Arie Elpert – Haring Arie
Arie Elpert
Adrianus Bernardus Antonius Elpert
(Amsterdam, 7 februari 1923 – Amsterdam, 28 november 1995)
Bijnaam: Haring Arie, vanwege zijn illegale haringkar op het Rembrandtplein in Amsterdam.
Arie Elpert was een bekende beruchte Amsterdamse crimineel en pooier, die bekendstond als Haring Arie.
Zie hier ->>> 100 grootste criminelen van Nederland
Zie hier ->>> De Nederlands misdaadencyclopedie
Zie hier ->>> Alle Liquidaties in Nederland
Zie hier ->>> Boeken over Nederlandse criminaliteit
Zie hier ->>> Bijnamen van de verschillende criminelen uit binnen- en buitenland.
Zie hier ->>> Meer interessante artikelen over criminaliteit op deze website
Arie-Elpert – Haring-Arie
Mijn vader wou me nooit. Die moest niets van me hebben. Ik zocht liefde op straat en dat doe ik nou nog. Ik ben een straatloper; ’n scharrelaar. Maar géén drinker, snap je. Wel een gelegenheidsdrinker. Ik heb wel eens eens tijd, dan ben ik nuchter, he. Dan moet ik zuipen. Dan zuip ik tot ik niet meer kan. Dan ben ik doodmisselijk van alles, het leven, de mensen.
Arie Elpert – Haring Arie
(Bron: De Telegraaf, 19 mei 1969)
Arie’s Jeugd
Arie Elpert wordt geboren als oudste zoon van de salonbediende op de grote vaart Arie Elpert senior. Marie Elpert, zijn moeder, bestiert een logement. Na Arie wordt er nog een dochtertje geboren. Daarna nog één, waarvan senior niet de vader is.
Het meisje overlijdt en als hij vier is gaan zijn ouders uit elkaar. Omdat Marie niet voor haar kinderen kan of wil zorgen worden deze naar het weeshuis gebracht. Arie komt terecht in een weeshuis aan de Elandsgracht. Het is daar geen pretje en de nonnen daar maken hem het leven tot een hel. Hierdoor zal hij tot zijn achttiende in zijn bed plassen.
… omdat ik vaak in bed piste, kreeg ik na vieren niks meer te drinken. Dus dronk ik stiekem op de speelplaats, omringd door hoge muren met glas erop, tegen het vluchten, als het had geregend, gewoon op me buik liggend uit een plas regenwater. En als het niet had geregend, gewoon uit de pot van de wc.
Arie Elpert – Haring Arie
Na anderhalf jaar neemt moeder Marie, die inmiddels weer samenwoont, Arie weer in huis. Elpert: ‘Ik begon met stelen om een paar centen te hebben voor een bloemetje dat ik an me moeder gaf, zodat ze dan een beetje lief voor me zou wezen.’ Dit is geen succes en Arie wordt, volgens zijn eigen woorden, ‘weggeven’ aan een vrouw die hij niet kent met wie zijn vader een relatie heeft. Ook deze stiefmoeder maakt zijn leven tot ‘…een hel’.
Hij groeit op als een echte jongen van de straat en vanaf zijn veertiende heeft hij vele baantjes, zoals kappersknecht, fabrieksarbeider, bakker, krantenjongen, liftboy, kaartjesverkoper, ketelbinkie, schilder bijrijder, fietskoerier en spoelknecht. Iets later maakt hij ook kennis met de geneugten van alcohol. Dit vocht zal hij ook de rest van zijn leven in overvloed blijven consumeren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zoekt hij alle wegen om aan geld, eten en goederen te komen.
Ik ging uit stelen, oplichten, zakkenrollen en soms pijnloos beroven. In die jaren ging ik net zo makkelijk inbreken als ik nu een bioscopie pik.
Arie Elpert – Haring Arie
Elpert wordt gearresteerd omdat hij zich niet heeft gemeld de Arbeitseinsatz en zit geruime tijd in Kamp Amersfoort.
Na de oorlog
Na de oorlog zou hij zich in Frankrijk bezig hebben gehouden met treinroven. Elpert is ook nog even zeeman. Op een van zijn scheepsreizen laat hij op zijn bovenarm het Amerikaanse Vrijheidsbeeld tatoeëren. In een keldertje aan de Oudebrugsteeg laat hij deze tatoeage eind jaren zestig weghalen: ‘Daar wil ik niet meer mee lopen, als je bedenkt wat die Amerikanen in Vietnam uitvreten.’ Er staat nu een bloem op zijn arm.
Varen is niks voor hem, Arie mist Amsterdam. Hij laat zijn vuisten spreken en staat bekend als vechtersbaas met een bijzonder gevoel voor rechtvaardigheid. In de jaren vijftig vent hij ’s avonds op het Rembrandtplein zonder vergunning haring, waar hij zijn bijnaam aan overhoud. Hij ontmoet in deze tijd ook zijn latere vrouw Mien Sligte, Blonde Mien, die prostituee wordt met Elpert als pooier.
Een ongekroonde onderkoning van de Zeedijk en het Rembrandtplein
Horeca-eigenaren en taxichauffeurs zijn Arie en zijn maten meer dan zat, maar het loopt hen wel dun door de broek. Een groep ‘gangsters’ zoals Het Parool schrijft, met Haring Arie, Buck Jones, Gerritje Ketting, Jopie Doppie, Utrechtse Jantje en de Vette Lap terroriseren jarenlang de Amsterdamse binnenstad.
”t Is hier elke week knokken,…’ aldus een portier. ‘…maar de agenten zelf worden platgemaakt. Vorige week vloerde Haring Arie een man uit. Even later werd Arie in een politieauto naar huis gebracht’. ‘Daar is mij niets van gerapporteerd’, zegt de commissaris. ‘Zijn hier nou werkelijk zo veel ernstige vechtpartijen? Er is mij niets van bekend. Waarom doet men dan geen aangifte?’ ‘Omdat de zaak platgemaakt wordt.’ vertelt één van de portiers. ‘De mensen durven niet, uit vrees voor de toekomst.’
‘Doe aangifte en trek die niet later weer in, dan zullen wij wel eens zien of er terreur komt.’ aldus de Amsterdamse politie. ‘De hele onderwereld heeft zich georganiseerd.’, roept iemand. ‘Haring Arie, Theun (Theun de Vries alias Rinus Vet, red.), Gerritje Ketting, dat zijn de hoofdgangsters. Theun is als de dood voor de klacht, want de vorige keer heeft de rechter gezegd dat-ie ter beschikking gaat als-ie weer voor moet komen. De hele onderwereld slaat je boel kort en klein als de klacht doorgaat.’ (Bron: Het Parool, 1 augustus 1958)
Wij vegen de Dam schoon van Nozems
Een bekende actie van Haring Arie en andere bijzondere types uit het Amsterdamse onderwereld is het schoon vegen van het Nationaal Monument op de Dam. Een krantenbericht gaat als volgt:
‘Een dertigtal onderwereld-figuren van de beruchte Zeedijk en omgeving hebben dinsdagavond omstreeks half tien het ‘recht’ in eigen hand genomen en met knuppels en gummistokken de omgeving van het Nationaal Monument op de Dam gezuiverd van roerige nozems. Kort na half negen waren de onderwereld-mensen onder leiding van Rinus Vet, de “vette lap”, Haring Arie en Zwarte Joop met een auto aangekomen tegenover hotel Krasnapolsky, waar zij aanvankelijk postvatten.
Tot half tien monsterden zij de nozems, die-op de vingers gekeken door een groot aantal politiemannen-hun gebruikelijke uittartende houding aannamen. Om half tien rukte de onderwereld in slagorde op de naar schatting tweehonderd nozems af. De politiemannen, die van hun superieuren opdracht hadden geen geweld te gebruiken en slechts bij hoge uitzondering naar de sabel te grijpen, zagen verbeten toe. Op de dreiging van wapengeweld door de onderwereld-figuren namen de nozems in allerijl de vlucht, tot over de helft van de Dam achtervolgd door de fel rond zich heen slaande onderwereld.
De politie stak geen hand uit. Alleen hoofdinspecteur Bremer greep naar zijn pistool, dat hij dreigend richtte op de vechtjas Haring-Arie. Deze trok zich daar niets van aan, maar sloeg verder op de vluchtende troep in. In enkele minuten waren de jongelui van de Dam verdwenen.’ (Bron: Volkskrant van 2 september 1959)
Rondom het Oudekerksplein en Haring Arie de schrijver
Eind jaren zestig wordt Elpert landelijk bekend door zijn optreden als verteller in de documentaire ‘Rondom het Oudekerksplein’ uit 1968 van Roeland Kerbosch.
In dezelfde periode verschijnen ook twee autobiografische verhalenbundels van zijn hand. Schrijven doet hij omdat hij thuis last heeft van enorme nachtmerries en waanbeelden. Schrijven wordt een soort therapie voor Arie. Van zijn eerste boek worden zo’n 35.000 exemplaren verkocht.
Op 11 februari 1970 wordt hij bekend als mede-oprichter van een nieuwe politieke partij in Amsterdam, de Amsterdamse Belangen Combinatie (ABC). Het gaat om een uit de hand gelopen grap van ir W. Stam, een gemeenteraadslid Boerenpartij. Arie om doet mer om er in de raad er ‘…eens lekker tegenaan te schoppen’.
Halverwege de jaren ’70 wordt de criminaliteit in Amsterdam harder en harder. Haring Arie: ‘Als ze hier niet heel gauw de handel steenhard aanpakken, draait het uit op een bloedbad. Je kunt langzamerhand wachten op een gewelddadige confrontatie. Steeds meer figuren lopen hier zwaar gewapend rond. Chinezen, Surinamers, Nederlanders en gajes uit allerlei andere landen vliegen elkaar binnenkort in de haren. Ze hebben allemaal hun eigen belangen en zijn bereid daarvoor te knokken.’ Helaas zal hij gelijk gaan krijgen. (Bron: De Telegraaf, 16 mei 1977)
Op 28 november 1995 overlijdt Arie Elpert op 71-jarige leeftijd aan een hartstilstand.
Boeken
Haring Arie, een leven aan de Amsterdamse zelfkant
Arie Elpert en Fred Baggen
Uitgever: Aldus Boek Compagnie
ISBN: 9789082501117
Eerste druk: 2016
Haring Arie
Haring Arie is de bijnaam van penozefiguur Arie Elpert (1923-1995), die net zo vervlochten is met het Amsterdam van de jaren zestig als de nozems op de Dam of de provo’s bij het Lieverdje.
Arie was op zijn geheel eigen manier nozem, provo en lieverdje in één en schreef in zijn autobiografische boeken openhartig en met een onnavolgbaar Bargoens taalgebruik over zijn moeilijke jeugd, vervreemd van zijn familie en zwervend op straat; over de tientallen baantjes die steeds weer stukliepen, zijn onstilbare seksuele drift, avonturen op zee, het harde leven in oorlogskampen, het nachtelijke venten in cafés met een emmertje haring waaraan Arie zijn bijnaam te danken heeft, zijn licht ontvlambare karakter en de drank die telkens weer hun tol eisten, de rol van levensgezellin Mien.
En uiteraard Arie’s bespiegelingen over het leven in de Warme Buurt, het tegenwoordige Red Light District, dat toen nog gewoon de Walletjes werd genoemd en waar om elke hoek een nieuw avontuur op de loer lag.
Arie’s eerste twee boeken verschenen in 1968 en 1969 bij De Arbeiderspers en zijn nu opnieuw verkrijgbaar via deze exclusieve gebundelde uitgave. Voor liefhebbers van bekentenisliteratuur die de taal van de straat niet schuwen, is Haring Arie / Een leven aan de Amsterdamse zelfkant een boek vol met sterke verhalen die je gelezen moét hebben!
Bij Aldus Boek Compagnie kunt u het boek hier ->>> bestellen.
Dit betreft de heruitgave van twee eerdere boeken:
- Haring Arie: een leven aan de Amsterdamse zelfkant (1968)
- Haring Arie : tweede boek (1969)
Sarkast – Haring Arie
Arie Haring en Ab Pruis
Uitgever: Centerboek
ISBN: 9789050870702
In samenwerking met de Amsterdamse ‘sien’-journalist Ab Pruis heeft Haring Arie Elpert een vierde boek over zijn veelbewogen leven ‘voor zijn mallemoers reet weg’ geschreven. Doorspekt met Amsterdams bargoens (er staat een verklarende woordenlijst achterin) is dat een autobiografie van een keiharde jeugd, stelen, zakkenrollen, kolentremmen op de grote vaart en dan ‘in de tijd van De Snor dwangarbeid in Moffrika’.
Later, via haringventen in cafe’s, belandt hij in het Amsterdamse kroeggangerscircuit van bekende namen. Gokken, pooieren, penoze, cafegevechten, moraalloze sex, alles wordt onverbloemd beschreven. Zijn aversie tegen de dure burgersfeer van ‘nagemaakte mensen’ en loos-pretentieuze kunstenaars en artiesten zal een boeiende spiegel zijn voor een flinke groep lezers uit die incrowd en voor mensen die dat proces beroepsmatig bestuderen.
Met foto’s van Ab Pruis e.a.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!