Madani Bouhouche en de Bende van Nijvel

0
Madani Bouhouche en de Bende van Nijvel
Madani Bouhouche en de Bende van Nijvel

Madani Bouhouche
(Brussel, 14 juni 1952 – Fougax-et-Barrineuf, 22 november 2005)

Bouhouche was een Belgisch rijkswachter en in 1995 is hij veroordeeld voor zware misdaden waaronder twee moorden. Hij is ook in verband gebracht met de Bende van Nijvel.


Lees hier ->>> meer over de Bende van Nijvel op deze website.


Madani Bouhouche en de Bende van Nijvel


‘Dany’ Bouhouche is de zoon van een Algerijnse vader O. Bouhouche en een Belgische moeder E.C. Van op jonge leeftijd ontwikkelde hij een grote interesse voor vuurwapens en bleef zijn leven lang wapenliefhebber en -expert.

Bouhouche doet het uitstekend in de klassieke humaniora Latijn en wiskunde, maar lang duurt dat niet. Op zijn zestiende geeft hij er de brui aan en wil elektricien worden. Na amper een jaar haakt hij ook daar af.

Bouhouche begint vervolgens als loopjongen bij de krant Le Soir, maar daar wordt hij ontslagen wegens diefstal. Hij zijn legerdienst bij de Ardense Jagers. Bouhouche werkt nadien even als magazijnier, maar die job raakt hij kwijt als hij ruzie krijgt met de baas over diens dochter.


Naar de Rijkswacht

In 1974 wordt hij toegelaten tot de school voor onderofficieren en begint zijn loopbaan bij de rijkswacht. In 1977 wordt hij ingelijfd bij de drugsafdeling van de Brusselse bewakings- en opsporingsbrigade (BOB), een speciale recherche-eenheid van de rijkswacht. Ook in 1974 huwde hij Anne Quittner, waar hij later zal van scheiden.

Hij werkt er samen met Robert Beijer, die hij al tijdens zijn opleiding had leren kennen. Volgens een collega van toen: ‘Bouhouche was een uitstekend rijkswachter, altijd paraat, en hij had niet de minste schrik bij interventies…’

Madani en Anne hun (eerste) zoon D. wordt geboren in 1979. Ergens begin jaren ’80 begint Madani Bouhouche een relatie met de dochter van Maroun Hage. De Libanees Maroun Hage is op 61-jarige leeftijd eind december 1994 samen zijn 21-jarige Marokkaanse vriendin Mounia Chahin(e) vermoord in de Paalstraat in Sint-Jans-Molenbeek.

De wapenhandelaar is omgebracht met een nekschot, het meisje kreeg een kogel in het oor. Op in zijn woonst aangetroffen foto’s was Hage onder meer te zien in het gezelschap van de dan overleden Saoedische koning Faisal, de vroegere Libanese president Gemayel, PLO-leider Yasser Arafat en koning – toen nog prins – Albert II.

Samen zullen Bouhouche en Beijer in de jaren 1980 en 1981 een hele reeks criminele activiteiten ontplooien. Toen ontdekt werd dat ze ook officieren hadden afgeluisterd, werden ze uit de BOB verwijderd en elk apart overgeplaatst naar lokale rijkswachtbrigades in de Brusselse agglomeratie.


De verdwijning van Francis Zwarts in 1982

Bouhouche en Beijer weigerente praten over de verdwijning in 1982 van de 25-jarige Francis Zwarts, een beveiligingsbeambte van de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena.

In de nacht van 25 op 26 oktober moet Zwarts een belangrijke lading vervoeren, afkomstig van vliegtuigen uit Moskou en Zürich. De lading bestaat onder meer uit belangrijke diplomatieke documenten, duizend stukken goud, 30 goudstaven en Cartierhorloges die versierd waren met diamanten. In totaal goed voor zo’n 80 miljoen Belgische frank (omgerekend zo’n 2 miljoen euro).

Zwarts moet de lading alleen afhalen en heeft gedurende de hele operatie contact met zijn diensthoofd. Maar in de tunnel onder de landingsbanen – de verbinding tussen het tarmac en de opslagplaatsen van Brucargo – loopt het mis. Het busje wordt onderschept, volgens getuigen door drie mannen die eruit zien als rijkswachters, en alle contact met Zwarts wordt verbroken.

Het busje is de volgende dag teruggevonden in Diegem, van Francis Zwarts ontbreekt sindsdien elk spoor.

Hoe kunnen Bouhouche en Beijer nu gelinkt worden aan de verdwijning van Zwarts? In 1983 worden twee vrouwen (de echtgenotes van Bouhouche en die van Jean-François Buslik, een kompaan van Bouhouche) opgemerkt met zo’n unieke Cartierhorloge.

Er bestaan ook foto’s van een nieuwjaarsetentje waarop de vrouw van Buslik haar horloge draagt. Experts van Cartier verklaren later dat het om eenzelfde horloge gaat als een van de horloges die gestolen zijn bij de overval. Beijer op zijn beurt zou Cartier-horloges hebben proberen te verkopen.


Afscheid van de Rijkswacht en privédetectivebureau ARI

In 1983 verlaten Bouhouche en Beijer de rijkswacht en starten samen het privédetectivebureau Agence de Recherches et d’Informations (ARI). Het komt geregeld tot onenigheid tussen de twee, onder meer omdat Bouhouche meer en meer in extreemrechtse kringen verkeert.

De eerste die Bouhouche in dienst neemt is Michel Libert omdat hij zijn ‘kwaliteiten’ kent. Beijer verzet zich tegen de aanwerving van Libert waarop Bouhouche boos het kantoor verlaat.

In 1984 vertrekt Bouhouche uit het detectivebureau en heeft een tijd een wapenwinkel in Jette. Dat belet niet dat hij verder samen met Beijer diefstallen en gewelddaden pleegt.


Moord op Juan Antonio Mendez Blaya

Bouhouche is voor het eerst aangehouden in januari 1986 op verdenking van de moord op Juan Antonio Mendez op 7 januari 1986. Mendez is handelsingenieur bij de Fabrique Nationale de Herstal en net als Bouhouche een wapenverzamelaar met wie hij lange tijd bevriend is.

Aan de afrit van de autosnelweg Brussel-Namen in Rosières is op 7 januari 1986 het lijk gevonden van 34-jarige Juan Mendez. Tonio, zoals de vrienden hem noemden, is met liefst zes hollow point-kogels afgemaakt achter het stuur van zijn VW Passat.

Mendez’ grote passie is het verzamelen van wapens. Soms gaat het om gestolen wapens uit de ateliers van FN in Herstal. Hij had ook wapens van het Peruaanse leger in huis.

Het is in die jaren vrij eenvoudig om een collectie aan te leggen. Binnen het milieu worden wapens doorgegeven. Wapens verzamelen is één zaak, maar ze ook nog op officiële wijze in het bezit hebben is ingewikkelder.

Op dit vlak kan Mendez rekenen op de diensten van zijn goede vriend Madani Bouhouche, in die tijd eigenaar van een wapenwinkel in Jette.


De dood van diamanthandelaar Ali Suleiman in 1989

In november 1988 is hij vrijgelaten. Na de moord op een Antwerps diamanthandelaar diamantair Ali Suleiman op 2 september 1989 vluchtte Bouhouche naar Spanje, maar werd aangehouden en uitgeleverd. Suleiman komt om het leven tijdens een ruzie met Bouhouche en Beijer.


Veroordeling van Bouhouche 1995

Na een proces voor het Hof van assisen De Brusselse veroordeelt de rechtbank Bouhouche infebruari 1995 tot 20 jaar gevangenisstraf. Beijer krijgt 14 jaar. Het proces duurt vijf maanden en is het langste uit de Belgische geschiedenis.

Bouhouche kreeg 20 jaar dwangarbeid en Beijer 14 jaar cel voor onder meer de moord op beveiligingsbeambte Zwarts in 1982 en diamanthandelaar Suleiman in 1989. De moord op Mendez is tot op heden onopgehelderd.


Madani Bouhouche en de Bende van Nijvel

Vaak is geopperd dat Bouhouche samen met Beijer ook betrokken zou zijn geweest bij de Bende van Nijvel. Beiden hebben dit steeds ontkend. Ook een DNA-vergelijking leverde niets op.

In een uiterste poging om Bouhouche te laten praten, lieten speurders hem in 2000 een leugendetectortest afleggen. Hij wist die glansrijk te doorstaan en kwam een paar maanden later vervroegd vrij.

In september 2000 is Bouhouche voorwaardelijk na 11 jaar vrijgelaten. Door zijn uitzonderlijk lange voorarrest van ze jaar heeft hij al meer dan de helft van zijn straf uitgezeten.

Hij woont sindsdien in een afgelegen woning nabij Fougax-et-Barrineuf (departement Ariège) aan de voet van de Franse Pyreneeën, waar hij instond voor enkele vakantiehuisjes in de streek.


Het overlijden van Madani ‘Dany’ Bouhouche

Sinds zijn vrijlating leefde Bouhouche als een kluizenaar in Zuid-Frankrijk. Bouhouche is eind november 2005 omgekomen toen hij aan het houthakken was. Zijn is teruggevonden nabij zijn huis in de Pyreneeën, verpletterd door een boom. De Franse gendarmerie, die zijn dood onderzocht, wist aanvankelijk niets van zijn crimineel verleden en gaf toestemming tot crematie.

Bouhouches dood raakte in België pas bekend nadat journalist Guy Bouten in december 2005 in Jette sprak met de gescheiden echtgenote van Bouhouche, Anne Quittner.

Op dat moment was het nieuws van de dood van Bouhouche niet bekend bij de pers en de cel van Jumet. Een week later gaf Bouten de primeur aan De Morgen en Le Soir. De cel van Jumet bleek erg verrast, want op 2 januari 2006 vertrok een gerechtelijke onderzoekscommissie halsoverkop naar Fougax-et-Barrineuf met de persmeute in haar zog.

Bij onderzoek door Belgische speurders in zijn laatste woonplaats werden een riotgun gevonden, aantekeningen over het proces-Mendez en computerbestanden. Ook kwam aan het licht dat Bouhouche nog steeds contact had met zijn vroegere vrienden in extreemrechtse kringen.

Onderzoek, waarvan de resultaten in juni 2006 bekend raakten, wees uit dat de riotgun niet bij de overvallen van de Bende van Nijvel gebruikt is, maar ook dat er in de woonplaats andere wapens hadden gelegen en dat van de computer gegevens zijn gewist.

Bouhouche verscheen in de visuele media als een frêle man met een grote zonnebril. Hij was gehuwd (daarna gescheiden) en vader van enkele kinderen.


Geef een reactie