Top 10 bekendste schilderijen van Johannes Vermeer
Johannes Vermeer, gedoopt te Delft, 31 oktober 1632 – begraven Delft, 15 december 1675
Vermeer was een kunstschilder en had een voorkeur voor tijdloze, ingetogen momenten. Hij blijft raadselachtig vanwege de onnavolgbare kleurstelling en het verbijsterende lichtgehalte.
Vermeers schilderijen, meestal genrestukken en een paar historiestukken, allegorieën en stadsgezichten, onderscheiden zich door een subtiel kleurgebruik en een ideale compositie. Hij gebruikte soms dure pigmenten en had een grote voorkeur voor ultramarijn en loodtingeel.
De schilderijen van Vermeer zijn over de hele wereld in musea te vinden, zoals het Rijksmuseum het Louvre en de National Gallery.
Lees hier ->>> meer over kunst op deze website…
Top 10 bekendste schilderijen van Johannes Vermeer
10. De kantwerkster (1669–1670)
Vermeer’s De kantwerkster is één van de kleinste schilderijen uit zijn oeuvre. Het werk is in het bezit van het Louvre in Parijs.
Onderwerp van het schilderij is een jonge vrouw die geconcentreerd bezig is met het klossen van kant. Het vervaardigen van deze kostbare weefsels met behulp van klossen of naalden was een ambacht dat in de Gouden Eeuw veelvuldig werd beoefend.
Het weven van de draden was erg bewerkelijk en arbeidsintensief en paste om die reden goed binnen de calvinistische moraal van de toenmalige burgerij.
De kantwerkster van Vermeer schetst een ideaalbeeld van een ijverige en deugdzame huisvrouw. Het boek naast het kussen, een bijbel of een gebedenboek, onderstreept dit beeld nog.
9. De koppelaarster (1656)
Dit schilderij, De koppelaarster, is in het bezit van de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden. Net als Brieflezend meisje bij het venster.
Met De koppelaarster schilderde Vermeer zijn eerste genrestuk, een voorstelling uit het dagelijkse leven, nadat hij in het begin van zijn loopbaan enkele werken met Bijbelse en mythologische onderwerpen had vervaardigd.
Vermeer pakte de zaken ambitieus aan door het op één na grootste schilderij uit zijn oeuvre te produceren.
Vermeer liet zijn nieuwe onderwerp, een bordeelscène, evenwel direct weer varen en legde zich na De koppelaarster toe op het schilderen van intieme huiselijke taferelen.
8. Meisje met de parel (1665)
Het Mauritshuis in Den Haag kwam in 1902 in het bezit van Meisje met de parel. Het schilderij is een zogenaamde tronie, een studie van een opvallend gezicht, een gelaatsuitdrukking of karakter.
Rembrandt maakte dit genre in de 17e eeuw populair. Tronies werden in groten getale voor de open markt geproduceerd. Anders dan bij portretten waren de modellen vrijwel altijd anoniem.
Net als Vermeers andere modellen heeft men het meisje nooit kunnen identificeren. Hoewel zijn oudste dochter Maria, die in die periode twaalf, dertien jaar oud was, als kandidaat wordt genoemd is daar geen enkel bewijs voor.
Het afgebeelde meisje draagt een blauwe tulband met een gele, omlaag vallende doek. De tulband werd nat-in-nat geschilderd en bevat tinten van een mix van loodwit en ultramarijn, met daaroverheen een ultramarijn-blauwe glacislaag.
7. Brieflezende vrouw in het blauw (1662 – 1665)
De Brieflezende vrouw in het blauw is een klein schilderij. Het stuk wordt ook kortweg Brieflezende vrouw of soms Het blauwe vrouwtje genoemd.
Een jonge vrouw staat tussen de meubels van een Hollands woonvertrek en leest een brief. Zij staat in het licht van een venster dat zich links buiten beeld bevindt.
Deze opstelling en ook de dame zelf roepen herinneringen op aan het Brieflezend meisje bij het venster dat Vermeer enkele jaren eerder schilderde, maar het beeld is hier veel rustiger.
Door het ontbreken van de vloer, het plafond en hoeken ontstaat een eigen wereld, waarin de onderlinge posities niet bij voorbaat vastliggen.
Dit blikveld is uniek onder Vermeers interieurs. De achterwand lijkt meer op de blauwe lucht in het Gezicht op Delft dan op zijn andere muren.
6. Het straatje (1657 – 1661)
De andere naam voor Het straatje is Gezicht op huizen in Delft. Het is één van de twee stadsgezichten van Vermeer die bekend zijn. Het schilderij beeldt een gezicht op een steegje met delen van huizen in Delft uit.
Het gewone leven dat op dit schilderij wordt afgebeeld, behoort tot een heel ander thema dan de voorgaande Bijbelse en mythologische stukken van Vermeer.
Johannes Vermeer schilderde het mogelijk omstreeks 1658. Het is een olieverf op doek en de afmetingen van het schilderij zijn 54,3 x 44 centimeter. De dikte is negen centimeter. Het straatje hangt sinds de jaren twintig van de twintigste eeuw in het Rijksmuseum Amsterdam.
In het midden van het schilderij is een schrobgoot zichtbaar, dat aangeeft dat de panden vlak bij een gracht lagen.
5. Het melkmeisje (1654 – 1658)
Dit schilderij wordt ook wel De keuken- of melkmeid genoemd. In een veilingcatalogus uit 1696 wordt het werk vermeld als Een Meyd die Melk uytgiet.
De benaming Het melkmeisje is feitelijk onjuist omdat een melkmeisje een vrouw was die melk aan huis bezorgde; de hier afgebeelde vrouw is een keukenmeid.
Ze is als zodanig te herkennen vanwege haar eenvoudige kleding en gestreken hoofdkapje. Ze staat in het midden van de afbeelding, in een kamer met aan de linkerzijde een venster, waardoor het licht binnenvalt.
Voor haar, aan de linkerzijde en onder het venster, bevindt zich een tafel, bedekt met een kleed, waarop een mand met brood, een kan, en andere waren staan.
De meid schenkt melk vanuit een kruik in een schaal die ook op tafel staat; haar aandacht is gericht op het schenken. De ruimte is schaars ingericht, rechts is een voetenstoof afgebeeld.
De muur achter haar suggereert een kamer met een verleden; er zitten wat gaten in en er steken twee spijkers uit. Met radiografisch en infraroodonderzoek werd vastgesteld dat Vermeer oorspronkelijk op de muur achter de meid iets had geschilderd dat op een rechthoek leek, mogelijk een schoorsteenmantel of een plattegrond.
Rechts beneden stond eerst een wasmand afgebeeld, die vervangen werd door de voetenstoof en een rij blauwwitte tegeltjes. Vermeer creëerde door die wijzigingen meer rust in de compositie en de aandacht van de beschouwer werd nog meer op de meid en haar handeling gericht.
4. Vrouw met weegschaal (1662–65)
Samen met Het melkmeisje van Vermeer hing dit schilderij 300 jaar geleden op de Nieuwendijk in Amsterdam, in het woonhuis van de Amsterdamse koopman Isaac Rooleeuw. Het is sinds 1942 eigendom van de National Gallery of Art in Washington D.C..
3. Meisje met de rode hoed (1665–66)
In de National Gallery of Art in Washington D.C. kun je het Meisje met de rode hoed, gedateerd rond 1665, zien. Het schilderijtje meet ongeveer 23 bij 18 centimeter en is uitgevoerd in olieverf.
De voorstelling bestaat uit het gezicht en het bovenlichaam van een jonge vrouw die de toeschouwer naar rechts gekeerd, over haar rechterarm, aankijkt.
Ze is gehuld in een mantel waarvan de blauwe kleur sterk contrasteert met het flamboyante rood van de brede baret die zij op haar hoofd draagt.
Het werk is linksboven, in de achtergrond, gesigneerd met het monogram “IVM”. Het voorplan wordt gevormd door twee leeuwenkopjes, links- en rechtsonder, herkenbaar van stoelen zoals Vermeer deze in zijn werk meerdere keren heeft afgebeeld.
Het gelaat is voor het grootste gedeelte gehuld in schaduw, met uitzondering van de linkerwang, de kin en de lichtelijk geopende lippen. Het felle zonlicht, dat van rechts komt, valt ook op haar linker oorbel en haar witkanten kraagje.
2. De schilderkunst (1666)
Het schilderij, genaamd De schilderkunst, Het atelier, De schilder en zijn model of Allegorie op de schilderkunst is een allegorie van de hand van Johannes Vermeer.
Het groot opgezette schilderij uit zijn bescheiden oeuvre wordt gezien als een uniek en ambitieus werk, maar roept tevens veel vragen op.
Er is geopperd dat het misschien bestemd is geweest voor het Delftse Sint Lucasgilde. Zeker is dat hij het, zoals zijn meeste werken, nooit heeft verkocht.
Het werk is niet gedateerd, maar wel gesigneerd op de onderste rand van de kaart. Dit is de meest volledige handtekening die hij op zijn schilderijen gebruikte, hetgeen doet vermoeden dat hij in dit schilderij zijn hart en ziel heeft gelegd.
Het schilderij hangt sinds 1946 in het Weens Kunsthistorisches Museum, afzonderlijk en op een grote wand.
De schilderkunst is één van de laatste Hollandse meesterwerken en vormt een staalkaart van Vermeers kunnen. Het is een soort samenvatting van wat er tot dan toe gedaan is.
1. Gezicht op Delft (1660 – 1663)
Vermeer schilderde Gezicht op Delft vanaf de kade aan de overkant van de Schie. Waarschijnlijk heeft hij bij het schilderen gebruik gemaakt van een camera obscura.
Als door een venster biedt het doek uitzicht op de Schiedamse Poort in het midden en rechts de Rotterdamse Poort, die zich weerspiegelen in het water van de Stadskolk, als haven uitgegraven in 1616-1620.
De uitwerking is uitermate realistisch. De rode dakpannen en het metselwerk zien eruit alsof het net heeft geregend. Donkere wolken ontwikkelen zich op de voorgrond, terwijl de stad zelf nog in het zonlicht baadt.
De wolken weerspiegelen in het rustige water. Op de voorgrond zien we een afgemeerde trekschuit en enkele vrouwen in boerenkleding en stadskleding. Deze trekvaart langs de Schie was zeer modern, net aangelegd in 1655.
Het is vroege ochtend, want de zon staat in het oosten. Het licht speelt over de daken van de huizen langs de Lange Geer en trekt de aandacht naar de toren van de Nieuwe Kerk.
Het doek hangt in het Mauritshuis in Den Haag.