, , ,

Opgaven woordenschat Nederlands – 2

Test je woordenschat Nederlands en kijk hoe je scoort!

Heel veel succes met de opgaven van woordenschat Nederlands 2.

1. 
… gaat alles goed vandaag

2. 
Als je alles … zou weten!

3. 
Dat is … voor mij.

4. 
De … geeft de aandeelhouders goede hoop.

5. 
De … van die mensen moet per direct stoppen.

6. 
De … van gisteren was heerlijk.

7. 
De … werd verricht door de koning.

8. 
De … zette de petrischalen voor de leerlingen klaar.

9. 
Die … zorgt voor net voldoende stroom.

10. 
Die hippe … is niets voor mij.

11. 
Die rivier vormt een natuurlijke …

12. 
Er zijn … geen goede opties.

13. 
Het … kwam ten val.

14. 
Het leek wel een … .

15. 
Ik hoop dat we dit jaar … uitkomen.

16. 
Ik vind … vis heerlijk.

17. 
Wat een lief … .

18. 
We bevinden ons in een politiek … .

19. 
We zijn nieuwe mensen aan het ... .

20. 
We hebben heerlijk gegeten bij de … .