, , ,

Overzicht van de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede sinds 1901

Overzicht van de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede sinds 1901

Wat is het toch mooi dat er nog steeds vele mensen en organisaties zijn die de vrede tussen ons mensen in de wereld willen bevorderen.

Hieronder een lijst met illustere organisaties en persoonlijkheden die volgens het Noorse Nobelcomité de titel hebben verdiend.

Overzicht van de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede sinds 1901

Zie hier → de top 50 landen met de meeste Nobelprijzen op deze website.


1901

Frédéric Passy
Als één van de oprichters van de Interparlementaire Unie en tevens voor het medeorganiseren van het eerste Universele Vredescongres.

Passy (Parijs, 20 mei 1822 – Neuilly-sur-Seine, 12 juni 1912) was een Franse econoom, politicus en een van de pioniers van de internationale vredesbeweging. Hij was medeoprichter van de Interparlementaire Unie, een organisatie die samenwerking tussen nationale parlementen moest bevorderen ter voorkoming van oorlog.

Frédéric Passy

Daarnaast speelde hij een centrale rol bij de organisatie van het eerste Universele Vredescongres in 1889, waar afgevaardigden uit verschillende landen samenkwamen om vreedzame oplossingen voor internationale conflicten te bespreken. Passy was ook de eerste ontvanger van de Nobelprijs voor de Vrede (1901), samen met Henry Dunant, de oprichter van het Rode Kruis. Zijn levenswerk stond volledig in het teken van vredesbevordering door dialoog, recht en internationale samenwerking.

 


1901

Henri Dunant
Voor zijn rol in het stichten van het Internationale Rode Kruis.

Jean Henri Dunant (Genève, 8 mei 1828 – Heiden, 30 oktober 1910), internationaal beter bekend als Henry Dunant, is een Zwitserse bankier en schrijver die de basis legt voor het moderne humanitaire werk. Hij richt het Rode Kruis op, schrijft het invloedrijke boek Een herinnering aan Solferino en is medeopsteller van het handvest van de YMCA. In 1901 ontvangt hij als eerste de Nobelprijs voor de Vrede.

Henri Dunant rond 1860

Dunant kiest ervoor zijn voornaam te veranderen van Henri naar Henry, omdat deze in het Engels eenvoudiger klinkt. Hij profileert zich als zakenman én sociaal-christelijk activist. In 1855 staat hij in Parijs aan de wieg van de Wereldalliantie van YMCA’s.

Het beslissende moment in zijn leven volgt in 1859. Tijdens een zakenreis is hij getuige van de bloedige Slag bij Solferino, waarin Oostenrijkse en Franse troepen elkaar bevechten. De gewonden liggen bij duizenden op het slagveld, zonder medische zorg.

Dunant raakt diep geschokt en verwerkt zijn ervaringen in Un souvenir de Solférino (Een herinnering aan Solferino). Daarin doet hij een revolutionair voorstel: een neutrale, internationale organisatie die slachtoffers van oorlog helpt, ongeacht nationaliteit.

Zijn visie wordt werkelijkheid met de oprichting van het Internationale Rode Kruis. Wat begint als een idee op papier groeit uit tot een wereldwijde beweging die levens redt in oorlogen en rampen. In 1901 bekroont het Nobelcomité zijn inzet met de allereerste Vredesprijs.


1902

Élie Ducommun
Eresecretaris van het Internationaal Bureau voor de Vrede.

Ducommun (Genève, 19 februari 1833 – Bern, 7 december 1906) was een Zwitserse journalist, diplomaat en vredesactivist, die wordt beschouwd als een van de grondleggers van de moderne internationale vredesbeweging. Hij speelde een sleutelrol als ere-secretaris van het Internationaal Bureau voor de Vrede (Bureau International de la Paix), de eerste permanente vredesorganisatie ter wereld, opgericht in 1891 in Bern.

Vanuit deze functie coördineerde hij de activiteiten van talloze vredesverenigingen, onderhield hij contacten met regeringen en parlementen en organiseerde hij internationale vredescongressen. Ducommun geloofde sterk in diplomatie, arbitrage en samenwerking als middelen om oorlogen te voorkomen. Zijn inzet voor duurzame vrede en internationale rechtspraak leverde hem in 1902 de Nobelprijs voor de Vrede op. Hij werd geroemd om zijn vastberadenheid, organisatorisch talent en morele overtuiging dat vrede niet slechts een ideaal was, maar een praktische noodzaak voor de toekomst van Europa.

Albert Gobat
Secretaris-generaal Interparlementaire Unie en eresecretaris Internationaal Bureau voor de Vrede


1903

William Randal Cremer – Lid van het Britse Parlement
Secretaris van de Internationale Arbitrage


1904

Institut de Droit International
Voor haar pogingen, als onofficieel orgaan tot het ontwikkelen van de standaardprincipes van de wetenschap van het internationaal recht.


1905

Bertha von Suttner
Erevoorzitter van het Internationaal Bureau voor de Vrede en auteur van Die Waffen nieder!


1906

Theodore Roosevelt
Voor zijn succesvolle tussenkomst in de Russisch-Japanse oorlog en zijn interesse in justitie; door de eerste zaak voor te brengen voor het Haagse Permanent Hof van Arbitrage.


1907

Ernesto Teodoro Moneta
President Lombard League of Peace.

Louis Renault – Professor International Law
Renault was de permanente afgevaardigde van Frankrijk voor het Permanent Hof van Arbitrage.


1908

Klas Pontus Arnoldson
Stichter van de ‘Swedish Peace and Arbitration League’.

Fredrik Bajer
Voor zijn werk in de Interparlementaire Unie en als eerste president van het Internationaal Bureau voor de Vrede.


1909

Auguste Beernaert – Voormalig eerste minister en lid van het Belgisch Parlement
Lid van het Permanent Hof van Arbitrage.

Paul Henri Balluet d’Estournelles de Constant – Lid van het Frans Parlement (Sénateur)
Stichter van het Committee for the Defense of National Interests and International Conciliation.


1910

Internationaal Bureau voor de Vrede
Gesticht in 1891.


1911

Tobias Asser – Minister en jurist
Initiator van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht.

Tobias Asser

Tobias Michel Karel Asser (Amsterdam, 28 april 1838 – Den Haag, 29 juli 1913) is een vooraanstaand Nederlands jurist en medeontvanger van de Nobelprijs voor de Vrede van 1911, samen met Alfred Fried. Hij krijgt de onderscheiding voor zijn sleutelrol bij de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage tijdens de eerste Haagse Vredesconferentie in 1899.

Asser groeit op in een vooraanstaand joods geslacht van juristen en geleerden. Zijn vader, Carel Daniël Asser, is raadsheer in de Hoge Raad; zijn moeder komt uit de invloedrijke familie Godefroi. Ook zijn directe familieleden bekleden prominente posities: zijn oom Eduard Isaac Asser is een pionier in de fotografie en zijn neef Carel Asser jr. wordt hoogleraar in Leiden en naamgever van de bekende Asser-serie.

In 1864 trouwt Asser met zijn nicht Johanna Ernestina Asser. Samen krijgen zij vier kinderen. Twee zonen treden in zijn juridische voetsporen: Carel Daniël jr., die hoogleraar en advocaat wordt en trouwt met Wilhelmina Thorbecke, dochter van de landsadvocaat, en Hendrik Lodewijk (Henri), die carrière maakt als rechter.

Asser blijft tot zijn dood in 1913 een icoon van internationale rechtspraak en een sleutelfiguur in de ontwikkeling van het vreedzaam oplossen van conflicten tussen staten.

Alfred Hermann Fried – Journalist
Oprichter van Die Friedenswarte.


1912

Elihu Root – Voormalig minister van Buitenlandse Zaken
Initiator van diverse arbitrageverdragen.


1913

Henri La Fontaine – Lid van het Belgisch Parlement (senator)
Internationaal Bureau voor de Vrede


1914

Niet uitgereikt


1915

Niet uitgereikt


1916

Niet uitgereikt


1917

Internationaal Comité van het Rode Kruis


1918

Niet uitgereikt


1919

Woodrow Wilson – President van de Verenigde Staten van Amerika
Oprichter van de Volkenbond.


1920

Léon Bourgeois – Voormalig minister van Buitenlandse Zaken, lid van het Frans parlement (Senaat)
President raad van de Volkenbond.


1921

Hjalmar Branting – Minister President van Zweden
Zweeds afgevaardigde van de Raad van de Volkenbond.

Christian Lange
Secretaris-generaal van de Interparlementaire Unie.


1922

Fridtjof Nansen – Wetenschapper en Noors afgevaardigde Volkenbond
Initiator van Nansenpaspoort.


1923

Niet uitgereikt


1924

Niet uitgereikt


1925

Austen Chamberlain – Minister van Buitenlandse Zaken
Mede-initiator van het Verdrag van Locarno.

Charles Dawes – Vicepresident van de Verenigde Staten
Vvoorzitter van de Commissie voor Geallieerde Herstelbetalingen (initiator van het Dawesplan).


1926

Aristide Briand – Minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk
Mede-initiator van het Verdrag van Locarno en Briand-Kelloggpact.

Gustav Stresemann – Voormalig rijkskanselier van Duitsland en minister van Buitenlandse Zaken
Mede-initiator van het Verdrag van Locarno.


1927

Ferdinand Buisson – Voormalig professor Universiteit van Sorbonne – Parijs
Oprichter en president van de Liga voor Mensenrechten in Frankrijk.

Ludwig Quidde – Professor Universiteit van Berlijn en id van het Duits Parlement
Deelnemer aan diverse vredesconferenties.


1928

Niet uitgereikt


1929

Frank Billings Kellogg , Voormalig minister van Buitenlandse Zaken; mede-initiator van het Briand-Kelloggpact


1930

Nathan Söderblom
Aartsbisschop en leider van de oecumenische beweging


1931

Jane Addams
Sociologe en internationaal president Women’s International League for Peace and Freedom

Nicholas Murray Butler
President Columbia-universiteit; promotor van het Briand-Kelloggpact


1932

Niet uitgereikt ,


1933

Norman Angell
Schrijver en lid van het Uitvoerend Comité van de Volkenbond en van National Peace Council


1934

Arthur Henderson
Voormalig minister van Buitenlandse Zaken; president van Conferentie voor Ontwapening in 1932.


1935

Carl von Ossietzky
Journalist (die Weltbühne) en pacifist


1936

Carlos Saavedra Lamas
Minister van Buitenlandse Zaken, president van de Volkenbond en bemiddelaar in een conflict tussen Paraguay en Bolivia.


1937

Robert Cecil
Schrijver en voormalig Lord Privy Seal; oprichter en president van de Internationale Vredescampagne.


1938

Office international Nansen pour les réfugiés
Een internationale hulporganisatie, gestart door Fridtjof Nansen in 1921.


1939

Niet uitgereikt


1940

Niet uitgereikt


1941

Niet uitgereikt


1942

Niet uitgereikt


1943

Niet uitgereikt ,


1944

Internationaal Comité van het Rode Kruis


1945

Cordell Hull
Voormalig minister van Buitenlandse Zaken en prominent deelnemer in de stichting van de Verenigde Naties


1946

Emily Greene Balch
Voormalig professor in Geschiedenis en Sociologie, ere internationaal president van de Women’s International League for Peace and Freedom.

John R. Mott
Voorzitter van het International Missionary Council; president – World Alliance of Young Men’s Christian Associations.


1947

Friends Service Council en American Friends Service Committee


1948

Niet uitgereikt


1949

John Boyd Orr – Artsen politicus
Prominent organisator en directeur Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN; National Peace Council en Wereld Unie van Vredesorganisaties


Overzicht van de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede sinds 1950


1950

Ralph Bunche – Professor Harvard-universiteit
Bunche (Detroit, 7 augustus 1904 – New York, 9 december 1971) was een Amerikaanse diplomaat, academicus en voorvechter van mensenrechten. Hij studeert politieke wetenschappen en promoveert aan Harvard University, waarna hij professor wordt en bekendstaat om zijn scherpzinnige analyses van kolonialisme en internationale betrekkingen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog sluit Bunche zich aan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten en levert hij een belangrijke bijdrage aan de oprichting van de Verenigde Naties in 1945. Binnen de VN wordt hij hoofd van de Trustschapsraad, waar hij zich bezighoudt met het toezicht op de overgang van koloniën naar onafhankelijkheid.

In 1947 wordt Bunche assistent van graaf Folke Bernadotte, de Zweedse bemiddelaar in het conflict in Palestina. Na de moord op Bernadotte in september 1948 treedt Bunche op als “Acting Mediator” namens de VN. Hij leidt intensieve onderhandelingen tussen Israël en de Arabische staten, die resulteren in de wapenstilstandsovereenkomsten van 1949 op Rhodos.

Voor dit diplomatieke succes ontvangt hij in 1950 de Nobelprijs voor de Vrede. Hij is daarmee de eerste Afro-Amerikaanse laureaat. Zijn onderscheiding is een erkenning voor zijn vasthoudendheid, zijn vermogen om partijen bij elkaar te brengen en zijn geloof dat conflicten vreedzaam kunnen worden opgelost door dialoog en compromis.

Naast zijn VN-werk zet Bunche zich in voor burgerrechten in de Verenigde Staten en werkt hij nauw samen met leiders als Martin Luther King Jr. Zijn nalatenschap is die van een pionier in zowel internationale diplomatie als de strijd tegen raciale ongelijkheid.


1951

Léon Jouhaux
President van de Internationale Comité van de Europese Raad, vicepresident van de Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen, vicepresident van de World Federation of Trade Unions en lid van de Internationale Arbeidsorganisatie en afgevaardigde van de VN.


1952

Albert Schweitzer
(Kaysersberg, Elzas, 14 januari 1875 – Lambaréné, Gabon, 4 september 1965)
Missionaris arts en oprichter van Lambaréné (République de Gabon).

Schweitzer was een Duitse arts, theoloog, filosoof, musicoloog en humanist. Hij werd bekend als Bach-kenner en theoloog, maar koos later voor de geneeskunde om zijn idealen in praktijk te brengen. In 1913 richtte hij een ziekenhuis op in Lambaréné (Gabon), waar hij tientallen jaren lang medische zorg verleende aan de lokale bevolking.

Schweitzer ontwikkelde de ethiek van de “Eerbied voor het Leven”, die zowel mensen als dieren en natuur omvat. Zijn levenshouding van praktische naastenliefde maakte hem wereldwijd een moreel voorbeeld.

In 1952 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede (uitgereikt in 1953) voor zijn inzet voor humaniteit, zijn levenslange werk in Afrika en zijn pleidooi tegen oorlog en kernwapens. Zijn toespraak in Oslo, waarin hij opriep tot ontwapening, kreeg wereldwijd grote weerklank.


1953

George Marshall
President van het Amerikaanse Rode Kruis, voormalig minister van Defensie, afgevaardigde van de VN en initiator van het Marshallplan.


1954

Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen
Een internationaal hulporganisatie opgericht door de VN in 1951


1955

Niet uitgereikt


1956


Niet uitgereikt


1957

Lester Bowles Pearson
Voor zijn rol in de pogingen tot het beëindigen van het Suez-conflict en het oplossen van het Midden-Oostenvraagstuk door de Verenigde Naties.


1958

Dominique Pire
Vader van de Dominicaanse Order; leider van de vluchtelingenorganisatie L’Europe du Coeur au Service du Monde.


1959

Philip Noel-Baker
Parlementslid; zijn hele leven bedreven voorvechter van internationale vrede en samenwerking.


1960

Albert Luthuli
resident van het Afrikaans Nationaal Congres; voor zijn strijd tegen aprtheid in Zuid-Afrika.


1961

Dag Hammarskjöld
Secretaris-generaal van de VN voor het versterken van de VN.


1962

Linus Pauling
Voor zijn campagne tegen kernwapentesten.


1963

Internationaal Comité van het Rode Kruis, Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen


1964

Martin Luther King
Voorvechter van burgerrechten.


1965

UNICEF
Een internationale hulporganisatie.


1966

Niet uitgereikt


1967

Niet uitgereikt


1968

René Cassin
(Bayonne, 5 oktober 1887 – Parijs, 20 februari 1976)
President van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Cassin (Bayonne, 5 oktober 1887 – Parijs, 20 februari 1976) was een Franse jurist, diplomaat en voorvechter van mensenrechten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte hij zwaargewond, wat zijn blijvende inzet voor vrede en rechtvaardigheid versterkte.

Na 1940 sloot Cassin zich aan bij generaal De Gaulle en de Vrije Fransen in Londen. Hij speelde een sleutelrol bij de oprichting van de Verenigde Naties en was een van de belangrijkste opstellers van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948).

Later werd hij president van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, waar hij zich inzette voor de toepassing van mensenrechten in de praktijk.

Voor zijn bijdrage aan de universele erkenning van fundamentele rechten ontving Cassin in 1968 de Nobelprijs voor de Vrede. Zijn werk legde de basis voor het internationale mensenrechtenstelsel dat tot vandaag invloedrijk is.


1969

Internationale Arbeidsorganisatie


1970

Norman Borlaug
(Cresco, Iowa, 25 maart 1914 – Dallas, Texas, 12 september 2009)
Landbouwkundige en bioloog

De Amerikaan Norman Ernest Borlaug wordt vaak de “vader van de Groene Revolutie” genoemd. Borlaug ontwikkelde hoogrenderende en ziektebestendige graanvariëteiten, vooral tarwe, en combineerde die met moderne landbouwmethoden.

Dankzij zijn werk nam de voedselproductie in landen als Mexico, India en Pakistan spectaculair toe, waardoor miljoenen mensen behoed werden voor honger. Hij werkte nauw samen met internationale organisaties om landbouwkennis te verspreiden en duurzame landbouwsystemen op te bouwen.

Voor deze uitzonderlijke bijdrage aan het terugdringen van honger en zijn invloed op de wereldvoedselzekerheid kreeg Borlaug in 1970 de Nobelprijs voor de Vrede. De commissie eerde hem omdat hij “meer levens heeft gered dan wie ook in de geschiedenis van de mensheid”.


1971

Willy Brandt – Bondskanselier
Voor West-Duitslands Ostpolitik.


1972

Niet uitgereikt


1973

Henry Kissinger en Le Duc Tho
Voor de Parijse Akkoorden van 1973 om tot een staakt-het-vuren in de Vietnamoorlog te komen en tot terugtrekking van de Amerikaanse strijdkrachten.


1974

Seán MacBride
President van het Internationaal Bureau voor de Vrede en president van de Commissie van Namibië. Voor zijn sterke betrokkenheid bij de mensenrechten, het dirigeren van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens door de Europese Raad en het medeoprichten en het leiden van Amnesty International en het dienen als secretaris-generaal van de Internationale Commissie van Juristen.

Eisaku Sato , Minister-president van Japan – voor zijn afzwering van de nucleaire optie voor Japan en voor zijn inspanningen voor verdere afzwering in de regio.


Overzicht van de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede sinds 1975


1975

Andrej Sacharov
Voor zijn strijd voor mensenrechten; ontwapening en samenwerking tussen alle naties.


1976

Betty Williams en Mairead Corrigan
Stichters van de Noord-Ierse vredesbeweging (later hernoemd naar Community of Peace People).


1977

Amnesty International
Voor  het beschermen van de mensenrechten van gewetensgevangenen.


1978

Anwar Sadat en Menachem Begin
Voor hun bijdrage aan de twee vredesakkoorden in het Midden-Oosten en aan de vrede tussen Egypte en Israël welke ondertekend werden in Camp David op 17 september 1978.


1979

Moeder Teresa
Leidster van de Missionarissen van Naastenliefde.


1980

Adolfo Pérez Esquivel
Mensenrechtenleider en stichtte niet-gewelddadige organisatie om de junta in Argentinië te bestrijden.


1981

Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen
Een internationale hulporganisatie; opgericht door de VN in 1951.


1982

Alva Myrdal en Alfonso García Robles
Voor hun voortreffelijk werk in de ontwapeningsonderhandelingen van de Verenigde Naties waar zij beiden een cruciale rol en internationale erkenning hebben verworven.


1983

Lech Wałęsa
Oprichter van Solidarność en voorvechter van mensenrechten.


1984

Desmond Tutu
Bisschop van Johannesburg en voormalig secretaris-generaal Zuid-Afrikaanse Kerkenraad.


1985

International Physicians for the Prevention of Nuclear War
Voor de gezaghebbende informatie en voor het creëren van een bewustzijn voor de katastrofale gevolgen van een atoomoorlog. De commissie is van mening dat dit op zijn beurt bijdraagt tot een verhoging van de druk van publieke oppositie tegen de proliferatie van atoomwapens en een herdefiniëring van prioriteiten met meer aandacht voor gezondheids- en andere humanitaire kwesties.


1986

Elie Wiesel
Voorzitter van de The President’s Commission on the Holocaust (De Presidentiële Commissie met betrekking tot de Holocaust).


1987

Óscar Arias
Voor zijn werk voor vrede in Centraal-Amerika – inspanningen die tot een vredesovereenkomst in Guatemala op 7 augustus 1987 leidden.


1988

VN-vredesmacht
Voor hun belangrijke inspanningen die bijgedragen hebben aan de realisatie van één van de fundamentele beginselen van de Verenigde Naties.


1989

Tenzin Gyatso – 14e dalai lama
Voor zijn strijd voor de bevrijding van Tibet en zijn inspanningen voor een vreedzame oplossing in plaats van het gebruik van geweld. De voorzitter van de Nobelprijscommissie zei dat de prijs voor een deel een eerbetuiging was ter herinnering aan Mahatma Gandhi.


1990

Michail Gorbatsjov
Voor zijn leidende rol in het vredesproces dat vandaag de dag belangrijke onderdelen van de internationale gemeenschap kenmerkt.


1991

Aung San Suu Kyi
Voor haar geweldloze strijd voor democratie en mensenrechten in Myanmar.


1992

Rigoberta Menchú
Ter erkenning van haar werk voor sociale gerechtigheid en etnisch-culturele verzoening gebaseerd op respect voor de rechten van de inheemse bevolking.


1993

Nelson Mandela en Frederik Willem de Klerk
Voor hun inspanningen voor het vreedzaam einde van het apartheidsregime en het leggen van de funderingen voor een nieuw democratisch Zuid-Afrika.


1994

Yasser Arafat, Shimon Peres en Yitzhak Rabin
Voor hun inspanningen om vrede te bereiken in het Midden-Oosten.


1995

Józef Rotblat en de Pugwash Conferences on Science and World Affairs
Voor hun inspanningen om de invloed van atoomwapens in de internationale politiek te verminderen en deze op de lange termijn uit te bannen.


1996

Carlos Filipe Ximenes Belo en José Ramos-Horta
Voor hun werk voor een rechtvaardige en vreedzame oplossing voor het conflict in Oost-Timor.


1997

International Campaign to Ban Landmines en Jody Williams
Voor hun pogingen om anti-persoonsmijnen te verbieden en op te sporen.
1998

John Hume en David Trimble
Voor hun pogingen een vreedzame oplossing te vinden voor het conflict in Noord-Ierland


1999

Artsen zonder Grenzen
Ter erkenning van het humanitaire pionierswerk van de organisatie

Overzicht van de winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede sinds 2000


2000

Kim Dae-jung
Voor zijn werk voor democratie en mensenrechten in Zuid-Korea en Oost-Azië in het algemeen en voor de vrede en verzoening met Noord-Korea in het bijzonder


2001

Verenigde Naties en Kofi Annan
Voor het werk aan een beter georganiseerde en vreedzame wereld


2002

Jimmy Carter
Voor decennialang onvermoeid pogingen doen om een vreedzame oplossing te vinden voor internationale conflicten; om de democratie en mensenrechten te verspreiden en het promoten van economische en sociale vooruitgang.


2003

Shirin Ebadi
Voor haar werk voor democratie en mensenrechten. Haar focus lag vooral op problemen rondom de rechten van vrouwen en kinderen.


2004

Wangari Maathai
Voor haar bijdrage voor duurzame ontwikkelingen; democratie en vrede.


2005

Internationaal Atoomenergie Agentschap en Mohammed el-Baradei
Voor hun pogingen te voorkomen dat nucleaire energie wordt gebruikt voor militaire doeleinden en er voor te zorgen dat de nucleaire energie die gebruikt wordt voor vreedzame doeleinden op de meest veilige manier wordt gebruikt.


2006

Muhammad Yunus en Grameen Bank
Voor hun pogingen economische en sociale ontwikkelingen te stimuleren vanaf de laagste rangen.


2007

Al Gore Intergovernmental  en dePanel on Climate Change
Voor hun pogingen voor het verspreiden en uitbreiden van de kennis over klimaatveranderingen die veroorzaakt worden door de mens en het leggen van de funderingen van de maatregelen die nodig zijn om deze veranderingen te voorkomen.


2008

Martti Ahtisaari
Voor zijn belangrijke pogingen op verschillende continenten en gedurende meer dan drie decennia; om internationale conflicten te voorkomen.


2009

Barack Obama
Voor zijn buitengewone pogingen om de internationale diplomatie en de samenwerking tussen mensen te versterken. Obama’s diplomatie is gebaseerd op het principe dat wie de wereld leidt – dat moet doen op basis van de normen en waarden die door het merendeel van de wereldbevolking gedeeld worden aldus de commissie.


2010

Liu Xiaobo
Voor zijn lange en niet-gewelddadige strijd voor fundamentele mensenrechten in China.


2011

Ellen Johnson Sirleaf en Leymah Gbowee en Tawakkul Karman
Voor hun geweldloze inzet ten behoeve van de rechten en veiligheid van vrouwen om volwaardig mee te doen in het bereiken van vrede.


2012

Europese Unie
De Unie en haar voorlopers hebben meer dan zes decennia bijgedragen aan de bevordering van vrede en verzoening; democratie en mensenrechten in Europa.


2013

OPCW
Voor haar uitvoerige inspanningen om chemische wapens te elimineren.


2014

Kailash Satyarthi en Malala Yousafzai
Voor hun strijd tegen de onderdrukking van jongeren en voor het recht van alle kinderen op onderwijs.


2015

Kwartet voor Nationale Dialoog in Tunesië

Voor de beslissende bijdrage aan het bouwen van een pluralistische democratie in de nasleep van de Jasmijnrevolutie in 2011.


2016

Juan Manuel Santos
Voor zijn resolute inspanningen om een einde te maken aan de burgeroorlog die meer dan vijftig jaar [in Colombia] woedde.


2017

ICAN
Voor hun werk om de aandacht te vestigen op de rampzalige humanitaire gevolgen van het gebruik van kernwapens en voor hun baanbrekende inspanningen om een verdrag te bereiken dat dergelijke wapens verbiedt.


2018

Denis Mukwege en Nadia Murad Basee
Voor hun inspanningen om het gebruik te beëindigen van seksueel geweld als wapen in oorlogen en gewapende conflicten.


2019

Abiy Ahmed (1976)
Voor zijn inspanningen om vrede en internationale samenwerking te bereiken en in het bijzonder voor zijn beslissende initiatief om het grensconflict met buurland Eritrea op te lossen.


2020

Wereldvoedselprogramma
Voor hun inspanningen om honger te bestrijden; hun bijdrage tot het verbeteren van de vredescondities in conflictueuze gebieden en voor het handelen als drijvende kracht in de inspanningen om het gebruik van honger als een wapen in oorlog en conflict te voorkomen.


2021

Maria Ressa en Dmitri Moeratov
Voor hun inspanningen om de vrijheid van meningsuiting te vrijwaren.


2022

Ales Bialiatski (1962)
De laureaten van de Vredesprijs vertegenwoordigen het maatschappelijk middenveld in hun thuisland. Ze hebben jarenlang het recht gepromoot om macht te bekritiseren en de fundamentele rechten van burgers te beschermen. Ze hebben zich uitstekend ingespannen om oorlogsmisdaden; mensenrechtenschendingen en misbruik van macht. Samen demonstreren ze het belang van het maatschappelijk middenveld voor vrede en democratie.

Memorial (1989) – Rusland

Centre for Civil Liberties


Zie hier de top 100 belangrijkste psychologen uit de 20e eeuw.


0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *