> meer over cultuur op deze website…


Grootste rechtsgeleerden van Nederland


Carel Asser

(Den Haag, 1 juni 1843 – Leiden, 10 december 1898)

Carel Asser
Carel Asser

Asser was een Joods-Nederlandse rechter te Den Haag en sinds 1892 hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden. Hij schreef artikelen voor tijdschriften, maakte een pre-advies voor de Nederlandsche Juristen Vereniging.

Asser bewerkte de tweede druk van Léons verzameling van De rechtspraak van de Hoge Raad op de artikelen van het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast schreef Asser, met medewerking van mr. Ph.W. van Heusde, een Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. Het denkbeeld bij dit boek was een voortzetting te geven van dat van Van Hall; Assers doel was om op systematische, oordeelkundige wijze, zonder nodeloze omhaal van woorden het Nederlands burgerlijk recht te verklaren. Dit boek wordt als Asser-serie in gewijzigde en sterk uitgebreide vorm nog steeds herdrukt.


Cornelis van Bynkershoek

(Middelburg, 29 mei 1673 – Den Haag, 16 april 1743)

Cornelis van Bynkershoek
Cornelis van Bynkershoek

Van Bynkershoek was een Nederlandse jurist en rechtsgeleerde. Met zijn werk ‘De dominio maris’ uit 1702 droeg hij bij aan de ontwikkeling van het internationaal recht. Met name zijn visie op de ontwikkeling van de Wetten van de Zee was belangrijk; kuststaten zouden recht hebben op aangrenzende wateren.

Hij beargumenteerde dat kuststaten recht hebben op de aangrenzende wateren. De grens van de territoriale wateren was 3 zeemijl uit de kust of de afstand die een kanon kon overbrengen.

Van Bijnkershoek hield verder Observationes Tumultuariae bij, een dagboek van de argumentatie in rechtszaken en de motivering van arresten door de Hoge Raad. Deze rechtshistorische bron is van groot belang voor de kennis van de rechtspraak van de Hoge Raad in de eerste helft van de achttiende eeuw. Ook publiceerde hij over de geschiedenis van het Romeinse recht.

Van 1704 tot 1724 was hij raadsheer en vervolgens president van de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland. In die tijd hield hij een dagboek bij van de argumentatie in rechtszaken en motivatie van vonnissen, wat van groot belang was voor de kennis van de rechtspraak van de Hoge Raad in de eerste helft van de achttiende eeuw.


Grootste rechtsgeleerden van Nederland


Hugo de Groot

(Delft, 10 april 1583 – Rostock, 28 augustus 1645)

Hugo de Groot
Hugo de Groot

De groot was een Nederlands rechtsgeleerde en schrijver. Hij is internationaal bekend als Hugo Grotius. Hij is één van de grootste juristen ooit. Zijn belangrijkste werken liggen dan ook op historisch en juridisch gebied.

Zijn bekendste bijdrage is ‘De iure belli ac pacis’ uit 1625. Dit gaat over het recht van oorlog en vrede. In dit boek wordt beschreven wanneer een staat of soeverein vorst het recht heeft om een andere staat of soeverein vorst aan te vallen, en op welke manier dat dient te gebeuren.

Hij is ook bekend vanwege zijn pleidooi voor de vrije toegang tot de zee (en de vrijhandel) het Mare Liberum (1609), eerst in 1864 teruggevonden en gepubliceerd. Hedendaagse rechtsgeschiedkundigen beschouwen hem als een van de grootste juristen ooit. Grotius heeft een immense invloed op het internationaal publiekrecht uitgeoefend, zijn ideeën met betrekking tot de zeevaart bijvoorbeeld domineren het grootste deel van het hedendaags zeerecht. Grotius kan ingedeeld worden in de school van de humanisten.

Bi Iudicia deficiunt incipit bellum
(Waar rechterlijke beslissingen tekort schieten, begint de oorlog)


Ulrik Huber

(Dokkum, 12 maart 1636 – Franeker, 8 november 1694)

Ulrik Huber
Ulrik Huber

Huber was een Nederlandse professor in de rechtsgeleerdheid en een politiek filosoof. Van 1679 tot 1682 was Ulrik Huber rechter aan het Hof van Friesland.

Hubers belangrijkste werk, De jure civitatis libri tres, is in 1672 gepubliceerd en is daarna een aantal keer herzien. Hij beschouwde het vrijwillig afstand doen van vrijheid en de geboorte van een kind van een vrouwelijke slaaf geoorloofde gronden voor slavernij. Dit gold ook voor krijgsgevangenen en hardnekkige criminelen.

Met zijn pamflet Spiegel van Doleancie en Reformatie, anoniem verschenen, sympathiseerde hij met de burgerbeweging tijdens het Rampjaar. Hij had een scherp oog voor de onbeschaamdheden van de oligarchie, de handel in ambten en de uitholling van de oude Friese democratie. De gemeente had, zo oordeelde hij, één ding niet begrepen: dat men niets mocht afdwingen dat strijdig was met het beschreven recht, als was het nòg zo goed en billijk.

Hij werd internationaal beroemd door zijn studies over het Romeins recht en leverde een belangrijke bijdragen aan het Rooms-Hollands recht.


Joan Melchior Kemper

(Amsterdam, 26 april 1776 – Leiden, 20 juli 1824)

Joan Melchior Kemper
Joan Melchior Kemper

Joan Melchior Kemper was een politicus en staatsrechtsgeleerde uit de periode van koning Willem I. Eerst was hij hoogleraar, later werd hij lid van de Tweede Kamer.

Na de Franse terugtrekking uit Nederland in 1813 was Kemper één van de leidende figuren bij de oprichting van het nieuwe Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Hij stelde verschillende proclamaties op, waaronder de proclamatie van de soevereiniteit van Willem I en hielp bij het schrijven van de grondwet. In 1817 werd hij gekozen in de Tweede Kamer en leidde de commissie die een Nederlands Burgerlijk Wetboek opstelde, dat echter in het parlement werd verworpen ten gunste van de gevestigde Napoleontische Code .


Simon van Leeuwen

(Leiden, 17 oktober 1626 – aldaar, 14 januari 1682)

Simon van Leeuwen
Simon van Leeuwen

Van Leeuwen was een rechtsgeleerde. Na een carrière als advocaat werd hij in 1681 benoemd bij de Hoge Raad. Zijn boeken waren erg belangrijk en werden daarom veel vertaald.

Van Leeuwens voor Nederland belangrijkste werk, Rooms-Hollands-Regt, waar in de Roomse wetten, met het huydendaagse Neerlands regt, in alles dat tot de dagelijkse onderhouding kan dienen, met een bysondre kortheit, so wel in de vaste Regts-stoffen, als in de manier van Regts-vordering over een gebragt werden, verschijnt voor het eerst in 1664.

Het eerste boek behandelt de algemene rechtsleer, het staatsrecht en het personenrecht. Boek twee beschrijft het eigendomsrecht, waaronder ook het leenrecht. Het derde boek is gewijd aan het erfrecht. In het vierde boek wordt het verbintenissenrecht beschreven, waaronder ook de ‘verbintenis tot misdaad’ en de straffen die daaruit voortvloeien. Het vijfde en laatste boek beschrijft het Rooms-Hollandse procesrecht.

Van Leeuwen wordt in Zuid-Afrika met zijn Paratitla en Rooms-Hollandse-Regt tot de ‘ou Skrywers’ of ‘old authorities’ gerekend.


Eduard Maurits Meijers

(Den Helder, 10 januari 1880 – Leiden, 25 juni 1954)

Eduard Maurits Meijers
Eduard Maurits Meijers

Meijers was rechtsgeleerde en grondlegger van het huidige (nieuwe) Burgerlijk Wetboek. Bij koninklijk besluit van 25 april 1947 werd aan Meijers de opdracht gegeven een nieuw Burgerlijk Wetboek te ontwerpen, ter vervanging van het toen geldende wetboek, dat uit 1838 stamde. In 1954 diende Meijers het ontwerp in voor de eerste vier boeken, vergezeld van een uitgebreide toelichting.

Dat zijn interesses en kunnen verder reikten dan alleen het recht, blijkt onder meer uit zijn proefschrift, waarin hij het utilisme tegenover het rationalisme van Kant verdedigt en stelt dat het algemeen welzijn als einddoel van elke rechtsinstelling moet gelden.


Grootste rechtsgeleerden van Nederland


Bert Röling

Bernard Victor Aloysius
(‘s-Hertogenbosch, 26 december 1906 – Groningen, 16 maart 1985)

Bert Röling
Bert Röling

Röling was rechtsgeleerde en grondlegger van de Nederlandse polemologie. Hij promoveerde in 1933 in Utrecht op wetgeving tegen de zoogenaamde beroeps- en gewoontemisdadigers. Nog in hetzelfde jaar werd hij privaatdocent in Utrecht, waar hij het Criminologisch Instituut opzette en in 1946 werd aangesteld als bijzonder hoogleraar.

Hij werd hij benoemd in het Internationale Militair Tribunaal in Tokyo. In het Tribunaal speelde hij een opvallende rol. In een ‘dissenting opinion’ kwam hij tot een oordeel dat in belangrijke opzichten afweek van het meerderheidsvonnis, vooral omdat hij de doeleinden van de Japanse politiek – het verwerven van een overheersende positie in Azië en het uitschakelen van de Europese mogendheden – op zichzelf niet strafbaar achtte.


Paul Scholten

Paulus Scholten
(Amsterdam, 26 augustus 1875 – aan boord van m.s. Delftdijk, op weg naar Canada, 1 mei 1946)

Paul Scholten
Paul Scholten

Scholten was een prominent Amsterdams rechtsgeleerde, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was een autoriteit op het gebied van privaatrecht, en was betrokken bij de oprichting van de Rechtshogeschool in Batavia. Scholten was voorts zeer actief op onderwijskundig, godsdienstig en juridisch gebied, met grote culturele en sociale belangstelling.

In de oorlog protesteerde hij krachtig tegen de Jodenvervolging en schendingen van het recht. Hij leidde de Nationale Adviescommissie, die onder meer de leden van het nood-parlement benoemde.

In de visie van Scholten zoekt de rechter het recht, ook naast en achter de wet. Het rechterlijk oordeel is ten diepste moreel van aard en vindt via het geweten een laatste grond in levensovertuiging.


Gerard Wiarda

Gerardus Johannes Wiarda
(Amsterdam, 4 september 1906 – Den Haag, 12 juni 1988)

Gerard Wiarda (links) reikt televisieprijs uit aan Milo Anstadt (1960)
Gerard Wiarda (links) reikt televisieprijs uit aan Milo Anstadt (1960)

Wiarda was een en specialiseerde zich in het bestuursrecht. Zijn publicaties hadden een civielrechtelijke invalshoek en ze gingen over het snijvlak tussen het publiek- en privaatrecht. Ook trok hij vaak parallellen met het burgerlijk recht.

Zijn belangrijkste werk is het essay Drie Typen van Rechtsvinding uit 1962. Het behoorde tientallen jaren tot de standaardliteratuur van alle Nederlandse rechtenstudenten. Drie Typen van Rechtsvinding borduurt voort op een werk van zijn leermeester Scholten, namelijk Algemeen deel van de Asser-serie.

De denkwijze van Wiarda is naar eigen zeggen ook beïnvloed door Meijers wiens gedachtegoed hij heeft meegekregen via F.J. de Jong. Maar hij bleef toch bovenal een aanhanger van de opvattingen van zijn leermeester. In Drie Typen van Rechtsvinding baseert hij de drie typen op een vergelijking van Montesquieu.


Grootste rechtsgeleerden van Nederland