Maurits de Vries – Zwarte Joop
(Utrecht, 14 juni 1935 – Vinkeveen, 13 juli 1986)
Bijnamen: Zwarte Joop, Joden Jopie, Koning van de Wallen
Ouders: Eliazer de Vries (1905-1943) en Grietje Katoen (1910-1985) 1932
Partner: Margaretha (Margot) Lagcher (1934-2018); Willy
Kinderen: 3 dochter, Edith, Margeretha en Joy
Zijn bijnaam dankt De Vries aan zijn donkere haar, zijn intimiderende uiterlijk en zijn werkzaamheden op de Wallen in Amsterdam.
De naam Joop of Jopie is hem gegeven door de familie waar hij bij in Friesland ondergedoken zit. Deze familie vindt ‘Maurits’ te joods klinken om te onderduiken.
Maurits de Vries alias Zwarte Joop was een Nederlandse crimineel en de pleegvader van misdaadjournalist Bas van Hout.
100 grootste criminelen van Nederland (inmiddels meer…)
De Nederlands misdaadencyclopedie
Alle Liquidaties in Nederland
Boeken over Nederlandse criminaliteit
Bijnamen van de verschillende criminelen uit binnen- en buitenland.
Jeugd van De Vries
Maurits de Vries is geboren op 14 juni 1935 in Utrecht. Als hij een half jaar oud is, verhuist het Joodse gezin naar Amsterdam. Ze gaan wonen in de Zanddwarsstraat 9, bij de Kloveniersburgwal.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog duikt De Vries onder in Friesland. Gedurende deze onderduikperiode ontwikkelt hij ‘engtevrees’ omdat hij zich soms urenlang in een kast in de keuken moet verbergen omdat de Duitsers mogelijk huiszoeking kunnen doen. Na de oorlog groeit hij op in pleeggezinnen en in de straten van Amsterdam. Hij blinkt uit als straatvechter.
De eerste stappen op weg naar Koning van de Wallen van Zwarte Joop
Zwarte Joop doet alles om aan geld te komen. Zo is hij is fietsenbewaker bij het filmtheater Tuschinski, werkt hij bij zijn broer op de markt en gaat hij werken als snorder, illegale taxichauffeur, in Amsterdam.
Hij is niet te beroerd om collega snorders een flink pak slaag te geven om duidelijk te maken dat hij de nieuwe baas is in het gebied.
De Vries verdient ook geld als prijsbokser op de kermis. Voor vijf gulden slaat ie avond aan avond zijn knokkels kapot. Zoals zijn latere bodyguard Chris Dolman later vertelt: ‘Hij kon goed uit de voeten op straat.’
Met het geld wat hij verdient opent hij in 1959 zijn eerste kroeg, Casablanca, op de Zeedijk, waar hij zelf ook piano speelt. Zijn eerste vrouw, Margot Lagcher, staat achter de toog. In de kroeg zijn de onderwereld, schrijvers, toeristen en buurtbewoners kind aan huis.
Aan de deur staat John Bluming. Bluming heeft gevochten in Korea en is een bekende karateka en judoër. Zo is Bluming ook mede auteur in 1967 van twee standaardwerken Kyokushinkai Karate 1 en 2 en in 1999 zijn biografie: The History of Jon Bluming (van straatschoffie tot 10de dan).
De Vries gaat varen
Midden jaren zestig verdwijnen De Vries en zijn jonge geliefde Willy tijdelijk van het Amsterdamse toneel. Dit naar aanleiding van een ruzie met andere ondernemers en een schietpartij.
Hij kiest met zijn jacht, de Lady Edith, het ruime sop en woont in Sicilië en op Malta. Onderweg op de Middellandse Zee krijgt het paar ook nog pech met het schip. Ze dobberen daar enkele dagen rond.
Eind maart 1966 weten ze Algiers te bereiken, alwaar Willy bevalt van dochter ‘Margaretha Baby de Vries’. In Tunis wordt hij ook nog twee dagen vast gehouden. De Tunesiërs denken dat hij een Israëlische spion is.
Na 15 maanden keert hij weer terug in Amsterdam. Hier opent ‘Zwarte Joop’ de nachtclub Casa Rosso en er worden de eerste live sex shows van Nederland op het toneel gebracht.
Een novum in die dagen, als gewoon bloot nog iets heel bijzonders is. Het wordt een enorm succes en van heinde en verre stroomt het publiek toe. Ook de taxichauffeurs komen er graag met toeristen, want dan krijgen zij een enveloppe met tipgeld.
bewerkt met een mes
In juni 1969 neemt Joop het in zijn eentje op tegen een grote een groep Noord-Afrikaanse gastarbeiders. Hij overleeft nauwelijks, en zijn rug zit vol messteken. De dokter repareert het geheel met 106 hechtingen. (Bron: penosebrouwerij.nl, Anekdotes)
Joop wordt in het Binnengasthuis opgenomen. Hij wenst van de steekpartij geen aangifte te doen. ‘lk reken zelf we) met ze af’, zou hij tegen rechercheurs hebben gezegd. In zijn café, de Kennemer Club kreeg de De Vries woorden met een aantal bezoekers omdat zij een vrouw zouden hebben lastig gevallen.
Later zal de foto van deze messteken uitvergroot en op een intimiderende in zijn kantoor hangen.
De Vries begint een multifunctionele zaak op de Oudezijds Voorburgwal in 1970: Club 26. Dit is een casino, nachtclub en sportschool in één. In de jaren zestig haalt hij als eerste in Nederland zwarte Amerikaanse jazzmuzikanten naar Nederland en daardoor is de Casablanca mateloos populair.
Club 26 brengt de investering meer dan op en wordt een pleisterplaats voor de penoze en verschillende societyfiguren. Jazz-pianist Nedley Elstak speelt regelmatig in het casino. Ook is er een theaterzaal te vinden in Club 26.
In de tijd dat Zwarte Joop nog leefde en de burgemeester van de Amsterdamse wallen was, zat ik op zijn sportschool. Het was een schitterend gebouw, helemaal uitgevoerd in wit leer, oudroze pluche en chroom. Je kon er jazz balletles volgen, conditietraining, aerobic dancing en yoga. Er was een trainingszaal met alle mogelijke apparaten, een sauna, een Turks bad, een make up-kamer, een kapsalon, een zonnebank en een bar met gratis versnaperingen. Het was een damesparadijs.
Bron: Yvonne Krooneberg in NRC, 2 januari 1988
Maurits de Vries: Sterke mannen en bekende vrienden en vriendinnen
De Vries heeft graag breedgeschouderde mannen om zich heen. Zo zijn daar onder andere, onder andere de worstelaars als Jan Dieke en Gerrie Vogelzang, Europees judokampioen en mixfighter Chris Dolman en Olympisch judokampioen Wim Ruska.
Zij zorgen voor de veiligheid van Zwarte Joop en ze zorgen voor rust op de Wallen.
Ook treden bijvoorbeeld Lee Towers, Anita Meijer en André Hazes in zijn horecagelegenheden op, maar ook internationale artiesten als Demis Rousos, The Platters, Guys & Dolls, The Fortunes en The Tramps.
Daarnaast onderhoudt De Vries vriendschappelijke banden met Freddy Heineken, Paul Anka, James Caan, Ryan O’Neal en Burt Reynolds.
De Vries zorgt dat zijn klanten veilig over straat kunnen, door onder andere de eerder genoemde breedgeschouderde heren een oogje in het zeil te laten houden. Junks en de straathandel in drugs krijgen in dit gebied zo geen kans.
Andere medewerkers houden in de omgeving van Casa Rosso de straat schoon. De Vries heeft zelfs een eigen vuilophaaldienst, die soms meerdere keren per dag het vuil ophaalt.
Langs de gracht laat hij bloembakken neerzetten, er komt een fontein in het water en hij laat onderwaterverlichting aanbrengen.
De komst van de maffia op De Wallen
In 1974 gaat De Vries samenwerken met een Italiaanse maffiabaas Meyer Lansky. Gezamenlijk zetten zij een illegaal casino op, genaamd Cabala. De Cabala wordt gerund door de Cellini’s, de gokspecialisten uit de groep rond Lansky.
De Cellini’s zijn groot geworden in de gokwereld van Las Vegas, Miami, Havanna en de Bahama’s. Dino Cellini laat weten in een interview, dat hij miljoenen heeft geïnvesteerd in het imperium van Zwarte Joop.
Door de maffia weet hij de Cabala te financieren. Dit gokpaleis is volledig voorzien van marmeren vloeren en muren, gouden deurknoppen en kranen, fluwelen gordijnen en vloerkleden.
De Chinese druglords weten de chique Cabala met haar prachtige gokspelen, hoeren, live seks en discomuziek meteen te vinden. Maar niet alleen de Chinezen weten de weg, iedereen met een zwak voor gokken.
Joop de Vries bezit op het hoogtepunt van zijn roem een groot aantal seks-, relax en gokpanden voor alle rangen en standen.
Begin jaren tachtig bestaat het complex van De Vries uit een sextheater, gokpaleizen, sauna-, fitness- en woonruimtes van aan elkaar vast gebouwde huizen tussen Oudezijds Achterburgwal 84 t/m 104 en Oudezijds Voorburgwal 107 t/m 115.
Aan de Oudezijds Achterburgwal 76 zit de beroemde sportschool ‘Oyama’ waar zijn mannen kunnen trainen.
Van de politie heeft De Vries maar weinig te duchten in die periode: ‘In een periode van corruptie bij overheidsdiensten was de politie je beste vriend zolang je maar betaalde.’ (Bron: Marcel Katee, Casa Rosso 1980-1984)
Justitie en de fiscus op de nek van Zwarte Joop
Een groot deel Joops imperium is illegaal en er gaat veel zwart geld door zijn handen. De Vries krijgt daarom begin jaren ’80 grote problemen met Justitie en de Belastingdienst.
In 1982 doet de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (Fiod) een inval om zijn geheime bankrekeningen te onderzoeken. Hierna doet justitie een in val om een eind te maken aan het illegaal gokken.
Mede door de bemoeienis van de maffia valt de politie bij De Vries binnen en moet onder andere Club 26 dicht. De Vries wordt veroordeeld wegens belastingontduiking en valsheid in geschrifte.
Hij krijgt een naheffing van 42 miljoen gulden aan zijn broek. In 1983 gaat De Vries tijdelijk in Zwitserland wonen, op aanraden van zijn advocaat Max Moszkowicz.
Het einde van een imperium
Op 16 december 1983 wordt er door een boze ex-werknemer, Joseph Lan, brand gesticht en lopen Cabala, Club 26 en Casa Rosso ernstige schade op. Dertien mensen vinden tijdens deze brand de dood, omdat ze het pand niet uit kunnen komen.
De Vries komt deze klap mentaal niet meer te boven en trekt zich terug in zijn villa aan de Vinkeveense Plassen. ‘De wond begint te helen, maar de littekens blijven. Ik zat in een dal, dat was buiten proporties, niet meer in verhouding. Het was de limit, dat onschuldigen opgeofferd moesten worden. Knok dat maar eens uit.’ aldus Zwarte Joop. (Bron: Volkskrant 2 mei 1988)
Hij overlijdt in zijn villa op 13 juli 1986 op slechts 51-jarige leeftijd aan een hersenbloeding.
De erfenis van Maurits de Vries Zwarte Joop
De erfenis gaat naar zijn zijn twee dochters. In de jaren ’90 wordt een groot deel van het vastgoed verkocht aan Cor van Hout en Willem Holleeder.