Verschillende fobieën uitgelegd – 10 stuks die je maar beter niet kunt hebben

0
Verschillende fobieën uitgelegd
Verschillende fobieën uitgelegd

Verschillende fobieën uitgelegd – 10 stuks die je maar beter niet kunt hebben

Angst is een slechte raadgever! Ja, makkelijk praten, maar er zijn een legio mensen met verschillende soorten angsten. Deze angsten noemen we fobieën. En deze fobieën hebben weer heel mooie namen als arachnofobie, agorafobie en emetofobie. Hier een Top 10 van de fobieën waar mensen op deze aardbol last van hebben.

Verschillende fobieën uitgelegd
Verschillende fobieën uitgelegd

Verschillende fobieën uitgelegd – 10 stuks die je maar beter niet kunt hebben

1. Arachnofobie
Arachnofobie of spinnenangst is een overmatige angst, een specifieke fobie voor spinnen en spinachtigen. Het is waarschijnlijk de meest voorkomende vorm van dierenfobie. Opvallend is dat arachnofobie bij natuurvolkeren aanzienlijk minder voorkomt dan in de Westerse samenleving.

De angst kan zich uiten in het mijden van gebieden waar iemand spinnen verwacht tegen te komen, bijvoorbeeld een zolder met veel spinnenwebben, maar ook van vakantiegebieden waar de kans groot is met spinnen geconfronteerd te worden. De rechtstreekse confrontatie met spinnen kan in serieuze gevallen leiden tot ernstige paniekaanvallen.

Voor de omgeving zijn de angsten en paniek niet reëel. Ook de lijder ziet zelf vaak in dat de angst eigenlijk overdreven is. Vaak biedt psychologische begeleiding uitkomst. Afhankelijk van de persoon en de oorzaak van de fobie kan dit gebeuren door directe confrontatie of door de persoon langzaam maar zeker aan spinnen te laten wennen.

2. Sociale fobie
De sociale fobie, ook wel sociale angststoornis genoemd, is een psychische aandoening. In het DSM-IV is de fobie ingedeeld bij de angststoornissen. Iemand die aan deze stoornis lijdt, heeft angst, grote onzekerheid en verlegenheid voor alledaagse sociale interacties en gebeurtenissen, bijvoorbeeld feestjes, vergaderingen en soms telefoneren of boodschappen doen. Angst voor afwijzing, commentaar, kritiek, pesten en uitlachen. Naast algemene sociale fobie bestaan er specifieke vormen als bloosangst, trilangst, plasangst en (angst om te) stotteren.

Iedereen is wel eens zenuwachtig voor een afspraakje of een feestje waarop hij of zij in de schijnwerpers komt te staan, maar dat is nog geen reden om er niet heen te gaan. Een echte sociale fobie is een overweldigende angst die in extreme gevallen zorgt dat de patiënt thuisblijft en gedurende lange periodes geï soleerd leeft. Wie lijdt aan de sociale fobie, is overdreven bang voor beoordeling, voelt zich in de gaten gehouden en mogelijk vernederd door zijn/haar acties, gedrag of voorkomen. De sociale fobie moet niet worden verward met een paniekstoornis. Lijders aan een paniekstoornis zijn ervan overtuigd dat hun paniek een fysieke oorzaak heeft. Na een paniekaanval gaan ze vaak naar een ziekenhuis of bellen een ambulance. Mensen met de sociale fobie hebben soms ook een paniekaanval, maar ze zijn zich ervan bewust dat ze een irrationele angst ervaren. Slechts weinig mensen met de sociale fobie gaan vrijwillig naar een ziekenhuis, omdat ze bang zijn afgewezen of negatief beoordeeld te worden door gezaghebbende mensen (bijvoorbeeld de medische staf). De interactie met gezaghebbende personen is voor hen bijzonder moeilijk, net als telefoneren, afspraakjes, feestjes en sollicitatiegesprekken.

Uit onderzoek blijkt dat mensen met de sociale fobie, net als mensen met de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis, zeer veel aandacht hebben voor hun eigen reacties in het sociale verkeer. Ze letten echter niet erg op de reacties van hun omgeving, wat bij de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis wel het geval is.

3. Aviofobie
Er zijn vele factoren die vliegangst kunnen veroorzaken, waaronder een vrees voor gesloten ruimten (claustrofobie), zoals die van een vliegtuigcabine; een gevoel de zelfbeheersing te verliezen; een traumatische vliegervaring; vrees voor kapingen of terrorisme; vrees voor stijgen en dalen; enz. Opvallend is dat bij acrofobie de angst doorgaans verdwijnt zodra de persoon het oogcontact met de grond of een ander ijkpunt verliest.

Vermijden van de fobie
Vliegangst is een fobie. Voor veel mensen is vliegen echter makkelijk te vermijden. Goedgepraat door op het eerste gezicht heel reële argumenten: “Ik rij heel graag zelf met mijn snelle Audi naar Berlijn. Ik hoef niet te vliegen”, “Ik ga liever met de bus naar Valencia”. (Opvallend hierbij is dat de kans op een (dodelijk) ongeval op deze manier vele malen groter is dan met het vliegtuig.) Pas als je het in een informeel gezelschap hebt over vliegangst dan hoor je eigenlijk pas hoeveel mensen daar last van hebben, hoewel ze er naar buiten toe wat lacherig en badinerend over doen. Vliegangst is geen uitzonderlijk iets: één op de drie mensen heeft vliegangst. Maar ook mensen die (vaak) vliegen hebben vliegangst: Lufthansa bijvoorbeeld heeft berekend, dat zo’n dertig procent van de passagiers zelfs vliegangst heeft.

4. Agorafobie
De naam Agorafobie is afkomstig uit het Grieks: agora betekent markt en phobos betekent angst of vrees. In het Nederlands wordt ook wel de naam pleinvrees gebruikt wanneer men doelt op angst voor open ruimten.

Algemeen gesteld is agorafobie de angst om een vertrouwde en veilige omgeving te verlaten. Dit kan de vorm aannemen van angst voor open ruimten, situaties waarin veel mensen bij elkaar komen of de angst in verlegenheid gebracht te worden of niet ’terug te kunnen keren’. Ook reizen (bijvoorbeeld met trein of bus) kan deze angst veroorzaken.

De aandoening kan in verschillende gradaties voorkomen. In lichte gevallen voelt de persoon wel onrust, maar is in staat zich in openbare gelegenheden te begeven. Zijn sociale contacten zijn verder normaal. In ernstige gevallen trekt de persoon zich terug op een plaats die hij als vertrouwd of veilig beschouwt en mijdt zoveel mogelijk het contact met anderen. Dit kan soms jaren duren en leiden tot een ernstig sociaal isolement. Uiteraard zijn ook allerlei tussenvormen mogelijk.

5. Claustrofobie
Claustrofobie of engtevrees is een specifieke fobie voor kleine of afgesloten ruimten. De naam is afkomstig van het Latijnse claudere (sluiten) of claustrum (slot) en het Griekse phobos, wat angst betekent.

Mensen die aan claustrofobie lijden, ontwikkelen angstsymptomen als ze zich in ruimten bevinden die moeilijk snel te verlaten zijn, zoals liften, vliegtuigen en treinen of ruimten die zij als te klein, te benauwd ervaren. In ernstige gevallen kunnen paniekaanvallen optreden en probeert men aan de situatie te ontsnappen, zelfs als dit ernstig gevaar oplevert. Anderzijds is het mogelijk dat men door de angst ‘bevriest’.

Net als bij mensen met agorafobie kan angst ontstaan in ruimten waarin zich veel mensen bevinden. De oorzaak is echter anders: de angst bij claustrofobie ontstaat doordat men bang is niet uit de groep of de ruimte te kunnen geraken en zich opgesloten voelt, terwijl bij agorafobie het accent meer ligt op het onvertrouwde of onbekende van de omgeving.

6. Acrofobie
Vrijwel iedereen heeft in min of meerdere mate angst voor hoogten, maar wanneer deze buitensporige vormen aanneemt, spreken we van acrofobie, beter bekend als hoogtevrees. Acrofobie heeft veel gemeen met bathofobie, de vrees voor diepten. Beide fobieën houden verband met de vrees om te vallen.

Mensen die aan acrofobie lijden, kunnen vaak gewend raken aan bepaalde hoge plekken, zoals een woning in een flatgebouw. De angst kan echter terugkomen nadat men langdurig geen blootstelling heeft gehad aan hoogtesituaties. Acrofobie is een specifieke fobie en kan net als de meeste van dergelijke fobieën vrij gemakkelijk worden behandeld door middel van gedragstherapie. Er zijn echter ook hardnekkige vormen bekend. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten hoogtevrees.

– Cognitieve hoogtevrees wordt veroorzaakt door angstgedachten die gerelateerd zijn aan angst om te (kunnen) springen of angst dat een constructie niet sterk genoeg is.
– Pure optische hoogtevrees kan al achter glas (zonder echte bijgedachten) paniek geven, wanneer men op een etage van een flat verkeert.

7. Emetofobie
Emetofobie is de wetenschappelijke term voor braakfobie. Het is een extreme en irrationele angst voor overgeven. Het is wereldwijd de zevende meest voorkomende fobie. Minstens 115.000 Nederlanders en Belgen lijden eraan. Sommige emetofoben voelen zich constant misselijk, vaak hebben ze ook maag- en darmproblemen.

Zowel het overgeven zelf als braaksel worden als zodanig eng beschouwd dat een emetofoob al het mogelijke doet om de confrontatie ermee te vermijden. Dit kan zich manifesteren door bijvoorbeeld geen alcohol te drinken of bepaalde als risicovol beschouwde voeding niet te eten. In sommige gevallen zal ook het contact met de omgeving aangepast worden om confrontatie met braaksel te vermijden. De persoon in kwestie zal bijvoorbeeld geen feestjes met dronken mensen bezoeken, zal geen boot- of treinreis maken, zal niet in achtbanen willen stappen, of zal steeds TV kijken met de afstandsbediening in de hand zodat een braakscène onmiddellijk kan worden weggedrukt. Een emetofobie kan op verschillende manieren vorm krijgen:

– Sommige emetofoben zijn heel hygiënisch en hebben smetvrees voor bacteriën die buikgriep of dergelijke veroorzaken
– Sommigen hebben straatvrees en/of paniekstoornissen
– Anderen komen niet in caf’s om dronken mensen te vermijden
– Er zijn ook mensen die constant de houdbaarheidsdatum van voedingsmiddelen controleren, opdat ze geen voedsel dat over de datum is innemen

8. Carcinofobie
Carcinfoben hebben eenziekelijke vrees voor kanker.

9. Brontofobie
Brontofobie (ook bekend als astrapofobie) is een abnormale angst van onweer en bliksem. Het is een specifieke fobie. Brontofobie is een behandelbare fobie, die zich zowel bij mens als dier kan ontwikkelen. Het is een van de tien meest voorkomende fobieën. De meest voorkomende oorzaak is dat iemand van dichtbij een blikseminslag heeft meegemaakt.

10. Necrofobie of Thanatofobie
Necrofobie is bang zijn voor de dood en zaken die aan sterven doen denken. De naam Thanatofobie is afgeleid van het Griekse thanatos (dood) en phobos (angst). Een zekere angst voor de dood is bij de meeste mensen wel aanwezig en er treedt doodsangst op als iemand in levensgevaar verkeert, maar van een fobie is pas sprake als de angst niet-reëel is (wat de persoon zich ook realiseert) en het dagelijkse leven van de lijder overmatig sterk beï nvloedt.

Iemand kan bijvoorbeeld proberen de confrontatie met de dood te ontlopen (bv. het mijden van begrafenissen, kerkhoven of begrafenisondernemingen). Mocht de confrontatie toch plaatsvinden, kan een zeer sterke onrust of zelfs paniek ontstaan. Ook een paniekaanval die om andere redenen is ontstaan, kan tot acute thanatofobie leiden.

Geef een reactie