Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland: een overzicht

0
Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland
Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland

Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland

Paddenstoelen zijn een fenomeen in onze cultuur. We eten ze, ze spelen een rol in vele verhalen en vergeet de kaboutertjes niet. Overigens gaat het niet helemaal goed met de paddenstoel in Nederland. Er staan er nogal wat op de zgn. ‘Rode lijst’. Lees meer…


Lees hier ->>> meer over natuur op deze website.


Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland


Agaricus


Weidechampignon (Agaricus campestris)

Gewone weidechampignon
Gewone weidechampignon

De gewone weidechampignon is een paddenstoel die behoort tot de familie Agaricaceae. Het is een vrij algemene, goed eetbare soort, die echter makkelijk te verwarren is met de giftige karbolchampignon. Oppervlakkig gezien lijken champignons op de dodelijke kleverige knolamaniet en de vroege knolamaniet.


Schubbige boschampignon (Agaricus sylvaticus)

Schubbige boschampignon
Schubbige boschampignon

De schubbige boschampignon is een zwammensoort. De paddenstoel wordt tussen de 8 en 14 cm hoog en komt voor van juli tot oktober.

De schubbige boschampignon groeit in loof- en naaldbossen op een voedselrijke bodem. De paddenstoel is eetbaar en heeft een iets zoete smaak met een lichte amandelgeur.


Amanita


Vliegenzwam (Amanita muscaria)

Vliegenzwam
Vliegenzwam

De vliegenzwam is een opvallende paddenstoel, die algemeen voorkomt in de lage landen. Het eten ervan kan leiden tot vergiftigingsverschijnselen, maar de ernst hiervan valt meestal mee.

Vliegenzwammen groeien veelal in loofbossen, in nauwe associatie (symbiose) met berk, tamme kastanje, eik, beuk, ook wel met den en spar.


Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland


Panteranianiet (Amanita pantherina)

Panteramaniet
Panteramaniet

De panteramaniet is een giftige paddenstoel. De panteramaniet komt met name voor in Europa en de Verenigde Staten. Hij is te zien vanaf de zomer tot in de herfst. De paddenstoel komt voor in loofbossen en in mindere mate in naaldbossen. De panteramaniet vormt mycorrhiza met verschillende loof- en naaldbomen.


Groene knolanianiet (Amanita phalloides)

Groene knolamaniet
Groene knolamaniet

De groene knolamaniet is een van de giftigste paddenstoelen ter wereld. In het Engels wordt de paddenstoel ‘death angel’ of ‘death cap’ genoemd. Men vindt de groene knolamaniet meestal in loofbossen en dan vooral onder eiken, beuken, hazelaars en kastanjebomen. De paddenstoel komt voornamelijk voor van juli tot oktober.

Een kleine hoeveelheid – 30-50 gram – van deze paddenstoel kan dodelijk zijn door vergiftiging van de lever. De eerste symptomen zijn vaak buitengewoon hevige buikpijn (darmkrampen), braken en diarree. Deze treden zes tot twaalf uur na consumptie op, te laat om nog met uitpompen van de maag in te grijpen, maar het is niet ongewoon dat pas 24 uur na het eten van de paddenstoel de gevolgen zichtbaar worden.

De diarree en maagkrampen verdwijnen na een tijdje weer en een latente fase treedt in. Dit is eveneens verraderlijk omdat veel slachtoffers hierdoor nog langer wachten met naar een dokter of ziekenhuis te gaan, omdat ze denken dat het over is.

Men vindt de groene knolamaniet meestal in loofbossen en dan vooral onder eiken, beuken, hazelaars en kastanjebomen. De paddenstoel komt voornamelijk voor van juli tot oktober.


Parelamaniet (Amanita rubescens)

Parelamaniet
Parelamaniet

De parelamaniet is een mits gekookt goed eetbare paddenstoel die behoort tot de familie Amanitaceae. Rauw is de paddenstoel giftig door de hittelabiele maag-darm vergiften en het hemolysine. De paddenstoel wordt vaak aangetast door insecten.

De parelamaniet is te zien vanaf juni tot in de herfst. De paddenstoel is niet kieskeurig qua standplaats en komt voor in loofbossen en naaldbossen. De panteramaniet vormt mycorrhiza met verschillende loof- en naaldbomen.


Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland


Kleverige knolarnamiet (Amanita virosa)

Kleverige knolarnamiet
Kleverige knolarnamiet

De kleverige knolamaniet is een in potentie dodelijk giftige paddenstoel die amatoxine en phallotoxine bevat. Amatoxine is een groep van ten minste acht verbindingen, waarvan alfa-amanitine de meest toxische is. Deze gifstoffen tasten de lever aan. Zowel in het Engels als het Frans staat de paddenstoel bekend onder de bijnaam ‘Engel des Doods’.

De kleverige knolamaniet groeit bij voorkeur in loofbossen, vooral onder berken. Vanaf de late zomer is de paddenstoel zichtbaar. In veel streken is het een zeldzame soort. De kleverige knolamaniet komt voor in Nederland, maar staat vanwege de zeldzaamheid in Nederland op de Rode Lijst voor de soortgroep paddenstoelen.


Armillaria


Honingzwam (Armillaria mellea)

Echte honingzwam
Echte honingzwam

De echte honingzwam is een zwam die behoort tot de honingzwammen. Hij wordt 7 tot 14 cm hoog en komt voor van oktober tot december. De honingzwam komt voor in Europa en Noord-Amerika. Hij groeit op zowel levend als afgestorven hout en wortels in loofbossen. De honingzwam is eetbaar (na blancheren) en smaakt prikkelend.


Boletus


Kastanjeboleet (Boletus badius)

Kastanjeboleet
Kastanjeboleet

De kastanjeboleet is een eetbare paddenstoel en is een algemeen voorkomende soort in naald- en loofbossen en is in de herfst te zien.


Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland


Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis)

Gewoon eekhoorntjesbrood
Gewoon eekhoorntjesbrood

Gewoon eekhoorntjesbrood is een algemeen voorkomende eetbare paddenstoel die behoort tot de familie Boletaceae. Het is een uitgesproken consumptiepaddenstoel die, ook in gedroogde vorm, onder andere in fondue verwerkt wordt.

De soort komt met een aantal nauwe verwanten overal in Europa en Noord-Amerika langs lanen en in loof- en dennenbossen voor. In de Lage Landen is de groeitijd van juli tot en met november.


Bittere boleet (Boletus felleus)

Bittere boleet
Bittere boleet

De bittere boleet groeit het liefst op zure zandgrond en leemgrond in naaldbossen, maar ook in loofbossen. Hij wordt vaak met gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) verward. De bittere boleet is echter zeer zeldzaam en zelfs bedreigd. In Midden-Europa is hij echter op bepaalde plaatsen talrijk aanwezig (bijvoorbeeld in het Bohemer Woud).

Deze boleet is niet eetbaar, heeft een onaangename geur en dankt zijn naam aan de zeer bittere smaak van het roomkleurige vlees.


Heksenboleet (Boletus luridus)

Netstelige heksenboleet
Netstelige heksenboleet

Netstelige heksenboleet is een boleet uit de familie Boletaceae. Deze boleet staat vooral in loofbossen in de buurt van beuken en eiken. Ook aan wegkanten kan hij gevonden worden. De groeiperiode strekt zich uit van juni tot oktober. Deze boleet wordt 4 tot 20 cm hoog.

De paddenstoel heeft geen smaak en een zwakke geur. De paddenstoel (vruchtlichaam) kan in de keuken bij paddenstoelgerechten (uitsluitend) in gekookte vorm gebruikt worden. Deze soort kan echter makkelijk verward worden met de giftige satansboleet, hoewel deze een lichtere hoed heeft.


Berkeboleet (Boletus scaber)

Gewone berkenboleet
Gewone berkenboleet

De hoed van de gewone berkenboleet heeft een doorsnede van 5-10 cm en is half bolvormig tot gewelfd. De hoed is grijsbruin van kleur. Onder een loep ziet deze er viltig of korrelig uit.

Zoals de naam doet vermoeden, groeit de berkenboleet voornamelijk bij berken. Vooral op de heide en andere zure grond is de soort algemeen voorkomend.


Oranje berkeboleet (Boletus testaceo scaber)

Oranje berkenboleet
Oranje berkenboleet

De oranje berkenboleet is een eetbare paddenstoel. De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van paddenstoelen als bedreigd. Zoals de naam doet vermoeden, groeit de oranje berkenboleet voornamelijk bij berken. Vooral op de heide en andere zure grond is de soort algemeen voorkomend.


Cantharellus


Hanekam, cantharel (Cantharellus cibarius)

Hanekam, cantharel
Hanekam, cantharel

De hanenkam of cantharel is een eetbare paddenstoel met een licht peperachtige smaak. De hanenkam komt tegenwoordig veel minder voor dan in het verleden, wellicht door overmatig verzamelen. Op zure zandgrond is hij vrij algemeen in naald- en loofbossen bij den, eik, beuk en berk van juni tot oktober. Het is een geliefde paddenstoel door zijn pepersmaak, zijn lange houdbaarheid en goede herkenbaarheid.


Meest voorkomende paddenstoelen in Nederland


Clitocybe


Nevelzwam (Clitocybe nebularis)

Nevelzwam
Nevelzwam

De nevelzwam is een schimmel uit de familie Tricholomataceae. Het is een algemeen voorkomende grijze tot grijsbruine paddenstoel. Hij groeit onder bomen in grote groepen of kringen in dikke lagen strooisel.

De nevelzwam komt veel voor, vooral onder geboomte tussen bladeren of naalden op matig voedselrijke bodems, en vaak in een heksenkring.

De eetbaarheid van de nevelzwam is omstreden. In de Verenigde Staten geldt hij als giftig vanwege de er in voorkomende coumarine. Tevens is in de nevelzwam de stof nebularine ontdekt, die kankerverwekkend zou zijn. In Frankrijk geldt de nevelzwam echter traditioneel als delicatesse.


Flammulina


Fluweelpootje (Flammulina velutipes)

Fluweelpootje
Fluweelpootje

Het fluweelpootje of gewoon fluweelpootje is een paddenstoel die algemeen in Nederland en België voorkomt. Het fluweelpootje groeit meestal in groepen van meerdere paddenstoelen. De zwam is saprotroof en leeft op stammen en stronken van loofbomen zoals iep, els en wilg. Het is een typische winterpaddenstoel die aangetroffen wordt van november tot en met maart.

Het fluweelpootje is een eetbare paddenstoelsoort. De lange, dunne gekweekte vorm is een vast ingrediënt in onder andere de Chinese, Japanse en Koreaanse keuken. De paddenstoel is vooral populair als ingrediënt voor soepen en salades. In Japan wordt het fluweelpootje al 300 jaar gekweekt voor consumptie. De paddenstoelen zijn zowel vers als ingeblikt te koop. Het fluweelpootje bevat antioxidanten zoals ergothioneïne.


Coprinus


Geschubte inktzwam (Coprinus comatus)

Geschubde inktzwam
Geschubde inktzwam

De geschubde inktzwam is een van de meest voorkomende van de honderd soorten inktzwammen (Coprinus) die in Nederland voorkomen. In de jeugd is de 5-15 cm hoge hoed van de geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met grote, omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart.

Van mei tot in november is de geschubde inktzwam vaak in groepen te vinden op grond die pas is omgewerkt op akkers, weilanden, parken en wegbermen. Ook in de stad is deze paddenstoel veel gezien op bemest gras.

Een jonge geschubde inktzwam smaakt uitstekend, maar moet wel direct na het plukken verwerkt worden. De zwam is niet meer eetbaar wanneer vervloeiing of verkleuring optreedt. Verwisseling kan voorkomen met de kale inktzwam (Coprinus atramentarius), die giftig is indien alcohol twee dagen voor of na consumptie wordt gebruikt.


Kuehneromyces


Stobbezwammetje (Kuehneromyces mutabilis)

Stobbezwammetje
Stobbezwammetje

Het stobbezwammetje is een eetbare paddenstoel. De gladde hoed is gewelfd tot uitgespreid bultig en de kleur kaneel- tot oranjebruin. Bij het opdrogen wordt het centrum bleekkleurig en de rand gestreept. De hoed heeft een doorsnede van 3-8 cm. Het vlees van de hoed is wit-bruinachtig en heeft een iets bittere, radijsachtige smaak.


Lepiota


Grote parasolzwam (Lepiota procera)

Grote parasolzwam
Grote parasolzwam

De grote parasolzwam is een schimmel met een lange steel en grote hoed en heeft gelijkenis met een parasol, vandaar ook de naam. Het is een veelvoorkomende soort die groeit op matig vochtige grasgebieden. Deze zwam wordt vaak gevonden in groepen of alleen en staat ook vaak in heksenkringen. De parasolzwam is wijdverbreid in landen met een gematigd klimaat.

Morchella


Morielje (Morchella esculenta)

Gewone morielje
Gewone morielje

De gewone morielje is een sponsachtige zakjeszwam behorend tot de familie Morchellaceae in het rijk van de schimmels. Hij komt voor van april tot mei en wordt ongeveer 7 à 10 cm hoog. Daar het uiterlijk van de soort zeer variabel is, worden er verschillende variëteiten onderscheiden.

De gewone morieljes zijn eetbaar en staan te boek als uitstekende consumptiepaddenstoelen die zich goed lenen tot drogen. Te oude exemplaren, evenals rauwe, zijn niet goed te verteren en mogelijk zelfs licht giftig.


Paxillus


Krulzoom (Paxillus involutus)

Gewone krulzoom
Gewone krulzoom

De gewone krulzoom (Paxillus involutus) is een paddenstoel uit de familie Paxillaceae. De soort is giftig. De krulzoom groeit op heidevelden en in bossen, vooral bij berken. Het is een algemeen voorkomende soort.

Alle vormen van de grote parasolzwam worden beschouwd als goed eetbare paddenstoelen. Meestal worden alleen de hoeden gebruikt die op dezelfde manier als schnitzel kunnen worden bereid.


Phallus


Grote stinkzwam (Phallus impudicus)

Grote stinkzwam
Grote stinkzwam

De grote stinkzwam komt met behulp van een eiertand uit een 3–6 cm grote knol die in de volksmond met heksen- of duivelsei wordt aangeduid. Daaruit strekt zich in enkele uren de 10–20 cm lange poreuze en holle steel. De hoed van de paddenstoel is dan met een groene slijmerige sporenlaag (gleba) bedekt die een zeer penetrante aasgeur verspreidt, zelfs tegen de wind in te ruiken. De stank trekt vliegen en kevers als de oranje aaskever aan die voor de verspreiding van de sporen zorgen.

De grote stinkzwam wordt aangetroffen van mei tot november bij vermolmd hout in bossen, parken en tuinen. De soort komt algemeen voor.

De sterke geur doet niet vermoeden dat deze paddenstoel ook eetbaar is. De steel van jonge exemplaren van de grote stinkzwam is eetbaar; naarmate hij ouder wordt neemt het psilocainegehalte toe waardoor hij te giftig wordt voor consumptie.


Ramaria


Koraalzwam (Ramaria formosa)

Fraaie koraalzwam
Fraaie koraalzwam

De fraaie koraalzwam is een giftige zwam in de familie Gomphaceae en het geslacht Ramaria. Hij bereikt een hoogte van 7 tot 16 cm en komt voor van augustus tot november. De paddenstoel heeft een koraalachtig uiterlijk en een rozige kleur. Er zijn veel “vertakkingen” die alle ontspringen aan een 4 cm witte stam.


Russula


Russula (Russula vesca)

Smakelijke russula
Smakelijke russula

De smakelijke russula (Russula vesca) is een van de meest voorkomende paddenstoelen uit de familie Russulaceae. Van juni tot oktober kan de smakelijke russula gevonden worden bij bomen in lanen en in minder mate in bossen. Het is een algemeen voorkomende soort.

De smakelijke russula is een van de beter eetbare soorten uit de familie Russulaceae en kan zelfs rauw gegeten worden. Eén exemplaar levert echter weinig vlees op. Verwisseling met de (ongenietbare) braakrussula (Russula emetica), waarvan het vlees op de tong brandt, is mogelijk.


Scleroderma


Aardappelbovist (Scleroderma citrinum)

Aardappelbovist
Aardappelbovist

Het vruchtlichaam heeft een doorsnede van 5-10 cm en is half bol- of knolvormig, maar vaak afgeplat aan de bovenkant. Het oppervlak is ruw door hoekige schubjes. De kleur varieert van geelachtig tot okerkleurig. Snijdt men het vruchtlichaam door, dan blijkt er een dikke, witachtige schil, het peridium, te zijn met vaak een roze waas. Daarbinnen zit de purperzwarte sporenmassa. Deze bovist heeft geen steel of slechts een korte, steelachtige basis.

De kostgangerboleet komt als parasiet voor op de aardappelbovist. De paddenstoel is niet eetbaar en zelfs giftig.


Trametes


Elfenbankjes (Trametes versicolor)

Gewoon elfenbankje
Gewoon elfenbankje

Het gewoon elfenbankje is een paddenstoel. Het elfenbankje groeit het hele jaar en is een zeer algemene eenjarige saprofyt op stronken en takken van loofbomen. Het komt soms ook op de spar voor. De vruchtlichamen groeien aan één zijde van de stronk of tak.

Geef een reactie