De Schreeuw: angst in kleur gegoten – Edvard Munch (1893)
De Schreeuw: angst in kleur gegoten
Titel: De Schreeuw (Skrik)
Kunstenaar: Edvard Munch (1863–1944)
Datering: 1893 (eerste versie)
Techniek: Tempera, olieverf en pastel op karton
Afmetingen: 91 × 73,5 cm
Waar te vinden: Nasjonalmuseet, Oslo, Noorwegen
Stijl: Symbolisme / Expressionisme avant la lettre
Waarde: Onschatbaar, veilingen van versies gingen tot 120 miljoen dollar (2012)
Nummer: 4 in de ranglijst van beroemdste schilderijen aller tijden
← Naar nummer 3 Guernica (1937) – Pablo Picasso
Lees hier → meer over Edvard Munch.
Zie hier → de Top 100 beroemdste schilderijen aller tijden.
De geboorte van een angstbeeld
Het is een avond in 1892. Edvard Munch wandelt met twee vrienden over een weg boven Oslofjord. De zon gaat onder, de lucht kleurt bloedrood. Munch voelt een plotselinge angstgolf door zijn lichaam trekken. “Ik stond stil, leunde tegen het hek, doodmoe, en ik hoorde de schreeuw van de natuur,” schrijft hij later in zijn dagboek. Dat moment, tussen licht en duister, tussen buitenwereld en innerlijke onrust, vormt het begin van wat het beroemdste expressionistische beeld ooit zal worden: De Schreeuw.
De Noorse schilder, zoon van een ziekelijke vader en vroeg gestorven moeder, leeft zijn leven lang met angst, ziekte en dood als metgezellen. Hij zoekt niet naar schoonheid, maar naar waarheid – de waarheid van emoties. Waar anderen de wereld schilderen zoals die lijkt, probeert Munch te tonen hoe die voelt.
De compositie: een schreeuw in lijnen en kleuren
In De Schreeuw staat een figuur centraal, met een ovaal hoofd, holle ogen en een mond die openstaat in een eindeloze kreet. Het lichaam lost op in de lucht, alsof angst en mens één worden. Achter hem slingert een brug, twee wandelende figuren verdwijnen in de verte, getuigen van een wereld die gewoon doorgaat. De lucht golft in vurige oranje- en roodtinten, alsof de hemel zelf schreeuwt. De fjord daaronder weerspiegelt blauw en groen, maar niets brengt rust. Munch vervormt perspectief en kleur tot emoties: de trillende lijnen lijken geluid te worden, de kleuren lijken te gillen.
Het schilderij kent meerdere versies, in tempera, pastel en litho, maar allemaal dragen ze diezelfde ondraaglijke spanning tussen stilte en paniek. Het geluid dat je niet hoort, voel je in elke lijn.
Een tijdsbeeld van moderne angst
Munch schildert aan het einde van de negentiende eeuw, een tijd van groeiende steden, technologie en onzekerheid. De mens raakt vervreemd van de natuur en van zichzelf. In De Schreeuw verbeeldt hij niet alleen persoonlijke angst, maar ook de moderne existentiële angst: de verlorenheid van de mens in een wereld die sneller verandert dan hij aankan.
Critici begrijpen het werk aanvankelijk niet. Het lijkt onvoltooid, te rauw, te emotioneel. Maar Munch is zijn tijd ver vooruit. Hij schrijft: “Ik wil niet schilderen wat ik zie, maar wat ik zag.” Zijn lijnen en kleuren worden later de blauwdruk voor het expressionisme, en kunstenaars als Kandinsky en Kirchner erkennen hem als een voorloper.
De Schreeuw reist de wereld over
Het schilderij krijgt pas decennia later de status van icoon. Tijdens de 20e eeuw wordt het symbool van innerlijke nood en psychische spanning. In films, cartoons en posters duikt het beeld op als universeel symbool van paniek.
In 1994 wordt een versie uit het Nationaal Museum van Oslo gestolen, in minder dan een minuut. Twee jaar later duikt het terug op. In 2004 volgt opnieuw een brutale roof uit het Munch-museum; deze versie wordt pas in 2006 teruggevonden, licht beschadigd maar intact.
Tegenwoordig hangt De Schreeuw achter dik glas, beschermd tegen licht, vocht en dieven – maar nog altijd even intens. Wie ervoor staat, voelt niet alleen Munchs angst, maar ook die van de eigen tijd: de stress, de oorlog, de eenzaamheid. De schreeuw gaat verder, door de eeuwen heen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!