Lodewijk Pincoffs
(Rotterdam, 7 juni 1827 – New York, 28 september 1911)
Lodewijk Pincoffs was een Rotterdams zakenman en meesteroplichter die een belangrijke rol speelde in de totstandkoming van de Rotterdamse havens op het toenmalige eiland Feijenoord.
Zie hier ->>> 100 grootste criminelen van Nederland
Zie hier ->>> De Nederlands misdaadencyclopedie
Zie hier ->>> Alle Liquidaties in Nederland
Zie hier ->>> Boeken over Nederlandse criminaliteit
Zie hier ->>> Bijnamen van de verschillende criminelen uit binnen- en buitenland
Zie hier ->>> Meer interessante artikelen over criminaliteit op deze website
Pincoffs’jeugd
Lodewijk of Ludovicus zoals hij zichzelf graag noemt, Pincoffs wordt geboren als jongste zoon van Abraham Levie Pincoffs, handelaar in textiel en lotenverkoper, en Roosje Polak. In zijn jeugd zit Lodewijk op Rotterdamse privéscholen en gaat hij naar een handelsschool in Duitsland.
Na zijn schooltijd doet hij ervaring op in Engeland bij de fabriek in textielkleurstoffen van zijn broer Simon. Hierna wordt hij op 22-jarige leeftijd zelf als koopman actief. Samen met zijn zwager Henry Polak Kerdijk richt hij zich op handel in verfstoffen. Op 12 augustus 1851 trouwt hij in Amsterdam met Esther Raphaël, dochter van een Amsterdamse bankier. Het echtpaar krijgt drie zonen.
Pincoffs in de politiek
In 1856 wordt 28-jarige Pincoffs verkozen in de gemeenteraad van Rotterdam. Daar ontwikkelt hij zich tot een gezaghebbend raadslid naar wie geluisterd wordt. In 1858 wordt hij ook lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland en in 1872 is hij als eerste joodse Nederlander lid van de Eerste Kamer. Twee keer slaat hij het aanbod af om minister van Financiën te worden in de kabinetten-Fock (1868-1871) en -Kappeyne van de Coppello (1877-1879).
Pincoffs de Zakenman
Na acht jaar handel in verfstoffen schakelen Pincoffs en Kerdijk in 1857 over op de import en export met Afrika. Ze nemen daarvoor een firma van Leopold Samson over en sturen Henry Kerdijks broer Lodewijk uit als hun vertegenwoordiger ter plaatse. De firma Kerdijk & Pincoffs brengt zaken als katoen, kookgerief, messen, geweren, kruit en sterke drank uit Nederland en ruilt het voor Afrikaanse ivoor, palmolie en rubber.
Ze beheren tientallen factorijen in West-Afrika en op de oevers van de Congo. Kerdijk & Pincoffs splitsen hun West-Afrikaanse posten af en brengen de Congolese factorijen (1) onder in de Afrikaansche Handelsvereeniging (1868). Daar werken naast vrije arbeiders ook enige honderden slaven die door de Portugezen “coromanos” en door de Nederlanders “Kroo-mannen” worden genoemd.
(1) Een factorij was een nederzetting in een ander land die fungeerde als steunpunt voor overzeese handel. Zo’n factorij was in handen van een Europese compagnie, een bedrijf dat de nederzetting liet besturen door een uitgezonden opperhoofd, directeur, commandeur of gouverneur.
Alle op Azië en Amerika varende handelscompagnieën maakten gebruik van factorijen. Vaak bestond een factorij uit slechts een paar pakhuizen, woningen voor het personeel, een kerk en een hoofdkantoor, soms met een garnizoen en een versterking of fort om de handelspost tegen indringers of aanvallers te kunnen verdedigen.
Pincoffs is ook lid van de raden van commissarissen van onder meer de Holland-Amerika Lijn, de Rotterdamsche Bank, de Heineken-brouwerij te Rotterdam en de Nederlandsch-Indische Gas Maatschappij.
Soms, maar niet altijd, is dat een gevolg van financiële deelneming door de in 1872 door Pincoffs opgerichte Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) in die bedrijven. In het geval van de Rotterdamsche Bank wordt hij commissaris op verzoek en met steun van Marten Mees.
Pincoffs werkt bijvoorbeeld ook mee aan de oprichting van de Rotterdamsche Bank, de Holland-Amerikalijn, de Nederlandsch-Indische Gas Maatschappij, de vestiging van Heineken’s Bierbrouwerijen in Rotterdam en nog vele andere bedrijven.
Naast de wereld van het grote geld is Pincoffs ook actief voor diverse verenigingen en instellingen op charitatief gebied. Ook onderwijs kan op zijn grote belangstelling rekenen en zo richt hij de Rotterdamsche Ambachtsschool op. Ook is hij, uitermate eervol, voorzitter van de uitvoerende commissie ter viering in Rotterdam van het zilveren ambtsjubileum van koning Willem III in 1874.
Pincoffs en de Rotterdamse haven
Een opbloeiende haven opent nieuwe zakelijke mogelijkheden voor Pincoffs. Daarvoor wordt in 1872 de NV Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) opgericht, waar hij de scepter zwaait. Het startkapitaal RHV is vijftien miljoen gulden, voor die tijd een enorm bedrag. Het grootste deel ervan komt uit het buitenland (38% Duits, 19% Belgisch). Dit geld moet onder meer gebruikt worden voor de uitbouw van Feijenoord tot een centrum van haven- en handelsactiviteiten.
In de RHV participeren velen uit de top van de Rotterdamse financiële wereld. De oprichting van de RHV kan gezien worden als startschot voor de havenontwikkeling op de linker Maasoever.
Voor rekening van de gemeente en het Rijk komen respectievelijk de Noorderhaven (de tegenwoordige Koningshaven) en de Spoorweghaven. De RHV neemt de Binnenhaven en de Entrepothaven voor haar rekening. Deze laatste twee havens vormen met de tussenliggende terreinen en de terreinen langs de Koningshaven en de noordoostzijde van Spoorweghaven, samen de Handelsinrichtingen.
De gemeente Rotterdam verplicht zich om een oeververbinding aan te leggen. De Willemsbrug over de Nieuwe Maas en de Koninginnebrug over de Koningshaven worden in 1878 geopend.
Faillissement en de vlucht naar New York
Pincoffs heeft jarenlang de cijfers van zijn eigen zieltogende Afrikaansche Handelsvereeniging zodanig rooskleurig voorgesteld, dat hij het gedaan kreeg dat de Rotterdamsche Handelsvereeniging grote sommen geld steekt in de Afrikaansche. Als deze onderneming in 1879 het faillissement nadert, kan Pincoffs de vervalsingen in de boekhouding niet langer verborgen houden en komt alles aan het licht.
Zijn dominerende, biologerende geen tegenspraak duldende persoonlijkheid, overtuigd dat hij elke tegenslag met onbegrensd zelfvertrouwen door overdonderen de baas kon worden, is mogelijkerwijs hiervoor een verklaring. Pincoffs werd als het ware meegezogen door zijn ambities en zelfvertrouwen, waarmee hij die stroom zelfs vooruit wilde zijn, maar tenslotte overspoeld werd.
Bron: Biografisch Woordenboek van Nederland:1880-2000: Pincoffs, Lodewijk (1827-1911)
Pincoffs neemt op 14 mei 1879 de benen. Hij heeft zijn vlucht zorgvuldig gepland voor hem en zijn gezin. Ze gaan via Frankrijk en Engeland, naar de Verenigde Staten. Met de Verenigde Staten bestaat namelijk geen uitleveringsverdrag.
De laatste diefstal, welke de groote P. pleegde, bestond hierin, dat de familie een pond krakelingen liet halen bij een bakker, om in ’t spoor op te eten: “Mijnheer moest ze maar op de rekening zetten”. Een jong apotheker genoot de eer, op rekening, de zenuwpoeders gereed te mogen maken, welke medegenomen werden op de reis. Aan de Gare du Midi, te Antwerpen, had P. groote woorden aan het buffet, omdat hem voor een daar gebruikten lunch, naar zijn meening, 4 francs te veel werd afgenomen: “Hij gaf het liever aan de armen dan bestolen te worden!”
Bron: Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant, 22 mei 1879
Rotterdam blijft zitten met een schuld van ruim 9 miljoen achter, ruim 200 miljoen euro vandaag de dag. Pincoffs laat zijn vrienden en zakenpartners Henry Kerdijk en de bankier Marten Mees verbaasd en berooid achter.
Het volk in Rotterdam kan het bloed wel drinken van de dief, fraudeur en schurk Pincoffs. Spotprenten- en liederen over Pincoffs zijn wekenlang erg populair en op de kermis kunnen Rotterdammers op de Kop van Pinc slaan in plaats van op de Kop van Jut. “De glorie is van zijn kop gerukt”, zegt Oosterwijk op treffende wijze.
Bron: RTV Rijnmond, De rehabilitatie van Pincoffs, 13 november 2017
Aangekomen in Verenigde Staten, gaat het gezin in New York wonen. Hij wordt hier eigenaar van een sigarenwinkel Hij kwam. Hij komt later in aanraking met de New-York World en schrijft gedurende enige tijd voor dat blad artikelen over buitenlandse politiek.Het gezin verhuist voor een korte periode naar Chigago, maar keert weer terug naar New York.
In 1879 wordt zijn Eerste Kamerlidmaatschap vervallen verklaard wegens faillissement.
Op 6 maart 1880 veroordeelt de Hoge Raad Pincoffs bij verstek wegens valsheid in geschrifte en bedrieglijke bankbreuk tot 8 jaar gevangenisstraf. Zijn kompaan Henry Kerdijk krijgt twee jaar gevangenisstraf.
Hoewel de Afrikaansche Handelsvereeniging failliet is gegaan, geldt dat niet voor de Rotterdamsche Handelsvereeniging. Wel is de financiële positie van de RHV na het debacle zeer slecht. Mede omdat men geen vertrouwen heeft in een rendabele exploitatie van de Handelsinrichtingen in de toekomst, besluiten de aandeelhouders in 1882 de Handelsinrichtingen voor vier miljoen gulden aan de gemeente te verkopen.
Hierna wordt naamloze vennootschap Rotterdamsche Handelsvereeniging N.V. geliquideerd. De Afrikaansche Handelsvereeniging wordt al in 1880 opgevolgd door de Nieuwe Afrikaansche Handels-Vennootschap.
Rehabilitatie van Lodewijk Pincoffs
In de jaren negentig van de twintigste eeuw wordt Pincoffs min of meer weer in genade aangenomen met enkele vernoemingen en een standbeeld. Op 23 oktober 1992 wordt namelijk besloten de Lodewijk Pincoffsweg, het Lodewijk Pincoffsplein en de Lodewijk Pincoffsbrug, alle op de Kop van Zuid in Rotterdam-Feijenoord, naar hem te noemen.
Verder staat voor het entrepotgebouw een standbeeld van Pincoffs. In 2008 is aan de Stieltjesstraat een hotel geopend dat Pincoffs’ naam draagt. Dit alles vanwege de zeer grote betekenis die hij, ondanks zijn malversaties en slavernijverleden, voor Rotterdam gehad heeft.
Trivia
- Pincoffs was lid van de loge Frédéric Royal, de oudste vrijmetselaarsloge in Rotterdam.
- Pincoffs’ kluis in het voormalige Douanekantoor bij het Poortgebouw op de Kop van Zuid in Rotterdam werd op 28 februari 2006 gekraakt door meesterkraker Wim van den Hoogen. De inhoud valt tegen: een Franse pijp en een thermometer uit 1873.
- Het eiland Feijenoord was in de tijd van Pincoffs, maar vóór de aanleg van de Spoorweghaven, afgescheiden van het eiland IJsselmonde door het Zwanengat, dat ongeveer van de zuidpunt van het huidige Noordereiland naar het Mallegat liep.
- Pincoffs is ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en commandeur in de Orde van de Eikenkroon geweest.
- De Pincoffs-affaire wordt vaak genoemd als dé gebeurtenis die heeft geleid tot het ontstaan van het beroep van externe accountant. (Bron: www.accountant.nl, 25 september 2015)