, ,

Ontvoering van Maup Caransa

Ontvoering van Maup Caransa

Ontvoering van Maup Caransa


Maup Caransa (Amsterdam, 5 januari 1916 – Vinkeveen, 6 augustus 2009) is een Nederlands ondernemer en onroerendgoedhandelaar. In de nacht van 28 oktober 1977 ontvoeren onbekende mannen de Amsterdamse zakenman Maurits ‘Maup’ Caransa. Het is de eerste ontvoering in Nederland voor enkel en alleen voor het losgeld. Na vijf dagen gevangenschap wordt Caransa na betaling van tien miljoen gulden vrijgelaten.


100 grootste criminelen van Nederland (inmiddels meer…)
De Nederlands misdaadencyclopedie
Alle Liquidaties in Nederland
Boeken over Nederlandse criminaliteit
Bijnamen van de verschillende criminelen uit binnen- en buitenland.
Meer interessante artikelen over criminaliteit op deze website


Ontvoering van Maup Caransa

Ontvoering van Maup Caransa

Caransa groeit op in een arm Amsterdamse gezin van Portugees-joodse afkomst. Zijn vader was kolenhandelaar. Als tiener moet hij aan het werk en verkoopt hij olie, kolen en bloemen op straat. Hij is ook nog een poosje fietsenjongen bij het persbureau Vaz Diaz.

Als jongvolwassene, aan het einde van de jaren dertig werkt hij in de wasserette van De Joodsche Invalide, een tehuis voor gehandicapten, en is hij in dienst bij een autosloperij.

In 1941 trouwde Caransa met Rika Heijsteeg, een katholiek meisje. Zij werkt als hulp in de huishouding. In de Tweede Wereldoorlog wordt hij dertien weken geïnterneerd in kamp Westerbork, maar zijn huwelijk en zijn niet-Joodse uiterlijk, blond, bijna rood, lichtblauwe ogen, redden hem van deportatie.

De rest van de oorlog woont hij op de hoek van de Zwanenburgwal en het Waterlooplein in de Joodse wijk in Amsterdam. Zowel zijn ouders als zijn drie broers worden door de Duitsers vermoord. Caransa en zijn zus Femma zijn de enigen van het gezin die de oorlog overleven.


Caransa in ‘de handel

Na 1945 begint Caransa te handelen in dumpgoederen en tweedehands-auto-onderdelen. Zo verkoopt hij onder andere afgedankte Britse en Amerikaanse legerspullen. Met het geld dat hij verdient, koopt Caransa in onroerend goed in Amsterdam.

In een tijd dat onroerend goed in Amsterdam nog relatief goedkoop is, koopt Caransa panden in de Kalverstraat en rond het Rembrandtplein en het Leidseplein,. Zo is hij ook eigenaar van het Doelen Hotel, het Schiller Hotel, Hotel Américain en het Amstel Hotel. Aan het Rembrandtplein vestigt hij het Caransa Hotel en diverse uitgaansgelegenheden.

Veel panden verkoopt hij later weer met grote winst. In 1964 richt Caransa zijn handelsonderneming Caransa Groep op.


Ik ben gewoon handelaar in onroerend goed. Dat daar wel eens speculatie bijkomt, omdat een bepaald object in waarde stijgt, is alleen maar plezierig.

Maurits ‘Maup’ Caransa


Caransa werkt ook samen met de onroerendgoedmagnaat Jaap Kroonenberg en ‘baas van de Amsterdame penoze’ Maurits de Vries, beter bekend als Zwarte Joop. Het gaat dan bijvoorbeeld om de exploitatie van gokhuizen. Nadat Zwarte Joop’s  ‘erotische theater’ Casa Rosso in vlammen opgaat, huurt hij van Caransa de Pink Elephant, Het Luifeltje en De Kroon op het Rembrandtplein.

Caransa leidt het bedrijf tot op hoge leeftijd. Hij staat dan met een geschat vermogen van 161 euro miljoen op plek 186 in de Quote 500. Het bedrijf wordt geërfd door zijn twee kleinzoons M.S. Caransa & S. Caransa en P.C. Langenberg.


Ontvoering

Op 28 oktober 1977 wordt Caransa door onbekenden ontvoerd. Hij wordt overmeesterd als hij om één uur ’s nachts de Continental Club verlaat, waar hij zijn wekelijkse bridge-avond heeft. Vier mannen duwen Caransa in een rode Fiat Polski, waarbij hij een schoen en een tasje verliest. Deze auto met kenteken 50- BT-10 is enkele dagen eerder gestolen bij het gemeentelijk slachthuis aan de Amsterdamse Veelaan. Caransa: ‘Ja, ze hebben me stevig pijn gedaan. Ik heb bij mijn ontvoering vijf minuten lang met vier personen gevochten. Ik ben ook op mijn hoofd geslagen. Men wilde mij kennelijk bewusteloos maken. Men sloeg maar door. Op een gegeven moment dacht ik: laat ik maar gaan liggen, want anders slaan ze me dood.’ 

Omstanders zien de worsteling, maar doen uit verbazing niets en de auto van de ontvoerders rijdt weg. Ze verdwijnen ze in het niets…

Eén van de kidnappers van Caransa volgens een montagefoto van de politie

Eén van de kidnappers van Caransa volgens een montagefoto van de politie

Het toeval wil dat Caransa net die avond zijn Smith and Wesson 38 Special niet bij zich draagt, terwijl hij die 9-millimeter-revolver meestal wel bij zich heeft, zo verklaart hij later aan Het Parool.

De ochtend erop wordt bij de redactie van Het Parool de ontvoering geclaimd door de Rote Armee Fraktion (RAF). De ontvoering vind gelijktijdig plaats met de Duitse uitlevering van de terrorist Knut Folkerts aan Nederland. Kort daarop blijkt dat de RAF niets met de zaak te maken heeft.


Een donkere, geblindeerde kamer

De rit, zowel heen als terug naar Amsterdam duurt, duurt volgens Caransa heeft drie kwartier tot één uur. Hij wordt waarschijnlijk gevangen gehouden in schuur bij een boerderij in de Zesstedenstraat in het Noord-Hollandse dorp Middelie. Zelf zou Caransa in 1981 met de politie de locatie bezoeken en aangeven dat dit volgens hem de plek is waar hij is vast gehouden.

Later Hij zit opgesloten in een donkere, geblindeerde kamer, en met een handboei vastgebonden aan de verwarming. Hij heeft een bed tot zijn beschikking waarop hij gekleed heeft gelegen. Caransa: ‘Er waren twee radio’s waardoor ik op de hoogte ben gebleven van hoe laat het steeds was. Ook kon ik het nieuws volgen.’ Hij wordt verder niet mishandeld.

De vier ontvoerders zijn gekleed als nonnen, brengen hem alleen met bivakmutsen op en handschoenen aan in het donker zijn eten. ‘De ontvoerders hebben alle voorzorgen genomen om herkenning te voorkomen.’, aldus commissaris Gerard Toorenaar. Communicatie gebeurt via een babyfoon die in de kamer is geïnstalleerd.


Ik wist dat dit ging gebeuren. Ik werd al twee Weken gevolgd.

Maup Caransa


 

De ontvoerders nemen telefonisch contact op met het kantoor van Caransa. Er zal tien miljoen gulden, gebundeld in nieuwe briefjes van duizend, worden betaald.

Caransa zelf heeft met zijn kidnappers onderhandeld over de hoogte van het losgeld. Hij vertelt later dat de ontvoerders eerst een bedrag van 40 miljoen gulden eisten. ‘Twee dagen hebben wij over het geld onderhandeld. Zij zeiden tegen mij dat ze geen politieke gangsters waren. „Wij zijn criminals, wij willen geld,” zeiden ze. Eerst vroegen ze in het Frans of ik het begreep. Ik zei toen „nee”. Toen vroegen ze in het Engels, ik zei „ja”. De mannen spraken zelf ook in het Engels.

Hij heeft op dat moment nog niets gegeten, Caransa is bang dat hij zal gaan overgeven als gevolg van de opgelopen hersenschudding. De ontvoerders dwingen hem dan te eten, bang als ze zijn dat Caransa het loodje zal leggen.

Verder vertelt hij: ‘Zondagmiddag is de overeenkomst tot stand gekomen. Ik heb een brief geschreven aan ons kantoor met het verzoek tien miljoen van de bank te halen. Aanvankelijk hadden ze me veertig miljoen gevraagd toen ik twee miljoen bood zeiden ze: dat is peanutmoney. Dat is niet genoeg.’ en ‘De opdracht om de tien miljoen vrij te maken heb ik gegeven via een brief aan de medebestuurders van mijn maatschappij.’ aldus  Caransa. Hij vertelt dat het onmogelijk is om zo snel 40 miljoen in contanten vrij te maken. Zoveel geld heeft een bank niet liggen.


Ontvoering van Maup Caransa: ’te paaien’ ontvoerders

Ook probeert hij vriendschap te sluiten met de ontvoerders. Eén van de ontvoerders. ‘lk kill je niet.’ Dit is de start van een gesprekje tussen de twee mannen. Caransa: ‘Als je het geld hebt, loop dan niet meteen naar een casino. Dan ben je het zo weer kwijt. Je kunt het beter goed beleggen. Als jullie daarvoor de weg niet weten, wil ik het wel doen.’

De ontvoerder: ‘Hoe kan ik je dan bereiken?’ Caransa: ‘Geef me je kaartje, dan zal ik je opbellen. En als dat moeilijk is, mag je mij ook bellen.’ Ontvoerder: ‘Wat er ook gebeurt, ik bel je in ieder geval op oudejaarsavond.’ Caransa: ‘Mocht je worden gepakt dan krijg je hier toch niet meer dan twee jaar gevangenisstraf. Ik zal gunstig voor je getuigen, want je bent m’n vriend. Heb je soms nog een vriend bij je?’ Ontvoerder: ‘Ja, er is hier een vriend van me.’ (Bron: De telegraaf, 3 november 1977)

Na vijf dagen ontvoering wordt het geld op dinsdagavond vóór een Amsterdams café aan de Utrechtsestraat door een medewerker van Caransa BV aan de ontvoerders overgedragen. Er is afgesproken was dat de ontvoerders vijf uur ‘voorsprong’ krijgen en pas na het verstrijken van deze tijd zal Caransa worden vrijgelaten.


Caransa vrijgelaten

De ontvoerders houden woord en zetten Caransa op 2 november om tien over halftwee op de Zoutkeetsgracht geblinddoekt en geboeid uit een auto.  Voor zijn vrijlating moet hij van de ontvoerders een sterk slaapmiddel slikken. Twee van de drie pillen weet hij onder zijn bed weg te werken, maar één slikt hij wel.

Hij  slaapt even als hij in een auto wordt gestopt. Hij wordt ergens bij het Zoutkeetsplein in Amsterdam uit de auto gezet. Een vrouw vindt Caransa en zij wil hem wel achter op de brommer naar het politiebureau brengen. En taxi brengt hem naar het hoofdbureau en laat via de mobilofoon weten dat hij Caransa in de auto heeft.

De ontvoering van Caransa is de eerste ontvoering van een bekende persoon in Nederland. Deze ontvoering is ook de inspiratie voor mannen achter de ontvoering van Freddy Heineken in 1983.

Na de ontvoeringszaak verdwijnt Caransa grotendeels uit het zicht van de media. ‘Al die publiciteit heeft me tien miljoen gekost’, zegt hij daar zelf over. In maart 1978 verschijnt hij nog wel in het televisieprogramma TV Privé. Samen met presentator Henk van der Meyden en de geblindeerde helderziende Peter Hurkos proberen ze de autorit ten tijde van zijn ontvoering probeert na te gaan, op zoek naar de plek waar hij was vastgehouden. Dit is echter tevergeefs.


Wie heeft Caransa ontvoerd?

In de jaren na de ontvoering duiken op verschillende plaatsen in Europa delen van het losgeld op, maar de daders zijn nooit geïdentificeerd. Wie er achter de ontvoering van Maup Caransa zit, is nooit officieel vastgesteld.

De Telegraaf publiceert in 1981 een artikel van verslaggevers Cees Koring en Peter R. de Vries waarin wordt beweerd dat een groep Nederlandse criminelen onder leiding van drugshandelaar Piet Clement achter de ontvoering zit. Ook Evert Tweehuizen en Robbie Koning zouden er bij betrokken zijn. Caransa zou volgens de journalisten zijn vastgehouden in een boerderij in Middelie. Zo zou de Clement de schuur in Middellie van

Tot een doorbraak in het politieonderzoek, dat onder leiding stond van commissaris Gerard Toorenaar, leidt het echter niet. Er is namelijk ook bij hen het vermoeden dat er twee Amsterdamse criminelen bij betrokken zijn. Eén van hen beschikt opeens over heel veel geld. Het gerucht gaat dat Ronnie Ostrowski en zijn vriendin Lena Lefebre voor 1,8 miljoen losgeld te koop hebben.

In Andere Tijden vertelt voormalig Amsterdam hoofdinspecteur Klaas Sietsma dat er een Duitse undercoveragent is ingezet om om het genummerde losgeld terug te kopen van de ontvoerders. De  agent gaat Amsterdam de kroegen bordelen af op zoek naar de ontvoerders. Hij geeft daarbij zeer veel geld uit. Uiteindelijk maakt hij ook contact met één van de ontvoerders.

De Duitse agent probeert genummerd geld van de ontvoering in handen te krijgen en dat lukt. Het blijkt echter dat de agent een deel van het bedrag in eigen zak heeft gestoken. De operatie wordt afgeblazen en de daders gaan vrijuit. Van het losgeld is uiteindelijk heel weinig teruggevonden.


Ontvoering van Maup Caransa: de daders…

Sietsma zegt hierover in Andere Tijden: ‘We begrepen dat we dit verhaal niet bij de rechtbank konden brengen. Want we zouden een volkomen onbetrouwbare getuige presenteren en een onbetrouwbare getuige leidde meestal tot vrijspraak.’

Op Ons Amsterdam lezen we: ‘Niemand werd berecht, maar twee van de Nederlandse ontvoerders werden geliquideerd en de Italiaanse handlangers kregen in Italië lange gevangenisstraffen voor andere vergrijpen.’ Piet Clement wordt inderdaad in 1985 vermoord.

Caransa zelf beweert herhaaldelijk dat hij zelf enkele van zijn ontvoerders meende te hebben herkend: niks Italiaanse maffia, niks Rote Armee Fraktion. Volgens Caransa is het het werk van de Nederlandse onderwereld. Hij noemt de namen van meerdere verdachten.


Ronnie Ostrowski bekent de ontvoering op Caransa

Ostrowski zegt in het weekblad Nieuwe Revu uit november 1991 dat hij in 1977 betrokken is geweest bij de ontvoering van Caransa. Spijt heeft hij overigens niet van de ontvoering en hij vertelt: ‘Waarom zou ik? Ik voel me niet schuldig. Die Caransa heeft zoveel mensen uit hun huizen getrapt.’ zegt O. tegenover het weekblad.

Volgens Ronnie Ostrowski zijn behalve hijzelf en zijn toenmalige vriendin Lenie Lefèbre, nog zeven andere mensen betrokken hij de ontvoering. Dit zijn de dan inmiddels overleden Piet Clement, de geliquideerde Robbie Koning, Evert T., die we kennen van de mogelijke moord op André Brilleman, en een groep van vier Italianen. Caransa zou vlak bij zijn eigen huis in Vinkeveen zijn vastgehouden.

De vier Italianen waren volgens Ostrowski van plan Caransa na de betaling van het losgeld te vermoorden. De Nederlandse ontvoerders zouden dat echter hebben voorkomen.

Volgens Nieuwe Revu heeft Ostrowski al zijn uitspraken onder invloed van drank en coke gedaan. Hij drinkt, naar eigen zeggen, ruim een liter whisky per dag en snuift hij twee tot drie gram coke. Hij denkt geen last te krijgen met justitie. ‘Dan zeg ik gewoon dat ik mijn neus vol coke had en maar een verhaaltje aan een journalist heb verteld. Er ligt geen enkel bewijs.’


Ik ben Caransa niet

Vroeger werd in Amsterdam ook de uitdrukking ‘Ik ben Caransa niet’ vaak gebruikt. Het betekent hetzelfde als ‘Het geld groeit me niet op de rug’. Dit naar aanleiding van de onderhandeling over zijn eigen losgeld. De ontvoering van Maup Caransa is een klassieker in de Nederlandse misdaadgeschiedenis.


 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie